Wie briest er nog in het peloton? Wie vloekt, tiert en scheldt zijn ploegmaten stijf? Er wordt te veel getwijfeld en te weinig gevloekt onder Nederlandse renners. Dat is de onuitgesproken conclusie na drie Nijmeegse wielertalkshows met kenners. Eerder werd hier al over de wieleravond geschreven. In de laatste editie kwamen Theo de Rooij en Piet van Katwijk aan het woord.

Zoals in de eerdere edities ging het wederom over de beroerde prestaties van de Rabobankploeg. “Als ze niet beter kunnen, dan is er niks aan te doen”, sprak Van Katwijk berustend. Die geslagen houding is ook uit Rabokringen te horen. Opvallend genoeg viel iedere editie van de wieleravonden de naam van Jan Raas. En in de laatste editie, aansluitend op de Amstel Gold Raas, uiteraard ook weer.

Jan Raas zou nooit zijn schouders hebben opgehaald bij renners die niet beter konden. Op geen van de wieleravonden is het uitgesproken, maar juist de mentaliteit van Raas mist bij Nederlandse renners en ploegleiders. Het kan zijn dat de Rabo-renners niet beter kunnen, maar dan mag er best eens gescholden worden, dat ze goedverdoemme de volgende keer wel de boel op de kant gooien.

Niemand kon beter schelden dan Jan Raas. Henk Lubberding vertelde met smaak hoe hij meer scheldwoorden om zijn oren kreeg, dan een Gilles de la Tourette-begeleider op een slechte dag, toen hij ooit naar een kopgroep sprong waar zijn kopman Raas in meereed. Ook werden herinneringen opgehaald aan Raas als ploegleider. Hoe hij, als renners niet deden wat hij wilde, soms met enkel een carrosserie bij de finish arriveerde. Uit woede had hij tijdens de koers het hele interieur van de auto gesloopt.

Zoals Raas zich op een koers kon richten, zoals hij zijn woede kon omzetten in trapkracht, zoals hij alles en iedereen in de gaten hield, dat zag je de laatste jaren alleen bij Armstrong nog. Er is ook een ander uiterste dat goed blijkt te werken. Compleet afgesloten zijn van de buitenwereld met het verstand op nul. Zoals Zoetemelk goed kon en zoals ook Andy Schleck bekend staat.

Het lijkt alsof de meeste Nederlandse renners tussen die twee uitersten bungelen. Tankink kan prachtig vloeken, maar is te weinig leidend bij Rabo. Raas’ provinciegenoot Hoogerland lijkt me een virtuoos vloeker, maar Johnny is weer lang niet zo geslepen als Raas. De tierende Zeeuw wordt node gemist in het Nederlandse wielrennen. Tijd dat er weer eens keihard op het stuur wordt geslagen, met dito ploegleiders. Want onder Raas was Breschel zondag nooit zo lafjes, zonder ploegwerk te doen, achter de dranghekken verdwenen in de Amstel Gold Race. In dat geval was er zelfs geen carrosserie meer over geweest van de ploegauto.

Jan Raas won vijf keer de Amstel Gold Race, twee keer de Ronde van Vlaanderen, Milaan – San Remo en Parijs – Roubaix, hij won tien etappes in de Ronde van Frankrijk en werd wereldkampioen in 1979. Lees hier een prachtig portret over Raas en die winst.

Alex van der Hulst