Luik-Bastenaken-Luik. Het kan een gedicht zijn van Herman Brusselmans. En dat is het ook. Het is geen toeval dat Brusselmans net deze koers bezong. De absurditeit van het wielrennen wordt in de naam van geen andere wedstrijd zo geprezen als in die van Luik-Bastenaken-Luik.
Het wedstrijdverloop is zo mogelijk vaak nog absurder dan de naam. In 2009 won een 23-jarige Luxemburger na een onwaarschijnlijke solo. Waar je dan zou kunnen verwachten dat die Luxemburger nu heerst over het wielerrijk is deze intussen gestopt, niet eens vanwege een dopingschorsing.
Een jaar later wint voor de tweede keer in de geschiedenis een Kazak die Vinokourov heet Luik-Bastenaken-Luik. Wereldkampioen Evans, Valverde en Gilbert kwamen geen meter dichter op het leidersduo Vinokourov en Kolobnev. Vinokourov ging de week voordien nog rond met de bedelpet in de meest afgelegen Kazakse negorijen, maar haalde toch genoeg op om Kolobnev in de gelegenheid te stellen de vastgoedsector in en om het Gardameer nieuw leven in te blazen.
In 2011 dolt Philippe Gilbert met de familie Schleck na eerder al de Brabantse Pijl, de Amstel Gold Race en de Waalse Pijl te hebben gewonnen. Rebelliniaans. Het scheelde niet veel of hij won ook nog de Tour dat jaar, maar hij was zo gul om een deel van zijn krachten te delen met ploegmaat Jelle Vanendert, die wegreed uit de groep der favorieten op Plateau de Beille en warempel won. Dit is geen verzinsel, maar echt gebeurd. Bron: Wikipedia en elke website met wieleruitslagen.
2009 + 2010 + 2011 = 2012. Ogenschijnlijk een foute berekening, in realiteit wielerwiskunde voor beginners. Nibali begon met een geruststellende voorsprong aan Saint-Nicolas. Achter hem reden Maxim Iglinskiy en Joaquim Rodriguez, die laatste op weg naar een zoveelste tweede plaats in een wielerklassieker. Wat gebeurde? Iglinskiy kletste Rodriguez gladweg uit het wiel en dichtte in een mum van tijd de kloof op zijn toekomstige ploegmaat Nibali om hem meteen ter plekke te laten. De boutade wil dat de UCI renners die Luik-Bastenaken-Luik winnen per definitie voor twee jaar zou moeten schorsen. De Tourdirectie is in ieder geval nog altijd blij dat Nibali zich daar liet voorbijsnellen.
Dat er na deze week nog eens een renner van Astana zou winnen, stond op voorhand al vast. Eerst mocht Astana voor de zoveelste keer haar licentie behouden, waar in een wereld zonder geld die al lang was ingetrokken. Kort daarna zei Greg Henderson vanzelfsprekende dingen. Leg de progressie van Fabio Aru naast die van Wilco Kelderman en u begrijpt de frustratie bij Henderson. Maar het is nu eenmaal een traditie dat er binnen de wielerwereld wordt gedreigd met advocaten en gerechtelijke stappen wanneer er open deuren worden ingetrapt.
Toch won er geen renner van Astana. Want nochtans een ‘goeie ploeg hé.’ Voor u me van favoritisme beschuldigt jegens Astana, deze woorden rollen op 86 kilometer van de aankomst argeloos uit de mond van José De Cauwer. Niks gebeurd toch afgelopen week? De Cauwer is vooruitziend en durft dingen te vergeten, de gedroomde wielercommentator, want het durven vergeten van dingen is onontbeerlijk voor iedere wielerliefhebber, zeker wanneer deze twee uur later Alejandro Valverde het zegegebaar ziet maken.
Waar Luik-Bastenaken-Luik anders een meester in het scheppen van verwachtingen is, werd er dit jaar gekoerst als beginnelingen. Op het moment dat Parijs-Roubaix haar concept begon terug te eisen, kreeg La Doyenne weer het gezicht van een doorsnee Tourrit. Eens de orde hersteld, doemde La Redoute in de verte op, de grootmeester in het scheppen van verwachtingen. La Redoute zal voor eeuwig herinnerd worden als de helling waar Frank Vandenbroucke met Bartoli dolde. De kans dat dit duel ooit navolging krijgt, is twijfelachtig. En wat een geluk. Weinig zorgwekkender schizofreen gedrag dan hierom rouwen en tegelijk roepen om een zuivere wielersport.
Maar er was koers te zien voor La Redoute en dat weekt in Luik-Bastenaken-Luik al de nodige vreugdeuitbarstingen los. De ervaren wielervolger weet dat dit voorbarig is, want buiten het aloude wielergezegde gerekend: als de berg geen muis baart, is het vaak een hond. Kreuziger en Caruso vielen aan op de Roche aux Faucons, Fuentes en Ferrari wierpen een blik op hun kalender, zagen dat het echt 2015 is en het universum was weer in evenwicht tot de voor Astana rijdende Fuglsang kwam aansluiten.
In het uitgedunde peloton werd de grijns van Valverde alsmaar breder. Hij zag renners achter zich wegvallen, lossen en grimassen trekken. Het gaatje op de koplopers werd in zijn plaats gedicht, een gewoonte die hij niet wenst af te leren. En als het niet voor hem wordt gedaan, durft hij te verliezen om alsnog een kans te behouden om te winnen. Valverde was nog ploegmaat van Botero, Sevilla en Manzano bij Kelme, hij geraakte betrokken in Operacion Puerto, maar rijdt nu op zijn minst even hard als toen waardoor het niet ondenkbaar is dat er kraantjeswater in zijn bloedzakken zat, laat staan dat het uit te sluiten valt dat mijn kleinkinderen (ik ben 22) Valverde nog duels zien uitvechten tegen Rebellin in de Waalse Pijl.
Ik zou nog verder kunnen surfen op de golf van scepticisme jegens Valverde en u nogmaals op het hart drukken dat het werkelijk 2015 is, maar ik beur u liever op met de gedachte dat er geen renner van Astana heeft gewonnen, maar gewoon Valverde, een renner die nog ploegmaat was van Botero, Sevilla en Manzano bij Kelme. En dat is al heel wat.
- Het nieuwe wielerjaar in 40 stellingen - 22/02/2022
- Wielrennen bestaat niet - 13/05/2020
- Ooit was er wielrennen - 07/05/2020