Hetiskoers duikt aan het einde van ieder wielerjaar in de overzichten van Procyclingstats en vat de prestaties van de Nederlandse wielrenners voor u samen in heldere graphics en een paar snel getrokken conclusies. Noem het gerust scorebordjournalistiek. Dat is volgens de definitie ‘een ongenuanceerde vorm van sportjournalistiek, waarbij alleen naar de uiteindelijke (hoge) uitslag wordt gekeken en niet naar het vertoonde spel en de feitelijke krachtsverhoudingen tijdens de wedstrijd’.

 

Laten we meteen maar met de deur in huis vallen: wij zijn het beste wielerland ter wereld.
In elk geval dit jaar. Kijk maar naar de graphic met bovenaan de eindpositie in de landenranking.
Ziet u?
Nummer één, zowel bij de mannen als bij de vrouwen!
Het staat op www.procyclingstats.com, dus het is waar. En wie zijn wij bij Hetiskoers! om daar vraagtekens bij te plaatsen? Aan uitroeptekens heeft de scorebordjournalist sowieso meer dan genoeg.

Als we het succesjaar 2018 al ergens mee mogen vergelijken, dan kunnen we er niet langer omheen en komen we toch bij 1988 uit. Voordat u nu hoofdschuddend uw laptop dichtklapt: we beseffen dat 1988 een jaar was vol uitzonderlijke prestaties. Steven Rooks domineerde de klassiekers en werd tweede in een Tour met in totaal acht Nederlandse etappezeges. Erik Breukink werd tweede in de Giro, Mathieu Hermans sprintte naar vijf ritzeges in de Vuelta en Adrie van der Poel won Luik Bastenaken Luik. Nederland had in 1988 nota bene 2 (twee!) man in de toptien van Milaan Sanremo. Dat alleen al lijkt dertig jaar na dato volstrekt onhaalbaar.
Dat is het ook, en toch durven we de vergelijking aan, al was het alleen al vanwege die tweede plaatsen van Rooks en Breukink. Want Nederland voert nu de seizoensranking van PCS aan bij de mannen en bij de vrouwen. Een ongekend en onweerlegbaar bewijs van dominantie! (Toegegeven, wij weten ook niet precies hoe ze bij PCS tot deze berekening zijn gekomen, maar nogmaals: geen vraagtekens).
Een blik op de ranking leert dat de nieuwe koppositie (bij de mannen, de vrouwen staan al jaren bovenaan) allicht iets te maken heeft met de overstelpende hoeveelheid tweede plaatsen, waarmee maar is aangetoond dat De Tweede Plaats uiteindelijk leidt naar de hoogste trede, zolang je er maar genoeg van verzamelt.
Dat zat dit jaar wel goed.
Nederlandse profrenners waren afgelopen seizoen goed voor liefst 52 tweede plaatsen in wedstrijden van UCI .1 en hoger, en daar zaten een paar juweeltjes tussen. Zo werd Bauke Mollema tweede in San Sebastian en nog maar eens twee keer tweede tijdens ritten in de ronde van Spanje. Raymond Kreder deed een goede duit in zakje met drie tweede plekken, zoals in de vijfde rit van de The Princess Maha Chackri Sirindhorn’s Cup Tour of Thailand (2.1) en Wim Kleiman van het Monkey Town continental team greep net naast de zege in rit twee van de Poolse rittenkoers Szlakiem Walk Majora Hubala (2.1). Niki Terpstra had ook zeker geen slecht seizoen met zijn sluw afgedwongen tweede plaats tijdens Parijs-Tours afgelopen week.
Als het om Tweede Plaatsen gaat, dan zijn er twee renners die we dit seizoen de onbetwiste zegekoningen mogen noemen. En dan heeft iedereen het weliswaar over Danny van Poppel (tweede in Valencia! Almeria! Abu Dhabi!), maar laten we toch ook de bijdragen van Tom Dumoulin niet vergeten.
Kortom, ondanks dat de Gree-Tour of Guangxi en de Sluitingsprijs Putte-Kapellen nog niet zijn verreden, durven we bij Hetiskoers! de vlag al uit te hangen. Het scorebord spreekt: 2018 was voor het Nederlandse wielrennen het beste jaar sinds 1988.

 

Website www.procyclingstats.com bevat een online database met wedstrijduitslagen van de afgelopen jaren. Iedere wedstrijdcategorie krijgt op PCS een eigen ranking. De cijfers en graphics in dit artikel zijn hierop gebaseerd.

Graphics: Tim van Asch

 

Martijn Sargentini