De vergeten zomer van Rob Ruijgh: de Tour waarin alles leek te beginnen – Hij viert vandaag zijn verjaardag
In de vijf jaren dat Vacansoleil deel uitmaakt van het mondiale peloton, passeert een keur aan paradijsvogels de revue in het donkerblauwe shirt met gele en witte tinten. De een beduidend sierlijker dan de ander. Natuurlijk zijn er de jonge talenten, zoals Wout Poels en Danny van Poppel, die ook een decennium later nog altijd tot de wereldtop behoren. Smaakmakers als Johnny Hoogerland, Lieuwe Westra en Thomas De Gendt, die namens het Nederlandse team zelfs derde wordt in de Giro van 2012, zijn er ook. Klassiekerspecialisten Juan Antonio Flecha, Björn Leukemans en Stijn Devolder tonen de naam van de vakantieaanbieder in met name het voorjaar. De Franse broers Romain en Brice Feillu worden naar de ploeg gehaald om een startbewijs in de Tour af te dwingen en dan is er nog wat vergane glorie. Renners die al over de top van hun carrière zijn en al behoorlijk in de afzink richting hun wielerpensioen zitten. Baden Cooke, ooit winnaar van de groene trui van het puntenklassement in de Tour is er zo een, net als José Rujano, gewezen bergkoning in de Giro. En wat te denken van dopingzondaars Riccardo Riccò en Ezequiel Mosquera. Hoewel beiden door hun herhaaldelijke greep uit de ‘verboden snoeppot’ al dusdanig in de penarie zitten als Vacansoleil een contract aanbiedt, waardoor ze uiteindelijk niet (Mosquera) of nauwelijks (Riccò) officiële wedstrijdkilometers zullen rijden in dienst van de Nederlandse ploeg, maakt het omstreden en veelbesproken tweetal wel degelijk enige tijd deel uit van de selectie. En dan is er nog die jonge Limburger, die in 2011 geheel onverwacht de Tour van zijn leven rijdt. In de bergen kan hij lang volgen, waardoor hij niet alleen als twintigste in Parijs aantikt, maar ook als beste Nederlander. Het levert hem het predicaat ‘belofte voor de toekomst’ op, maar die verwachting zal jammer genoeg nooit worden ingelost. Ruijgh blijkt een eendagsvlieg in de vaderlandse wielergeschiedenis. De vlam die in de zomer van 2011 oplaait dooft even snel.
Tijd om zich zenuwachtig te maken heeft Ruijgh nauwelijks als hij, net als zijn ploeg, debuteert in de Tour. Daarvoor komt het nieuws dat de Limburger deel uitmaakt van het negenkoppige rennersgilde van Vacansoleil simpelweg te laat. Pas op woensdag, drie dagen voordat de ronde vanaf het eiland Noirmoutier en via de beruchte Passage du Gois aan haar 98ste editie zal beginnen, ontvangt de jonge renner een verlossend telefoontje van teammanager Daan Luyckx met het heugelijke nieuws. Twee weken eerder was Ruijgh, na een sterk optreden in het Critérium du Dauphiné met een veertiende plaats in het eindklassement als feitelijk bewijs, in allerijl aan de voorselectie toegevoegd. Niet dat de Nederlander erop rekent daadwerkelijk naar het grootste wielerevenement van het jaar afgevaardigd te worden, maar doordat twee losse puzzelstukjes feilloos in elkaar blijken te passen, valt het kwartje enkele dagen voor de Tourstart precies de goede kant op. Het ene stukje had Ruijgh volledig in eigen hand. Op het NK in het Overijsselse Ootmarsum toont hij niet alleen vormbehoud na zijn uitstekende Dauphiné. Met zijn ijverige knechtenwerk is hij een van de sleutels tot de nationale titel, die ploeggenoot Pim Ligthart behaalt. Zelf komt Ruijgh verdienstelijk als zesde binnen. Over het andere puzzelstukje heeft de jonge Limburger zelf geen controle, maar krijgt hij de onverwachte en onbedoelde hulp van Stijn Devolder. De tweevoudig winnaar van de Ronde van Vlaanderen kampt al enkele maanden met een fikse vormdip en veel zin om drie weken voor spek en bonen door Frankrijk te fietsen heeft de Belgische klassiekerspecialist dan ook eigenlijk niet. Dat gegeven maakt het voor Luyckx geen lastige keuze Devolder te passeren en in diens plaats Ruijgh naar de Tour te sturen.
De debutant koestert haalbare ambities als hij amper zeventig uur na het zo positief verlopen telefoongesprek met zijn teammanager aan zijn eerste kilometers als Tourrenner begint. Ruijgh wil leren, de ploeg helpen en als het even kan Parijs halen. Dat dat laatste hem zal lukken als twintigste durft hij op dat moment in zijn stoutste dromen niet bij elkaar te fantaseren. Met name in de zware veertiende etappe naar Plateau de Beille valt Ruijgh op. De Nederlander kan de klassementstop lang bijbenen en komt uiteindelijk als zestiende boven, slechts twee en een halve minuut achter ritwinnaar Jelle Van Endert. Vanzelfsprekend wordt Ruijgh een grote toekomst voorspeld, maar de waarzegger die daadwerkelijk een fors geldbedrag heeft geïncasseerd voor die bewering, heeft de kluit duidelijk belazerd. Door blessures en vormgebrek komt de Nederlander nooit meer in de positie zijn sterke Tourdebuut te evenaren, laat staan te overtreffen. Als Vacansoleil eind 2013 de stekker uit de sponsoring van een profploeg trekt, komt Ruijgh terecht bij bescheiden Belgische teams. In dienst van Tarteletto-Isorex zal hij nog wel de Ronde van Iran winnen in 2017, maar op het hoogste niveau ziet de wereld Ruijgh nooit meer terug. Een jaar later zet hij een punt achter zijn rennerscarrière. Desondanks is hij alleszins tevreden. Zijn jongensdroom de Tour te rijden is uitgekomen en dan ook nog als twintigste én als beste Nederlander. Het maakt Rob Ruijgh tot een van de meest bijzondere renners in de vijfjarige geschiedenis van de Vacansoleil-ploeg.