Site pictogram HET IS KOERS!

Abandon

Afgelopen weekend fietste ik de Drieländergiro. In de afdaling van de Ofenpas bepaalde een fractie van een seconde de rest van de dag.

Gevallen. Is een detailloze samenvatting van exact 1,12 seconden die toch oneindig veel langer duurt dan de realiteit van dat moment. Als we klimmen dan leid ik, maar in de afdaling draaien we de rollen om. Ontspannen walsen mijn fiets en ik door de haarspeldbochten richting het dal. Rechtsaf de tunnel in, waar we ons in de volgende bocht sierlijk naar links laten hellen.

Grind, mijn achterwiel slipt weg. Adrenaline; focus! 60 kilometer per uur. Behendig zoek ik controle en rem. Mijn achterwiel vindt opnieuw grip, te laat. Gekatapulteerd door de stoeprand, weet ik, voel ik, zie ik in slow motion elke fractie van mijn val, maar vooral de muur.

Ongecontroleerd vlieg ik door de lucht. Mijn adem houd ik in, ik voel hoe mijn lichaam zich op de klap voorbereid en mijn ogen focussen op het onvermijdelijke stuk rots.

Bam, heel even is het licht uit. Ik sta op, draai me om en grijp naar mijn fiets als een vader die zijn kind uit de golven trekt.

‘Godver mijn wiel. Ik moet een nieuw wiel. Kut mijn wiel.’ Een straal zweet loopt langs mijn hoofd omlaag tot op de grond. Er loopt iemand op me af. ‘Geef me een wiel,’ huil ik, ‘ik moet verder.’

‘Ruhig’, sust ze en dept met een handdoek het rode zweet van mijn hoofd. De hulp die mijn fiets nodig heeft, maakt me kleurenblind. Ik grijp een bidon, neem een slok en spuug het gruis uit mijn mond. Mijn tong verraadt dat het een kies is.

‘Mijn tijd, ik ben er bijna mijn tijd laat me gaan. Geef me toch een wiel, kijk dan naar dat wiel, zo kan ik toch niet verder.’

‘Ruhig,’ herhaalt Stephanie (want zo heet ze). Zorgvuldig legt ze een band om en pompt hem op. Niet om mijn gebroken wiel, maar om mijn arm. Ik lig ondertussen op een brancard en verdwijn de ambulance in.

Met haar vingers spreidt Stephanie mijn oogleden wijd open. Een felle lamp verlicht mijn pupillen. ‘Mijn bril, waar is mijn bril eigenlijk?’ Het bloed stolt langs mijn slaap, mijn wang, neus, lippen en kin.

Vastgesnoerd lig ik in de ambulance. Mijn hoofd speelt herhalingen van de gebeurtenissen af en zoekt, maar geen van de scenario’s kent een andere afloop. De politie beschuldigt mij van het veroorzaken van een ongeval en stelt mijn fiets onder arrest. Het is definitief; nummer 686, abandon.

Laatste berichten van Niels Roelen (alles zien)
Mobiele versie afsluiten