We hoopten al dagen dat het zou gebeuren, maar het gebeurde niet. Dus moest het vandaag, op de Stelvio, in een loodzware rit. Alles of niets, winst of verlies, roze of het ravijn. De leiderstrui pakken of hem vergeten.

De renners reden door een prachtige kerstkaart. Ruige, besneeuwde bergflanken, enorme groene en gele dennen, trage stroompjes smeltwater over het asfalt. En daar verscheen op zestig kilometer van de meet de Stelvio, folteraar van rennersbenen. Genadeloos, want al na de eerste bocht loste de hoop van Italië, Domenico Pozzovivo. Nog zevenenveertig bochten te gaan. Het duurde niet lang voordat ook de hoop van Portugal begon te kraken. Met elke seconde die Almeida verloor, kwam het roze voor Kelderman dichterbij. De Stelvio beulde voort: Nibali eraf, Fuglsang eraf, iedereen eraf… behalve de drie sterkste mannen van deze Giro en een imponerende Rohan Dennis.

Daar reden ze, richting de top, in een desolaat en koud landschap. Geen fans om ze aan te moedigen, alleen die mannen, hun fietsen en de berg. Twee Australiërs met hun Europese kopman op de bagagedrager. Rohan Dennis aan kop, daarachter Tao Geoghegan Hart. Dan Jai Hindley, met in zijn wiel zijn kopman, Wilco Kelderman, met het virtueel roze om zijn schouders.

Op ruim 45 kilometer van de finishlijn moest Kelderman de drie man voor hem laten gaan. Hindley wachtte niet, maar zette zich in het wiel van Geoghegan Hart. Kelderman was alleen. Het tellertje linksboven, dat de kilometers moest aftellen, leek opeens stil te staan.

Ze zeggen wel eens dat tijdritten eerlijk zijn, maar die Stelvio liegt er ook niet om.

Voor Kelderman kronkelde de weg oneindig naar boven, wreed, harteloos. Het was nog zo verschrikkelijk ver.

Wat gebeurt er in je hoofd als je in je eentje achter je grootste concurrenten aanrijdt, met de leiderstrui virtueel om de schouders, en een van die concurrenten een ploegmaat is? Als je aan het winnen bent maar het gevoel hebt te verliezen? Wat doet het met je als de ploegleiderswagen even naast je komt  naast jou, de kopman die vandaag het roze moet pakken  en vervolgens doorrijdt naar een ploegmaat ver voor je, buiten het zicht, die je niet helpt om je voorsprong zo groot mogelijk te houden?

Je kunt een hele Stelvio vullen met renners en ex-renners die de moed zouden verliezen en daarmee minuten. Die zich gek zouden laten maken door hun eenzaamheid op zo’n cruciaal moment in hun carrière. Die het geloof in eigen kunnen zouden voelen wegzakken in hun benen en niet meer vooruit zouden komen.

Wilco Kelderman hoort daar niet bij. Wilco Kelderman bleef klimmen. En toen hij dat verdomde regenjasje niet dicht kreeg voor de top en het in de afdaling om zijn bovenlichaam wapperde, trok hij het gewoon weer uit en wierp het van zich af. Hij bleef dalen, kop erbij, benen erbij. Verloor steeds meer tijd, maar bleef trappen. En daarna klom hij, Wilco Kelderman, in zijn eentje naar de roze trui.

Lidewey van Noord
Laatste berichten van Lidewey van Noord (alles zien)