Geachte heer Vandenhaute,
Beste Wouter,

Toen u vorig kalenderjaar het vernieuwde parcours van de Ronde van Vlaanderen voorstelde, hield ik me plichtsgetrouw afzijdig. Niets mis met innovatie, zo vond ik, zolang het de koers maar ten goede komt. Of dat werkelijk het geval was, viel nog even af te wachten. Nu de eerste editie van de nieuwe Ronde er opzit, blijkt u evenwel mislukt in uw opzet. Hoogtijd voor evaluatie. En bijsturing, ook.

Wouter VandenhauteTijdens de 96ste Ronde van Vlaanderen werden de renners 225 kilometer lang verlamd door angst voor de loodzware finale, waardoor de koers ontiegelijk lang op slot zat. Wat een verschil met het oude parcours, waarbij de debatten traditiegetrouw bij de enige beklimming van de Oude Kwaremont werden geopend. Daarna volgden schiftingen op de Paterberg (“Zie de arme Basken roepen om hun moeders!”), Koppenberg (“Zie de deuren achteraan wagenwijd openstaan!”) en op de Taaienberg. (“Zie Tommeke traditiegetrouw de benen testen!”) Waarna de echte koers nog moest beginnen.

Nu beperkten de favorieten zich tot een gezondheidswandeling tot op veertig kilometer van de meet. Boonen, Cancellara, Pozzato en Ballan peddelden broederlijk naast elkaar de Taaienberg, Berendries, Koppenberg, Oude Kwaremont (twee keer) en Paterberg (de eerste keer) naar boven. De ultieme vernedering voor het gros van de heuvelzone, waar er aan iedere kassei kilo’s koersgeschiedenis kleven. Gewoon, omdat de favorieten zich spaarden voor de lussen. En geef hen verdorie eens ongelijk.

Ach, de lussen. Ontegensprekelijk een festijn voor de plebejers en de belangrijke mensen die het peloton tot driemaal toe zagen passeren, zonder dat ze zichzelf daarvoor hoefden te verplaatsen. Ongetwijfeld ook veel geld in het laatje voor de organisatoren van de Ronde, wat de sport ten goede komt. Toch?

Voor de buis leverde de herhalingslus slechts een schabouwelijk schouwspel op. Noem me romantisch, maar net die variatie aan hellingen in de finale maken de Ronde van Vlaanderen zo speciaal, met de ultieme apotheose op de Muur. (Mogen we ondertussen weer over de Muur spreken, zonder als zaniker te worden aanzien?) Alle respect voor de Oude Kwaremont en de Paterberg, maar zij schieten in aanzien tekort.

De spanningsopbouw naar de Muur leverde sinds jaar en dag schitterende televisie op: de scherprechter, waarop duizenden toeschouwers hun kampioenen naar boven schreeuwden, scheidde de Grote van de iets minder Grote Goden. Dat allemaal in een prachtig drieluik van Vesten, Muur en Kapelmuur. Ik had nooit gedacht dat de Muur zo belangrijk was voor de Ronde van Vlaanderen, maar de eerste editie op het vernieuwde parcours heeft het echter duidelijk gemaakt: terug naar Geraardsbergen, en snel!

Ook de laatste vijftien kilometer van de nieuwe Ronde vond ik weinig impressionant. Ze leerden me hooguit dat Oudenaarde een rustieke plaats is in de Vlaamse Ardennen, met veel groen en vrouwelijke runderen. Over de uitstraling van Meerbeke kan je veel zeggen, maar er stond tenminste volk langs de kant van de weg. Rijen dik.

Beste Wouter, het is ondertussen wel duidelijk. Eenieder die een rechtschapen evaluatie maakt van de Ronde van Vlaanderen 2012, komt tot dezelfde conclusie: terug naar het oude parcours! Het strekt tot aanbeveling om het business plan daarbij af te stemmen op het sportieve luik, in plaats van vice versa.

In de hoop dat u als notoir koersliefhebber mijn bevindingen meeneemt in uw evaluatie, groet ik u.

Hoogachtend,
Ken Lambeets.

sitestat

Ken Lambeets