Gesteld dat ik weleens de vraag krijg wat dat toch is met dat biatlon en ik niet langer overrompeld door de vraagstelling een helder betoog afsteek, hoe zou dat klinken?

Wellicht zou ik eerst biatlon kort introduceren, uit beleefdheid, ik wil niet dat mijn gesprekspartners zich als een zwakbegaafde kleuter behandeld voelen, dus leg ik lichtjes nadruk op de letters B en I en vermeld ik zo nonchalant als binnen mijn mogelijkheden ligt dat biatlon uit langlaufen en schieten bestaat, zodat elk misverstand zonder duatlon of triatlon expliciet te benoemen omzeild wordt.

Algauw zal ik opwerpen dat er geen spannendere sport bestaat dan biatlon. Die blikken, vermakelijk, ze brengen me niet van mijn stuk, integendeel, ik weet me nu verzekerd van alle aandacht en ik heb nog iets achter de hand, ik laat niet na om de leefwereld van mijn gesprekspartners te betreden, nu toevallig wielerliefhebbers, en ga op zoek naar raakvlakken.

Zijn die er dan? Jazeker, hier ga ik, waarom biatlon in de rest van Europa zo’n populaire sport is, laat zich gemakkelijk raden: geveinsde willekeur. Een keer vaker missen kan beslissen over een medaille of buiten de top 10 tuimelen. En waar ligt dat aan? Aan een te hoge hartslag? Aan de opgestapelde vermoeidheid? Het oogt allemaal heel toevallig, niet dat dat zo is. Ja, waarom schiet de ene biatleet (4/5) heel zorgvuldig op die ene poging na en schiet de andere biatleet (5/5) vijf keer raak waarbij drie pogingen maar ternauwernood de schijven raken? Nog gezwegen van omstandigheden als mist, sneeuw en rukwinden die het wedstrijdverloop kunnen beïnvloeden. Is dat allemaal zo eerlijk?

En al een geluk dat er toeval in het spel is, ga ik verder, biatlon zonder schieten heet langlaufen en vormt een tamelijk lineaire bedoening. Langlaufen gecombineerd met schieten heet biatlon en is een stuk onvoorspelbaarder. Net als biatlon is wielrennen geen exacte wetenschap. Lekke banden, valpartijen en zoals wieltjeszuigers eerder zullen winnen dan rivalen die met de krachten woekeren, maar volgens inspanningstests over betere waarden beschikken, zo wint de vermeend sterkste biatleet ook niet vanzelfsprekend.

Omdat ik niet word onderbroken, som ik een volgende gelijkenis op. Het lijkt misschien niet meteen zo, maar biatlon is een tactische sport. Bij het langlaufen, bij het schieten en bij de combinatie van de twee. Niet meteen te gek van stapel lopen op de latten om aan het eind wat over te hebben, nog wat trager starten dan dat om niet oververmoeid aan het schieten te beginnen, nu ook niet te langzaam starten om later in de race niet alsnog fatale risico’s te moeten nemen en wat het schieten betreft: snel schieten betekent een grotere kans op missers, maar kan de tijdwinst van een halve strafronde of meer opleveren, traag schieten beoogt verzekerde precisie, dan missen betekent geheid een fameuze inhaaljacht.

Omdat ik niet weet of het laatste deel van mijn uiteenzetting verhelderend is, zeg ik: zo eenvoudig is het, en ook: u moet het vooral zelf ontdekken. Ben ik uitgepraat? Ik schijn de indruk te wekken, maar nee.

Deels ter provocatie, deels omdat ik het meen, ga ik nog een stapje verder en biecht ik op dat het biatlon dingen te bieden heeft die het wielrennen te vaak mist, aldus ook menig wielerliefhebber: spektakel. Een biatlonrace ligt nooit in een definitieve plooi, zeker niet voor het einde van de laatste schietbeurt. De leider kan daar, hoe comfortabel zijn voorsprong ook moge lijken, nog bezwijken door toedoen van druk, stress en pure uitputting. De snel wisselende posities, de inhaaljachten, de inzinkingen, voor een biatlonliefhebber in de dop is het uitsluitend chaos, voor een wielerliefhebber die gewend is om de laatste 60 kilometer van etappes in de Dubai Tour uit te zitten ronduit levensgevaarlijk.

(dat moest ik even uitleggen: ik doelde op een mogelijke hartverzakking verwekt door het contrast tussen een biatlonrace en een konvooi dat zich over oneindige wegen door de woestijn voortbeweegt, u snapt het wel)

Ik zou zeker terugkoppelen naar de actualiteit, zijnde de Olympische Winterspelen, mogelijk zelfs een voorspelling wagen, wat me na eerdere niet te beste ervaringen hier te ver leidt. Mijn lievelingsonderdeel? De massastart (30 biatleten die tegelijk starten en aan het eind wint de eerste die de finish bereikt), die gelijkt niet toevallig het hardst op een wielerwedstrijd.

Iets wat biatlon en wielrennen niet gemeen hebben, is het gelijke prijzengeld voor man en vrouw en de evenredige media-aandacht in biatlonlanden. Ik wil zelfs meer zeggen: toen God de vrouw schiep, had hij vrouwenbiatlon voor ogen. En zo niet, waar mannenbiatlon afgelopen winter vrijwel altijd ontaardde in een tweestrijd tussen Martin Fourcade en Johannes Thingnes Bø, zijn er in elk onderdeel 11 kanshebsters (nageteld) voor goud alleen.

Ander verschil: biatlon is een nog moderne sport gecreëerd op maat van het comfort van de tv-kijker, met een halfuur tot een uur suspens als gevolg. Het wielrennen sleept een luisterrijk verleden achter zich aan en dient voortdurend te schipperen tussen moderniseren en de eigen traditie niet verloochenen.

Wat de wielerliefhebber dan weer wel enigszins vertrouwd in de oren moet klinken, is dat biatlon topsport is, een uithoudingssport meer bepaald, en dat dopinggebruik er een bestaande praktijk is. Ja, ik wed dat u nu helemaal om bent. Alle plezier met uw nieuwe obsessie, ook uw toekomstige manie.

Matthias Vangenechten
Laatste berichten van Matthias Vangenechten (alles zien)