Nairo Quintana die meegesleurd wordt door kolkende modderstromen, Stijn Devolder die over de kasseien sneller raast dan de Fyra ooit geraasd heeft en Chris Froome die door een windhoos uit de hel wordt opgeslokt en kilometers verder in een verlaten weiland wordt neergegooid waarna deze er drie weken over doet om de bewoonde wereld te bereiken, samen met drie ex-renners van Euskaltel die hij onderweg opraapt en al respectievelijk drie, zes en zeven jaar vermist zijn.

Dat werd het gisteren allemaal niet. Een spijtige zaak voor de wielercolumnist (Van Dale: opportunist, zou zelfs zijn moeder verkopen mocht dat een geniale woordspeling opleveren), die zich vooraf al verkneukelde aan de heldenverhalen die hij achteraf maar zou te noteren hebben.

Een nerveus gedoe werd het wel, maar met dank aan de weergoden in tegenstelling tot vorig jaar geen loterij. De in Vlaanderen overheersende gedachte dat je Stijn Vandenbergh of Sep Vanmarcke moet heten om over kasseien te fietsen en dat renners die niet starten in Parijs-Roubaix nog liever de polonaise dansen met pakweg Marc Coucke, werd nog maar eens met alle gemak doorprikt.

De wielercolumnist denkt na, terwijl hij zapt naar Vive le vélo. Misschien nog eens een stuk schrijven over het conservatieve getinte karakter van de wielercultuur in Vlaanderen? Ach, op gewonde dieren trap je niet. De wielercolumnist is geen renner in de Tour.

Wielerliefhebbers die ontgoocheld achterbleven na de rit over kasseien en naar wielrennen kijken verwarren met ramptoerisme moesten wachten tot Vive le vélo om zich te kunnen verblijden met iets wat hun stoutste dromen overtrof.

Intussen wordt de wielercolumnist slachtoffer van een brutaal arbeidsongeluk, waardoor deze column in het gedrang komt. Vanwege een gebrek aan schrijfinspiratie met zijn pen zijn twee ogen uitgestoken, een baksteen naar zijn computerscherm gegooid toen hij per ongeluk een tweet van Patrick Lefevere las en er een Chinese vaas Made in Taiwan op zijn kop viel of hangmatdoorligwonden? Niets van dat. Tijdens het optreden van Marc Coucke in Vive le vélo zakt hij zo hard door de grond van plaatsvervangende schaamte dat hij zich heeft verbrand aan de binnenkern van de aarde.

Etixx-Quickstep is voor de grootste Belgische wielerploeg te zijn een soms erg triest gênante bedoening. Dan heb ik het niet over Tony Martin, die eergisteren na aankomst genuanceerd sprak over de neutralisatie van de koers, er zijn er anderen. Dan heb ik het ook niet over Tom Boonen, die er ook niet aan kan doen dat de Vlaamse wielerpers geen heroïsche exploten kan beschrijven van plaatselijke halfgoden en aldoor wordt opgevoerd als succesvol bereider van groentepapjes. En dan hoef ik het zelfs niet te hebben over José Ibarguren Taus, de Spaanse dokter van Etixx wiens verleden u zelf wel kan googelen. Maar wel over het wonderlijk olijke duo Coucke-Lefevere. De eerste lijdt aan een chronisch gebrek aan aandacht dat groter is dan zijn bankrekening. De tweede is de ploegmanager van de ritwinnaar gisteren die als het moet doodleuk zijn auto dwars over de baan zou zetten bij een valpartij. De tweets van Patrick Lefevere eergisteren waren zo slecht voor het imago van Patrick Lefevere dat Patrick Lefevere een advocaat afstuurt op Patrick Lefevere die ermee dreigt Patrick Lefevere voor de rechtbank te sleuren vanwege laster en eerroof en van Patrick Lefevere eist het onherstelbaar besmeurde imago van Patrick Lefevere te herstellen. Dat weet je niet, dat kan.

Doch geeft de wielercolumnist niet op. Wanneer hij Coucke ziet, moet hij denken aan François Lambert. Dat is bijzonder omdat hij -3 was toen Greg LeMond in 1989 de Tour won. De beren die het hardst dansen, zitten het meest in het nauw. De wielercolumnist voelt zich even wielrenner. Brandwonden ten gevolge van het in aanraking komen met de binnenkern van de aarde zijn net als valpartijen iets heel knulligs. Om die realiteit te verdoezelen maakt men er maar iets heroïsch van, oorlogswonden worden gekoesterd, renners met gebroken ruggenwervels die de Muur van Hoei opfietsen worden geadoreerd om hun moed, terwijl een normaal mens in dezelfde situatie een klap tegen zijn kop verdient.

Bij het optreden van Marc Coucke was niet alleen gêne te bemerken op het gezicht van Tony Martin, maar ook op dat van Lieven Van Gils en Karl Vannieuwkerke, die nochtans voor de VRT werken, de audiovisuele reclamezuil van Marc Coucke en dus al het een en ander gewoon zijn. Coucke nam na zijn polonaise nog even plaats op het balkon opdat hij zeker was dat iedereen zijn aanwezigheid zou hebben opgemerkt. Afgelopen zondag won André Greipel de rit, boegbeeld van dat tweede Belgische team in de World Tour. Wat zou er gebeurd zijn mochten Marc Sergeant en de rest van de ploegleiding de polonaise gedanst hebben, terwijl Lieven Van Gils aan tafel zit met André Greipel? Zou Greipel mee de polonaise zijn gaan dansen of zou hij zich op de borst hebben geklopt en met een oerschreeuw die hele opgefokte blijheid uit elkaar hebben geblazen? U vult zelf maar in.

Matthias Vangenechten
Laatste berichten van Matthias Vangenechten (alles zien)