Illustratie: Wijtze Valkema

Illustratie: Wijtze Valkema

Wielertoeristen komen in verschillende soorten en maten. Als voorpublicatie van het boek Draag Nooit Een Gele Trui worden de komende maand vier van die wielertypes voorgesteld. Vandaag deel drie: De Boze Fietser.

Het aantrekken van de overschoenen gaat al gepaard met een enorme hoeveelheid scheldwoorden. Nog voordat hij op de fiets stapt, zit zijn hartslag op honderdvijftig en is zijn hoofd zo rood als een tomaat. Dat verandert niet totdat hij uit de douche komt.

Voor de Boze Fietser fungeert het trainingsrondje als een boksbal. Hij stapt op de fiets om zich af te reageren, niet op de pedalen, maar op het overige verkeer.

Achterlijke weggebruikers

Er is natuurlijk ook reden om boos te zijn. Iedere trainingsrit moet een fietser minimaal twee keer vol in de remmen of de fiets de berm in sturen vanwege achterlijke weggebruikers die de straat blokkeren, geen richting aangeven of denken dat ze wel even voor die fietser langs kunnen schieten. Reden genoeg om even hardop te vloeken als je in een kwetsbare positie met vastgeklikte schoenen op een lichte fiets zit.

De normale fietser vindt na enkele kilometers hoofdschudden het plezier weer terug. Bij de Boze Fietser kruipt de adrenaline tot achter zijn teennagels waar het niet meer weggaat.

Iedere passerende auto, binnen handbereik, krijgt daarna de volle laag en bij voorkeur een klap op het dak. Kruispunten worden luid vloekend genomen, ook al rijdt de Boze Fietser zelf door rood.

Het is dat hij geen ouderwets grote fietspomp heeft, anders zou hij er wild mee om zich heen slaan.

Het erge is dat zijn eigen collega’s onder zijn woede lijden. Hij terroriseert de fietspaden. Natuurlijk nemen tegemoetkomende bejaarden met hun enorme elektrische fietsen heel wat ruimte in op het dubbele fietspad, je hoeft ze nog niet van honderd meter afstand de berm in proberen te vloeken. Ook duwen of spugen is niet nodig.

En niet alleen de kwetsbare oudjes hebben het te verduren, zelfs zijn soortgenoten lijden onder zijn terreurbewind. Iedereen moet uit de weg voor deze dolgedraaide stier.

De volle laag

Het is dat hij geen ouderwets grote fietspomp heeft, anders zou hij er wild mee om zich heen slaan. Zit je bij zo’n achterlijke idioot in een groepje, dan krijgt iedereen die een gaatje laat vallen of hem er niet tussen laat, de volle laag.

Het komt niet bij hem op dat mensen, die voor hun lol op zondagochtend of dinsdagavond een stukje gaan fietsen, er geen behoefte aan hebben hun huid vol gescholden te krijgen.

Ultieme rotte appel

Iedereen heeft uiteindelijk een hekel aan deze briesende fietser. Niet alleen omdat er met hem geen land te bezeilen is, maar vooral omdat hij de ultieme rotte appel is tussen de fietsers. Door hem hebben wielrenners een slechte naam gekregen. Hij is het equivalent van de doordraaiende voetballer of toeschouwer bij het amateurvoetbal.

Hij is het die de krantenkolommen haalt met berichtjes over vechtpartijen tussen een wielrenner en een automobilist, berichten over een groep scholieren die door een wielrenner de sloot in is geduwd, ook is hij de veroorzaker van een kettingbotsing in de Willeke Alberti e-bike classic van Omroep Max.

Het is aan hem te wijten dat bij dergelijke berichten de reactiepanelen online uiteenspatten met verwensingen aan de wielrenners. Wij moeten beseffen dat de weg geen racebaan is, we moeten maar op de snelweg gaan fietsen of er moet een maximumsnelheid komen. Het gaat zover dat het net goed is als een wielrenner bijna verongelukt.

Alle sympathie voor de wielrenner is door die paar idioten verdwenen. De enige juiste reacties onder dergelijke berichten moeten zijn: de weg is geen boksring, problemen thuis of op het werk los je daar op en niet op de fiets, je piemel wordt heus niet groter van veel fietsen, en je doet dit voor je lol, toch?

Rijdt op een: zou het liefst op een James Bond-fiets rijden met raketten en bokshandschoenen.
Valt te vergelijken met: Bernard Hinault in de buurt van wat demonstranten.
Draagt: zou een hesje met convoi exceptionnel moeten dragen (en een zwaailicht op zijn helm).
Andere opvallende kenmerken: is tot in het diepste van zijn ziel gefrustreerd.

Volgende week: De Materiaalfreak, lees hier ook het wielertype van vorige week terug.

dnegtOp 23 april verschijnt het boek Draag Nooit Een Gele Trui met daarin een beschrijving van zestien wielertypes. Daarnaast geven veertien (ex-)profs, waaronder Karsten Kroon, Laurens ten Dam, Johan Museeuw en Erik Breukink, hun mening over de wielertoerist en diens ongeschreven regels. In het boek staan reportages (op clinic met Henk Lubberding, baanwielrennen in Büttgen), adviezen (hoe passeer ik bejaarden, wat te doen als je partner wielrent), de retroliefde (Gios) en een update van De Fiets en Zijn Baasje. Draag Nooit Een Gele Trui verschijnt bij Uitgeverij Nieuw-Amsterdam.

Alex van der Hulst