“Als ik zou opschrijven wat Thomas me allemaal nog meer heeft verteld, krijg je een nieuw boek waar de honden geen brood van lusten”. Die woorden tekende BN DeStem een week geleden op uit de mond van Jacques Hanegraaf. De voormalig manager van Thomas Dekker moet het flink ontgelden in de biografie Mijn Gevecht, die Thijs Zonneveld schreef over Dekker. Niet voor het eerst. Vijf jaar geleden kwam Hanegraaf er ook al niet best vanaf in Dekkers boek Schoon Genoeg. In BN DeStem kondigde Hanegraaf aan het er niet bij te laten zitten. Wat hem betreft mag een rechter binnenkort oordelen of er sprake is van laster. De rechterlijke macht krijgt het nog druk met de twee. Hanegraaf heeft al een zaak lopen tegen Dekker. Over geld. Uiteraard. Tot die tijd doet Hanegraaf er het zwijgen toe. Maar wat zou het mooi zijn als hij daarna eens van zich laat horen. Zijn kant van het verhaal vertelt. Of nog beter: dat boek, waar de honden geen brood van lusten, schrijft. Niet per se over de ‘affaire-Dekker’. Nee, over zijn hele carrière. Er zijn niet veel Nederlandse (oud-)renners die zich in de achterliggende 35 jaar zo nadrukkelijk in en rond het peloton hebben gemanifesteerd als Jacques Hanegraaf. Succes. Tegenslag. Drama. Intriges. Schandaaltje op zijn tijd. Er zijn boeken, films, televisieseries te bedenken waarin een hoofdrolspeler minder meemaakt.

Nog voordat hij ook maar één meter in het profpeloton gereden heeft, zorgt Jacques Hanegraaf in 1980 al voor opschudding. De KNWU weigert de talentvolle amateur een licentie als beroepsrenner te verstrekken. De reden? Hanegraaf is volgens de reglementen te jong voor een plekje in de TI-Raleigh-ploeg van Peter Post. In de statuten van de wielerunie staat dat 21 jaar de minimumleeftijd is om in aanmerking te komen voor een proflicentie. Een verzoek om dispensatie wordt prompt afgewezen. Pas als de staatssecretaris zich ermee bemoeit en na Kamervragen laat weten de houding van de KNWU ‘onjuist’ te vinden, kan Hanegraaf  eindelijk officieel ‘wielrenner’ antwoorden als hem naar zijn beroep gevraagd wordt. Amper drie maanden na zijn debuut bij TI-Raleigh in april 1981, mag Hanegraaf het bekende rood-geel-zwarte tricot inruilen voor een andere driekleur. De kersverse neoprof klopt tijdens het NK in Geulle alle favorieten. Een prestatie die hij vier jaar later herhaalt.

De ploeg van Post heeft Hanegraaf ten tijde van zijn tweede nationale titel verruild voor het Kwantum van diens aartsrivaal Jan Raas. Het vertrek bij TI-Raleigh gaat nog bijna met een rel gepaard. In augustus 1983 wordt Jacques Hanegraaf per aangetekende brief op staande voet ontslagen. Net als ploeggenoot Leo van Vliet. De twee zouden de goede naam van hun werkgever in diskrediet hebben gebracht. Niet door een positieve plas of andere overtreding. Nee, Hanegraaf en Van Vliet hebben er in de ogen van de hoofdsponsor simpelweg met de pet naar gegooid. Om de Britse fietsenfabrikant een plezier te doen, rijden de renners van TI-Raleigh per toerbeurt criteriums aan de overkant van de Noordzee. Het brengt Hanegraaf onder andere naar Bristol. De omstandigheden zijn er niet best. De weergoden hebben uitgerekend die dag uitgekozen om alle vooroordelen over het Engelse klimaat nog eens extra te onderstrepen. Het maakt de weg, waarop de plaatselijke rondjes van nog geen kilometer dienen te worden afgelegd, spekglad. Het parcours is bovendien smal. De wedstrijd wordt uitgezonden door de plaatselijke televisiezender en om de cameraman ruim baan te geven heeft de organisatie besloten dat de renners slechts één weghelft tot hun beschikking hebben. Op de andere helft rijdt een cameramotor om alles haarscherp in beeld te brengen. Als Sean Kelly en Phil Anderson vlak na de start beiden onderuit schuiven, realiseert Hanegraaf aan welke waanzin hij begonnen is. Sponsorverplichting of niet, na nog geen tien rondjes knijpt hij de remmen van zijn fiets toe en verdwijnt in de coulissen. De opgave wordt genadeloos in beeld gebracht door de televisiecamera’s. Kokend van woede slaat de Raleigh-directie de aftocht van Hanegraaf gade. Nog diezelfde avond wordt een ontslagbrief opgesteld. Voor het gemak laat de Raleigh-directie ploegleider Peter Post buiten de hele procedure. De Amstelveense ploegbaas heeft niet veel later een verbouwereerde Hanegraaf aan de telefoon. Leo van Vliet is na een soortgelijk criterium in Glasgow hetzelfde overkomen. Ook hij vraagt Post om opheldering. Die scheept zijn renners in eerste instantie af met het excuus dat hij weinig kan beginnen tegen de grillen van zijn hoofdsponsor, maar daar nemen Hanegraaf en Van Vliet als vanzelfsprekend geen genoegen mee. Uiteindelijk springt Post alsnog in de bres voor zijn pupillen. Met succes. Het ontslag-op-staande-voet wordt teruggedraaid. De twee kunnen het seizoen bij TI-Raleigh afmaken. Niet dat Hanegraaf en Van Vliet lang werkloos zouden zijn geweest. Beiden hebben ten tijde van het incident hun handtekening al gezet onder een contract bij Kwantum. Ze volgen kopman Jan Raas naar de nieuwe ploeg.

Bij Kwantum beleeft Hanegraaf een jaar later het meest succesvolle seizoen uit zijn profloopbaan. Op de zaterdag voor Pasen wint de Brabander de Amstel Gold Race. Op een stuk vals plat, ter hoogte van het dorpje Vilt, forceert Hanegraaf de beslissing. Een korte tempoversnelling net na de top van de Cauberg is voldoende om de andere koplopers het nakijken te geven. Kanshebbers als Peter Winnen en Kim Andersen beschikken niet over een passend antwoord. Mede dankzij afstopwerk van ploeggenoot Ad Wijnands passeert Hanegraaf de finish in Meerssen, twaalf kilometer verderop, met meer dan twee minuten voorsprong. Het is de eerste grote zege voor Kwantum. Precies op het juiste moment. Het debuut in het profpeloton verloopt niet bepaald vlekkeloos voor de nieuwe ploeg. Jan Raas moet de Amstel Gold Race van 1984 missen na een val in Milaan-Sanremo. Adrie van der Poel zit een schorsing uit na een positieve plas in de Siciliaanse Wielerweek. Hennie Kuiper is wel van de partij in de Amstel Gold Race, maar wordt achtervolgd door pech. Eerst mist hij de achteraf beslissende ontsnapping. Vervolgens treft hem zoveel malheur dat hij op de Keutenberg zelfs een achterwiel van een toeschouwer moet aannemen om de wedstrijd te kunnen voltooien. Als elfde. Op een draadband. Acht minuten na de juichende Hanegraaf.

Diezelfde zomer rijdt Jacques Hanegraaf twee dagen in het geel in de Tour de France en na drie weken fietsen door Frankrijk mag de Brabander de Champs-Élysées opdraaien in de rode leiderstrui van het sprintklassement. Het is slechts een greep uit de fraaie resultaten die Hanegraaf eind 1984 kan overleggen. De  jaren die volgen zijn minder succesvol. Op die tweede nationale titel in 1985 na dan. Een polsbreuk, een bacteriële infectie en andere ongemakken houden Hanegraaf met enige regelmaat van de fiets. De verstandhouding met ploegleider Raas wordt er niet beter door. Kort voor de start van de Tour van 1988 barst de bom. Hanegraaf weigert zijn contract te verlengen. Het kost hem zijn plaats in Raas’ groene Superconfex-trein, die sprinter Jean-Paul van Poppel aan vier etappezeges zal helpen. Desondanks is Hanegraaf wel degelijk aanwezig in Frankrijk. Op de fiets. In het peloton. Raas is de tweevoudig Nederlands kampioen liever kwijt dan rijk en besluit Hanegraafs contract op diens eigen verzoek per direct te ontbinden. Al wil de sluwe Zeeuw op het laatste moment nog wel een afkoopsom hebben. Die wordt door Hanegraafs nieuwe werkgever Bernard Tapie lachend betaald. De Toshiba-ploeg van de Franse zakenman ziet in Hanegraaf een uitstekend helper voor kopman Jean-François Bernard. De nummer drie uit de Tour van een jaar eerder bezwijkt echter al snel onder de druk van de Franse media en de fans. Bernard zal Parijs in 1988 niet eens halen. Hanegraaf wel. Al verloopt zijn Tour tamelijk geruisloos.

De twee volgende jaren verdedigt Jacques Hanegraaf de kleuren van TVM. Bij Toshiba blijven was een optie. De Franse ploeg had de Nederlander graag voor meerdere jaren willen vastleggen, maar nog voor zijn vertrek bij Superconfex heeft Hanegraaf zijn diensten al toegezegd aan TVM-ploegleider Cees Priem. Mede dankzij die belofte kon Hanegraaf zich voortijdig losmaken van Raas. De Zeeuw was als de dood dat zijn renner naar gezworen vijand Peter Post zou overlopen. Een deal met Priem nam die angst weg en maakte de weg vrij voor het vroegtijdig vertrek bij Superconfex.

Ook met Priem kent Hanegraaf geen goede verstandhouding. Na twee jaar stapt hij teleurgesteld op, om nu wel terug te keren naar de man die hem als 20-jarig talent zijn eerste profcontract bood: Peter Post. Bij Panasonic doet Hanegraaf vooral dienst als luitenant voor sprinter Olaf Ludwig. Al is er ook ruimte voor eigen succes. De overwinning in Veenendaal-Veenendaal in 1992 zal achteraf Hanegraafs laatste zijn. Na de finish draagt hij de zege op aan Post. Desondanks nemen renner en ploegleider aan het einde van het seizoen afscheid. Post kan aanvankelijk geen nieuwe hoofdsponsor vinden en Hanegraaf wil zekerheid. Met Olaf Ludwig heeft hij een dusdanig goede band dat de Duitser hem graag meeneemt naar de Telekom-ploeg. Net als een andere Nederlandse meesterknecht, Marc van Orsouw.

Lang zal Hanegraaf niet kunnen rondrijden in de kleuren van de Duitse telecomprovider. Op de eerste junidag van 1993 maakt een ferme botsing een ruw einde aan de carrière van de voormalig geletruidrager. Een klap waar de renner nog lang de gevolgen van zal ondervinden. Het gebeurt niet eens in een wedstrijd. Een trainingsrit door de Zwitserse bergen, in het gezelschap van Ludwig, eindigt op een druilerige voorjaarsdag in het ziekenhuis in plaats van met een welverdiende massage of een goede sportmaaltijd. In de afdaling van één van de vele bergen in Oost-Zwitserland ziet Hanegraaf plotseling een bruingekleurde gedaante voor zich. Midden op de weg. Precies op de lijn die Hanegraaf omlaag volgt. Ludwig rijdt enkele tientallen meters achter hem. Met een snelheid van tegen de tachtig kilometer per uur storten wegkapitein en kopman zich het Zwitserse dal in. Tijd om te remmen voor een onverwacht obstakel is er niet. Laat staan om een ontwijkingsmanoeuvre in te zetten. De Brabander is overgeleverd aan wat het lot met hem van plan is. Dat is weinig goeds. Op volle snelheid rijdt Hanegraaf in op hetgeen zojuist de weg is komen oplopen: een hert. Alsof een jager een levensgrote kogel heeft afgevuurd, zo zakt het dier op het wegdek ineen. Die kogel heet Jacques Hanegraaf. De renner boort zich op volle snelheid in het weerloze beest. Het ongeluk zet rigoureus een punt achter de wielerloopbaan van de 32-jarige Telekom-renner. Met gebroken botten, ribben en wervels wordt Hanegraaf met loeiende sirenes afgevoerd. Het aangeslagen hert is dan al lang weer opgekrabbeld en snel het aangrenzende bos in gehinkt.

‘Een maand uit roulatie’, schrijven de kranten de volgende dag over Hanegraaf. Die maand wordt al snel ‘voorgoed’. Wat aanbreekt is een periode van revalidatie. Nooit met de ambitie om terug te keren op de racefiets. ‘Gewone dingen weer kunnen’, zal Hanegraaf in 2013 zeggen, als hij in het boek In Het Geel van Louis Bovée terugblikt op die zware periode. De renner kampt onder meer met verlammingsverschijnselen, kan lange tijd moeilijk lopen en zijn rechterarm functioneert niet als voorheen. Hanegraaf herstelt, maar krijgt op doktersadvies geen proflicentie meer van de KNWU. Einde wielercarrière. Als renner dan.

Direct na zijn actieve loopbaan begint Jacques Hanegraaf aan een nieuw hoofdstuk in zijn leven. Een heao-opleiding commerciële economie, functies in pr en sportadvies bij Telekom en hij kan zelfs aan de slag bij Tour-organisator ASO. Met dank aan Bernard Hinault. Hanegraaf wordt daarnaast importeur en leverancier van racefietsen. En manager. Belangenbehartiger van renners als Thomas Dekker en Stef Clement. Maar ook teammanager van Farm-Frites (2000), Bianchi (2003), Unibet.com (2007) en Cycle Collstrop (2008).

Het levert in ieder geval voldoende stof op voor interessante verhalen. Bij Team Farm-Frites bijvoorbeeld, in zekere zin een voortzetting van de TVM-ploeg waar Hanegraaf in 1989 en 1990 zelf reed, wemelt het van de conflicten. Renners als Peter van Petegem en Servais Knaven, ploegleider Teun van Vliet, ploegarts Dion van Bommel, persvoorlichter Ardie den Hoed; ze vliegen elkaar voortdurend in de haren. Eén van de oorzaken van de onvrede is een door Hanegraaf en Van Vliet uitgevaardigd alcoholverbod binnen de ploeg. Zoals een kleuter opzichtig precies datgene doet dat zijn ouders hem drie minuten eerder nog uitdrukkelijk hebben verboden, zo trekken renners aan de eettafel demonstratief flessen wijn open. Team Farm-Frites is geen lang leven beschoren. Het volgend seizoen is de ploeg overgenomen door Patrick Lefevere en fungeert Farm-Frites nog slechts als cosponsor van Domo.

Anderhalf jaar later is het Hanegraaf die zorgt dat Jan Ullrich op het nippertje toch naar de Tour de France kan. Team Coast, waar de Duitse winnaar van de ronde van 1997 op dat moment rijdt, wordt halverwege het seizoen 2003 geschorst door de UCI. De sponsor kan de betalingsverplichtingen aan toppers als Ullrich en oud-Vuelta winnaar Ángel Casero niet nakomen. Hanegraaf springt in de bres, wendt zijn contacten bij fietsenfabrikant Bianchi aan en op die manier kan de ploeg een doorstart maken. Met succes. Ullrich rijdt een paar weken later zijn beste Tour de France in het ‘tijdperk Armstrong’. In Parijs geeft de Duitser slechts een minuut toe en wordt glansrijk tweede achter de op voorhand onklopbare Amerikaan. Toch is Team Bianchi geen blijver. Het miljoenensalaris van ‘Der Jan’ is door alle perikelen al een tijd niet op zijn rekening gestort en de Duitser verlangt terug naar zijn oude Telekom-ploeg, die vanaf 2004 als T-Mobile door het leven zal gaan. De overstap van Ullrich geeft Bianchi de kans om onder verdere sponsorverplichtingen uit te komen. Weg kopman, weg sponsor. De ambities van Jacques Hanegraaf smelten als sneeuw voor de zon. De groen-witte shirts van Team Bianchi verdwijnen even snel uit het peloton als dat ze hun intrede hadden gedaan.

Drie keer is scheepsrecht, luidt het spreekwoord. Niet voor Jacques Hanegraaf. Ook zijn derde klus als teammanager brengt niet het verwachte succes. Team Unibet.com wordt vooral slachtoffer van een machtsstrijd tussen de UCI en de organisaties van de drie grote rondes. Die zijn het niet eens met het aantal van twintig ProTour-licenties dat de wielerfederatie in 2007 verstrekt. Ze weigeren de twintigste ploeg, die van Hanegraaf, stelselmatig uit hun wedstrijden. Het maakt dat jonge renners als Laurens ten Dam en Rigoberto Urán hun debuut in een grote ronde noodgedwongen nog even moeten uitstellen. Om de onenigheid nog iets meer de sfeer van satire mee te geven, voert Tour-organisator ASO aan dat de Franse wet geen sportsponsoring door buitenlandse wedkantoren toestaat. Een nieuw probleem voor Unibet.com. Niet vreemd dat het Zweedse bedrijf zich aan het einde van het seizoen terugtrekt. Om lopende contracten na te kunnen komen maakt Hanegraaf een doorstart onder de naam Cycle-Collstrop. Als continentaal team. Aansprekende resultaten boekt de ploeg nauwelijks. Wat het meeste opzien baart is dat ploegleider Hilaire van der Schueren midden in het seizoen de laan uit wordt gestuurd. Ook Cycle-Collstrop bestaat slechts één seizoen.

Teammanager is Hanegraaf daarna niet meer. Wel behartigt hij belangen van renners. De meeste aansprekende? Natuurlijk, Thomas Dekker. Met alle beschuldigingen en verwijten van de afgelopen anderhalve week als gevolg. Luigi Cecchini, Eufemiano Fuentes, vader en moeder Dekker, geld. Thijs Zonneveld laat het allemaal de revue passeren in Mijn Gevecht. “Onzin en laster”, aldus Hanegraaf in BN DeStem. Om eraan toe te voegen dat er blijkbaar nog meer vuiligheid is. “Waar de honden geen brood van lusten”. Elk eerlijk verhaal kent altijd een eerlijker variant. Net zoals achter de bovenbeschreven loopbaan-in-vogelvlucht van Jacques Hanegraaf veel meer zal zitten. Succesverhalen. Drama’s. Intriges. Conflicten. En wie weet wat nog meer. Vooralsnog besloten in de hoofden van de direct betrokkenen in het algemeen en de hoofdpersoon in het bijzonder. Terwijl ze zomaar eens één van de meest boeiende biografieën in de Nederlandse én mondiale wielersport zouden kunnen opleveren. Misschien dat Thijs Zonneveld nog wat vrije tijd over heeft voor een nieuw boek…

Bronnen:

  • Fred van Slogteren – Als Je De Tour Niet Hebt Gereden… Deel 2 (Uitgeverij Sylfaen, 2014)
  • Louis Bovée – In Het Geel (VI Boeken, 2013)
  • Mart Smeets – Het Laatste Geel (Nieuw Amsterdam, 2009)

 

Vincent de Lijser