Marianne prikt verveeld in een aardappel. De stemming aan tafel is onderkoeld. Papa moppert de hele tijd over de finish van de touretappe die hij heeft gemist. Over de auto en wat de leasemaatschappij wel niet zal zeggen. Dat de vakantie op losse schroeven staat. En weer over die stomme Tour de France. Haar moeder heeft nog helemaal niets gezegd. Haar ogen rood doorlopen van het huilen. Lars doet er ook het zwijgen toe. Hij kijkt afwezig langs zijn zusje naar de donker eikenhouten buffetkast achter haar. De grote pleister boven zijn linkeroog is het enige zichtbare overblijfsel van zijn ongelukkige aanvaring met een boom zaterdagmiddag.

‘Mam, mag ik…’ Haar moeder kijkt de andere kant op. Weer naar haar broer. Met een ruk schiet het meisje overeind. ‘Bekijk het ook allemaal maar!’ De stoel klettert op de plavuizen. Een plas water uit haar omgevallen glas loopt over het plastic tafelkleed. Marianne gooit de gangdeur zo hard mogelijk dicht en stormt naar boven. Aan de eettafel bromt Eddy verbouwereerd ‘wat heeft die nu weer?’ Leontien dept met een inderhaast aangerukte theedoek het gemorste water op. ‘Snappen jullie dan helemaal niets?’, verbreekt Lars zijn stilzwijgen met een snauw. ‘Lars… LARS, waar ga je heen? Jongeman, kom onmiddellijk hier.’ Andermaal slaat de deur met een klap dicht. Eddy vloekt. Zijn vrouw kijkt hem verwijtend aan. Zegt niets.

‘Heb je de spullen gevonden? Mooi. Waar? Ah, ja, daar had ik ook niet aan gedacht. Oh, op zaterdag niet open. Nee, dan hadden we daar ook niet veel aan gehad.’ Eddy beent heen en weer over het terras. De telefoon ingeklemd tussen oor en schouder. Voor de derde keer trekt hij een scheur in zijn vloei. ‘Godver.’ De baal shag landt in het gras. ‘Nee Tom, nee, nee, dat was niet tegen jou. Ja, ok, nu zaterdag maken we het af. We vertrekken maandag pas naar Frankrijk. Als we tenminste vertrekken. Wat? Nee, Lars heeft mijn auto kort gereden. Nee, zelf heeft ie niets. Met de camper. Ja, dan maakt het niet uit, ik weet het. Eerst wat dingen op een rijtje zetten. Ja, komt wel goed.’ Eddy bukt om de shag op te rapen van het gazon. Zijn schouder werkt nog steeds tegen. ‘Na de klus barbecue? Ik leg het even voor aan de chef, ik laat wel wat weten. Ja, tot zaterdag.’

‘Pap…’ Bedremmeld staat het meisje in de deuropening. Haar lange haar nat over haar flodderige slaapshirt. ‘Wacht even meisje, nog twee kilometer.’ Het kind knikt, doet de deur zachtjes achter zich dicht en kruipt met haar lange spillebenen opgetrokken op de bank. Leontien komt binnen, kijkt naar haar weerspannige dochter, ‘Marianne bedek jezelf.’ Ze zet een mok koffie voor haar geconcentreerde echtgenoot en draait zich weer om naar de keuken. ‘Ja, ja, dat is nipt. Daar was wel een fotofinish voor nodig ja.’ De beelden uit de lucht laten zien hoe nipt het verschil is. ‘Pap…’ Eddy kijkt opzij naar het beteuterde gezicht van zijn dochter. Zet de TV uit met een druk op de afstandsbediening. ‘Wat is er meisje?’

Verlegen kruipt ze op zijn schoot. Haar benen over de leuning, het hoofd op zijn schouder. Eddy voelt hoe zijn overhemd nat wordt van haar haar. Ze wipt haar billen omhoog om haar T-shirt er onderdoor te trekken. ‘Voor mams weer begint te zeuren’, lacht ze door haar opdrogende tranen heen. Voor even is ze weer zijn onschuldige kleine meisje. ‘Papa, Lars heeft me verteld wat er gebeurd is. Wat ze over hem zeggen. Zoiets zou Lars toch nooit doen?’ Eddy weet even niet wat hij daar op moet antwoorden. ‘Denk jij dat het waar is?’ ‘Lars zegt van niet!’ ‘Geloof je hem?’ Nu is het Marianne die even stil is. ‘Ja. Ja, het is wel mijn broer.’

Marc Zaan