Foto PR-kaart BH-ploeg (1987)

Wielercultuur

Verjaardagskalender 20 juli: Federico Echave (1960)

Had hij het nou gewoon helemaal bij het verkeerde eind gehad, of waren zijn ondubbelzinnige uitspraken bedoeld geweest om zijn landgenoten op scherp te zetten? Het is de prangende vraag die de Spaanse sportjournalisten massaal stellen als ze met hun microfoons en kladblokken in de aanslag op José Miguel Echávarri afstormen. Enkele uren eerder is de twintigste Touretappe van 1987 gefinisht op L’Alpe d’Huez en die heeft kraakhelder aangetoond dat hetgeen de ploegleider van Reynolds amper achtenveertig uur nog doodleuk had staan beweren, net zo waar is als dat de klassementsleider in de Tour een blauwe trui draagt.

De woorden van Echávarri logen er bepaald niet om, toen hij ten overstaan van het Spaanse journaille zijn ferme kritiek uitspuwde over zijn landgenoten in de Tour. In de optiek van de ploegleider hadden de Spanjaarden maar beter thuis kunnen blijven. Niet alleen de renners uit zijn eigen Reynolds-ploeg, maar allemaal. Ze hadden niets te zoeken in de Franse ronde, vond Echávarri. Het wedstrijdprogramma, met in het voorjaar de Vuelta, had de Spaanse renners dermate vermoeid dat ze in de Tour amper nog tot aansprekende prestaties in staat waren.

Precies achtenveertig uur later ziet de wereld er totaal anders dan Echávarri schetste. Met Pedro Delgado staat er voor het eerst sinds Luis Ocaña in 1973 weer een Spanjaard in het geel en bovendien hebben twee renners van BH een klinkende dubbelslag geslagen op L’Alpe d’Huez. Ploeggenoten Federico Echave en Anselmo Fuerte zetten iedereen te kijk en komen als de nummers één en twee boven. Of de boude uitspraken van Echávarri niet wat voorbarig waren geweest, willen de Spaanse journalisten van hem weten. Of had hij juist beoogd zijn landgenoten op scherp te zetten? Na een korte aarzeling kopt de Reynolds-ploegleider het gegeven voorzetje eenvoudig in en praat wat krom is in hoog tempo recht. Natuurlijk leverde hij de kritiek om de Spaanse renners eens even goed te prikkelen. Zegt hij.

Als het peloton op dinsdag 21 juli 1987 op het punt staat aan de etappe naar L’Alpe d’Huez te beginnen staat Federico Echave op geen enkel favorietenlijstje. De Bask staat niet bepaald bekend als een uitgesproken specialist in het hooggebergte. Echave is eerder een ‘puncher’, die op geaccidenteerd terrein goed uit de voeten kan en die na een zware heuveletappe in de slotfase nog een versnelling uit zijn lijf kan peuren, maar niet over de kracht en de inhoud beschikt om op cols van eerste en buitencategorie met de besten mee te kunnen.

Zo ver komt het meestal ook niet. Over het algemeen heeft Echave zich dan al leeggereden om BH-kopman Álvaro Pino zo goed mogelijk af te zetten. De Vuelta-winnaar van 1986 besluit de Tour een jaar later te laten schieten en als de Colombiaanse klimmer Francisco Rodríguez de ronde daags voor L’Alpe d’Huez verlaat, ontstaan er plotseling kansen voor Echave en Fuerte.

Eerstgenoemde heeft in het winterseizoen bovendien veel extra krachttraining gedaan en is sterker dan voorheen naar de Tour gekomen. Getergd door de harde kritiek van José Miguel Echávarri van het concurrerende Reynolds, smeden de BH-renners aan de vooravond van L’Alpe d’Huez een plan. Ze zullen vroeg ten strijde trekken en als ze erin slagen met een riante voorsprong de voet van de slotklim te bereiken zou het zomaar eens een mooie dag kunnen worden. Al is het op dat moment niet eens zo zeer Echave, maar met name Fuerte die binnen de Spaanse ploeg de meeste kansen op een etappezege worden toegedicht.

Om jeugdheld ‘Hannibal’ Smith, die in 1987 wekelijks op televisie een dikke sigaar in zijn mondhoek steekt en onderwijl breed grijnzend de oneliner ‘I love it when a plan comes together’ debiteert, waarna de zoveelste aflevering van The A-Team een succesvolle afloop kent, te citeren, komt hetgeen de BH-ploeg voor de start voor ogen heeft volledig uit. Echave en Fuerte glippen, net als hun ploeggenoten Guido Van Calster en Philippe Bouvatier, al in het eerste koersuur mee met een ontsnapping van een steeds groter groeiende groep renners. Uiteindelijk rijden er liefst achtentwintig man voorop.

Zodra de Alpenreuzen opdoemen vallen de meesten net zo snel weer weg. Op de voorlaatste klim opent Echave de finale. De Spanjaard komt als eerste boven op de Côte de Laffrey en zet solo de afdaling in naar Bourg d’Oisans, aan de voet van L’Alpe d’Huez. In het oorspronkelijke plan van BH zou Echave zijn voorsprong opbouwen om als springplank voor Fuerte te dienen. Die is op papier immers de sterkste klimmer binnen de ploeg, maar Echave valt de hele eenentwintig haarspeldbochten tellende Alpenreus niet stil. Achter hem bewaakt zijn ploeggenoot, als een loyale waakhond die ongenode gasten buiten houdt, de ontsnapping.

Fuerte schudt zijn metgezellen een voor een af, maar komt zelf nauwelijks dichterbij de ontketende en vooral stug doortrappende Echave. Die bewijst dat de gedane krachttraining in de winter zijn vruchten afwerpt. Met een voorsprong van anderhalve minuut op Fuerte bereikt hij als eerste de top van L’Alpe d’Huez en zorgt er zo voor dat zijn naam voor altijd in bocht tien van de col te lezen zal staan.

Even later neemt landgenoot Delgado de klassementsleiding over van Stephen Roche. De rituitslag bezorgt José Miguel Echávarri gemengde gevoelens. Het zijn niet zijn Reynolds-renners die voor Spaans Toursucces zorgen, maar die van het concurrerende BH en de naar het Nederlandse PDM uitgeweken Delgado. Toch heeft de ploegleider, door zijn niet mis te verstane kritiek, een aandeel in de prestaties van zijn landgenoten. Tenminste, zo weet hij het zelf fraai uit te leggen in de gewillig luisterende oren van het Spaanse journaille.

Bekijk ook van Vincent de Lijser

Verjaardagskalender 20 juli: Federico Echave (1960)

Wielercultuur

Verjaardagskalender 19 juli: Mauro Ribeiro (1964)

Wielercultuur