Je ziet aan alles dat Daan Luijkx, manager van Vacansoleil-DCM, de term koestert. Bij de presentatie van de ploeg voor het nieuwe seizoen mag hij het eindelijk weer een paar keer zeggen: “In de Tour gaan we met een stel vrijbuiters proberen voor verrassingen te zorgen.” Telkens weer een uiterst geraffineerde sneer naar die overgeorganiseerde losers van Rabo. Zijn schalks omhoog kruipende mondhoekjes verraden opzet.

Vacansoleil-DCMLuijkx is een koning in het uitbuiten van zijn vakkundig verworven underdogpositie. Met mannen als Hoogerland, Ruijgh, Westra, Poels, Van Hummel, De Gendt, Larsson, Devolder, Marcato en Feillu beschikt zijn ploeg in elke discipline wel over een of meer bewezen toppers, maar als je Luijkx hoort zeggen hoe “zijn jonge renners inmiddels zo ver zijn ontwikkeld, dat ze er de toekomst wel mee in kunnen”, denk je als luisteraar onmiddellijk weer met een stel veredelde junioren te maken te hebben. Vakwerk.

Rabobank doet dat volstrekt anders. Daar is geel in Parijs al jaren het Grote Doel. Nederlands geel, als het even kan. Rabo is het Nederlands voetbalelftal op wielen: naarmate een ronde/toernooi nadert, ontstijgen verwachtingen en ambities van volk en ploeg elk contact met de realiteit. En terwijl de beleidsmakers van Rabo nu al weken wakker liggen van de vraag wie van de Nederlandse klassementsmannen zich in godsnaam moet gaan stukbijten op de voor hen onmogelijke Tour van 2012, kruipen Luijkx’ mondhoekjes nog wat verder omhoog: “vrijbuiteren gaan we, net als vorig jaar.”

Maar vrijbuiteren betekent niets anders dan ‘zonder regel of orde te werk gaan’. Anarchie dus. En vrijblijvendheid. Het kat-en-muisspel met Rabo is vermakelijk om te zien, maar een totaal gebrek aan organisatie en concrete ambities kan ook prijzen kosten. Een vrijbuiter heeft niets te verliezen, dus hoewel het stoer en vrijgevochten klinkt, is het voor een sportploeg feitelijk een laf uitgangspunt. Onverenigbaar met de sterke karakters in de ploeg Vacansoleil-DCM.

Het ging verleden jaar terecht vaak en veel over de blessures van Gesink, de heroïek van Hoogerland en de topprestatie van Mollema in de Vuelta, maar Rob Ruijgh reed in Frankrijk consequent met de besten mee en Wout Poels werd tweede op een Spaanse berg waar slechts één van de vele motoren tegenop kwam.

Dus, meneer Luijkx, als u die Rabo’s echt op de kast wilt hebben, spreekt u niet alleen uit met Ruijgh (wederom) voor de beste Nederlander in de Tour te gaan, maar zegt u bovendien dat Gesink en Mollema in Spanje en Valkenburg met Poels te maken krijgen. Of nee, dat laat u Hilaire van der Schueren zeggen. Die mondhoeken kunnen nog verder omhoog.

Coen Harleman
Laatste berichten van Coen Harleman (alles zien)