Toen ik elf was zag ik Hennie Kuiper Parijs-Roubaix winnen en ik wist het zeker: ik wilde wielrenner worden. Het is er niet helemaal van gekomen, maar soms droom ik er nog wel eens van om solo met modder besmeurd vanuit de hel het velodrome van Roubaix op te draaien. Zoals ik mezelf als oud-atleet in de voetsporen van jeugdidool Edwin Moses ook nog wel eens Olympisch kampioen zie worden op de 400 meter horden. En die kans voor Arjen Robben in Johannesburg? Ik schiet hem er nog wel eens in, ’s nachts, stiekem, als iedereen slaapt.

Pat McQuaid

Pat McQuaid. Bron: Flickr (cc)

Gisteren kwam Velonews met een bericht over Pat McQuaid. Dat is het opperhoofd van de UCI, een club die uit alle macht probeert om, ja, om wat eigenlijk? De UCI bestaat uit mannen in pak die scharrelen rond een doofpot ter grootte van een intergalactisch zwart gat, waarin allerlei onverkwikkelijke machinaties worden opgezogen: bewijzen voor smeergeld, onder het tapijt geschoven dopingzaken en wat dies meer zij.

Het zwarte gat is echter niet langer zo ondoorgrondelijk als we voorheen dachten. Steeds vaker slagen slimme speurneuzen erin om geheime informatie uit dat zwarte gat naar boven te vissen, daarbij geholpen door scharrelende mannen in pak met bepaalde belangen. Voorzitter Pat McQuaid zou volgens “The Dossier” samen met zijn voorganger Hein Verbruggen onder meer 250.000 euro aan smeergeld hebben gevraagd van een wielerploeg. Hij zou ook hebben geprobeerd een positieve dopingcontrole van Alberto Contador weg te moffelen. Hij zou de dopingregels hebben aangepast om de terugkeer van Lance Armstrong in het profpeloton in 2009 te vergemakkelijken. Het zijn zomaar wat beschuldigingen.

Diezelfde meneer McQuaid wil worden herkozen als voorzitter van de UCI. Zijn tegenstander is Brian Cookson, thans baas van het Britse fietsen. Ook hij wordt omringd door mannen in pak en ook zij scharrelen rond het zwarte gat. En als straks meneer Cookson president wordt, komen er weer andere scharrelende mannen in pak die dubieuze informatie uit het zwarte gat vissen om meneer Cookson aan de schandpaal te nagelen. En dan zal hij ontkennen en dan wil hij worden herkozen en dan is er een andere man in pak, en daarna nog een, en nog een.

Zouden er jongetjes van elf zijn die ervan dromen om UCI-voorzitter te worden? Pat McQuaid was zelf ooit wielrenner, kampioen van Ierland in 1974 en winnaar van de Ronde van Ierland in 1975 en ’76. Ook hij droomde als jongetje waarschijnlijk van die wielerbaan in Roubaix, of misschien wel van het geel in Parijs. Wat is er sindsdien gebeurd? Wanneer is de droom van bloemen aan de meet en kussen van de rondemiss veranderd in de nachtmerrie van scharrelende mannen in pak die elkaar als ratten in een zinkend schip bevechten om de macht? Waarvan droomt McQuaid tegenwoordig als de rest van het huis vredig slaapt? Hij wil voorzitter blijven, koste wat kost. Wat is er toch zo lekker aan dat pluche?

Leo Aquina
Laatste berichten van Leo Aquina (alles zien)