‘Wat een weer.’ Leontien schudt de druppels van haar regenjas. ‘Ik hoop dat het straks een beetje beter wordt.’ Judith knikt bevestigend. ‘Eerst een kopje thee?’ ‘Marianne zit nog in de auto, misschien moeten we maar meteen… Ach, dan moet ze maar even naar binnen komen. Heb je koffie?’

Michael staart uit het raam van de woonkamer. De naargeestige aanblik van de gestaag vallende regen werkt op zijn zenuwen. Hij heeft absoluut geen zin in een dagje ‘Solden’ met zijn moeder en haar vriendin. En al helemaal niet in dit weer. ‘Michael! Michael, roep jij Marianne even? Die zit nog in de auto. We gaan nog niet direct.’ Gaat Marianne ook mee? Marianne gaat ook mee! Michael schiet een paar schoenen aan en stormt in zijn T-shirt naar buiten. Terug. Pakt een paraplu en kijkt om zich heen waar Leontien heeft geparkeerd.

‘Is het waar? Wat er in de krant stond over Lars. Dat ie high was?’ ‘Michael,’ sist zijn moeder. ‘Nee natuurlijk niet’, bijt Marianne hem toe, ‘hoe kun je dat nu geloven’. De jongen kijkt opzij. Geschrokken van de bitse reactie van het anders zo vrolijke meisje naast hem op de achterbank. ‘Sorry’, mompelt hij. ‘Ik wist niet dat je kwaad werd’, denkt hij stilzwijgend. ‘Iedereen denkt altijd meteen dat hij alles weet. Dat alles wat in de krant staat waar is.’ Ze is op dreef. ‘Waarom zou…’ ‘Marianne! Genoeg zo.’ Leontien blikt veelzeggend over haar schouder. Haar dochter uit het raampje, het gezicht op onweer. Antwerpen, nog twintig kilometer.

Blozend staat het meisje in de opening van het pashokje. Het gordijn maar half open geschoven. Leontien monstert haar dochter uitvoerig. ‘Kom nou eens uit dat hokje.’ ‘Ik weet het niet. Het voelt zo bloot. Alsof het elk moment kan afzakken. Ik ga dit echt niet zo zonder bh dragen hoor.’ Onwennig draait Marianne voor de spiegel in een kort strapless zomerjurkje dat losjes haar tengere figuur volgt. ‘Het staat je geweldig.’ ‘Ja maar mam…’ ‘Kind, als ik jouw figuur had…’, doet Judith een duit in het zakje. Haar handen veelbetekenend voor haar voluptueuze boezem houdend. ‘Michael, zeg jij dan eens hoe prachtig ze er uit ziet.’ De knul kijkt betrapt weg van het meisje. Zijn beurt om te blozen.

‘Hier, hou eens vast.’ Door het gordijn geeft Marianne het jurkje aan. In zijn haast het aan te pakken laat Michael een van de papieren tassen die hij al voor haar vast hield vallen. Onhandig probeert hij alles weer in zijn greep te krijgen. Door een kier in het gordijn ziet hij in een flits de spiegel in het pashokje. Een glimp van zijn oude buurmeisje dat in niets nog op zijn oude buurmeisje lijkt. Schielijk kijkt hij om zich heen. Niemand heeft het gezien.

‘Sorry.’ Achter het gordijntje hijst Marianne zich in haar jeans. ‘Voor daarnet in de auto. Ik vind het zo akelig dat iedereen nu gaat denken dat mijn broer een junk is. Of nog erger, een dealer.’ Michael mompelt iets bevestigends. ‘Papa zat gisteravond naar dat tourprogramma te kijken. Ging alleen maar over doping, liegen en bedriegen. Vandaag fietsen ze naar Marseille. Wist je dat daar jaarlijks meer drugsdoden vallen dan in New York?’

Op de keukentafel ligt een briefje. ‘Papa is pas na tienen thuis, iets met een lange etappe, het laatste rechte eind en even doortrekken. Whatever. Ik eet bij Trixie, ben op tijd thuis.’ Leontien zucht. Tot zover het ploegenspel. Het treintje valt vroegtijdig uit elkaar.

Marc Zaan