Een geboren Keniaan op een fiets, dat vinden we leuk. Ook al klinkt de Keniaan in kwestie meer als de graaf van Stiffupperlipshire die zich, gestoken in een kekke ruitjespofbroek, met pijp in de mond en pet van wollen tweed op het hoofd, gereed maakt voor de jacht. Christopher Froome beheerst het Oxford English beter dan Queen Elizabeth. Maar toch, een Keniaan.

We vinden ook dat de naam Froome grappig klinkt. Het lijkt op vroem, en dat is natuurlijk hilarisch bij een sport waar het om snelheid draait. Bovendien won Christopher Froome in 2006 het eindklassement van de Ronde van Mauritius, een koers waarin je geen geel leeuwtje in je handen krijgt gedrukt van een miss met opgespoten lippen, maar na iedere etappe het op een na laatste dodo-ei boven je hoofd mag houden – het laatste dodo-ei heeft Boudewijn Büch uiteraard meegnomen in zijn graf. En, ook niet onbelangrijk, Christopher Froome rijdt deze Tour misschien wel iets harder bergop dan zijn kopman. Allemaal redenen om voor hem te supporteren, merk ik in mijn omgeving.

Niet voor mij. Doe mij maar Bradley Wiggins. Ik geef het meteen toe: Gent, waar de wieg van Wiggins stond, is geen Nairobi, maar zeer belangrijk schrijver Herman Brusselmans resideert er sinds 1986, én Jan Boskamp was één seizoen trainer van de plaatselijke AA. Dat is toch niet mis. Maar zijn Gentse roots zijn er nu ook weer niet de reden van dat ik het heb voor Bradley Wiggins. Nogmaals, Gent is geen Nairobi. Bovendien, er worden wel meer mensen in Gent geboren, waarschijnlijk ook heel veel hufters die ik niet uit kan staan.

Het zijn ook niet z’n bakkebaarden. Ze staan hem heel goed, maar Jonathan Vaughters heeft ze ook. Dat vind ik best een geinig mannetje, doch hij maakt niet in me los wat Bradley deze Tour de France in me heeft losgemaakt.

Z’n drankzucht dan misschien? Nee. Daar is al genoeg over gezegd en geschreven de afgelopen weken. Omdat hij wachtte op Cadel Evans die met z’n fiets over een spijkerbed reed? Nee, ook niet. Al versterkte zijn quote na afloop van de kopspijkertjesetappe – dat ze de 1% van de wielerfans die het verpest voor de rest maar naar een voetbalwedstrijd moesten sturen – mijn gevoelens voor Wiggo wel. Grappig, maar nog steeds niet de reden waarom ik deze Tour ben gevallen voor Bradley Wiggins.

Het is zijn zwarte broek.

Bradley Wiggins draagt gewoon een zwarte koersbroek onder zijn gele trui. Geen zogenaamd modieus geel ding, zoals Alberto Contador en anderen in het recente verleden pleegden te dragen. Gewoon de broek die hij ook al aan had voor hij de gele trui droeg, boven twee melkflessen die ondanks twee weken Franse zon maar niet echt bruin willen worden. Prachtig in al z’n lelijkheid, als een verpauperde arbeiderswijk in een Engelse industriestad. Stiekem ook veel mooier dan al die natuurpracht in Kenia.

 

Andre van den Ende