Vandaag is het vijf jaar geleden dat de meest fascinerende Nederlandse renner ooit overleed. 12 februari 2011. Fedor den Hertog. Hij werd 64 jaar oud.

Ik heb hem nooit live zien koersen, daar ben ik te jong voor. Wel zag ik Den Hertog een jaar of zes geleden in Holland Sport waar hij een gesprek had met Wilfried de Jong. Hij leed aan prostaatkanker en was ongeneeslijk ziek. Zo gaat dat. Mensen met een tragisch leven komen ook tragisch aan hun eind. Hij vertelde over zijn moeilijke jeugd en barstte middenin het gesprek in tranen uit. Ik zag het en was diep ontroerd. Fedor den Hertog, een man wiens wielerloopbaan er een was van successen, maar ook van tegenslagen en teleurstellingen. Zijn carrière was een goede weerspiegeling van zijn leven: turbulent en tragisch.

fedordenhertogFedor, voluit Fedor Iwan den Hertog geheten, had een Oekraïense moeder en een Nederlandse vader. Zijn vader was een godsdienstwaanzinnige met losse handjes. Thuis was het altijd oorlog en Fedor moest het vaak ontgelden. Als kind stond hij er al alleen voor. Emotionele verwaarlozing noemen we dat tegenwoordig. Een deel van zijn jeugd bracht Fedor door in de voormalige Sovjet-Unie. Hij maakte er geen geheim van dat dat voor hem een nare tijd was.

Fedor legde zich volledig toe op het wielrennen. In 1967 reed hij tijdens een wedstrijd frontaal tegen een auto. Hij lag enige tijd in coma, maar niets weerhield hem van het fietsen. Bij de amateurs reed hij alles en iedereen aan gort. ‘Iwan de Verschrikkelijke’ was zijn bijnaam. In de ronde van Rijnland-Palts van 1969 won hij negen van de elf etappes. Het gat met de nummer twee was meer dan een halfuur. Ook pakte hij goud bij de ploegentijdrit op de Olympische Spelen van 1968 met naast hem op het hoogste treetje niemand minder dan Joop Zoetemelk.

De andere renners vonden hem maar een rare jongen met zijn wollige uitspraken en zijn eigenzinnige manier van koersen. Excentriek. Bovenal ging Fedor zijn eigen weg. Dat verklaart ook waarom hij pas in 1974 (op 28-jarige leeftijd) zijn eerste profcontract tekende na reeds talloze aanbiedingen te hebben gehad. Hij wilde zijn vrijheid niet opgeven, maar werd door financiële nood gedwongen om prof te worden. Fedor moest ook bij de profs de schrik van het peloton worden. Daar is het nooit van gekomen. Toch boekte hij als prof nog enkele grote successen: een etappe in de Tour, een in de Vuelta en hij werd Nederlands kampioen op de weg in 1977.

Van de man die ik in de studio van Holland Sport zag zitten, kon ik me niet voorstellen dat hij vroeger een uitmuntend wielrenner was geweest. Wat ik vooral zag, was een kwetsbare, lieve en getraumatiseerde man. Een man die zijn heil zocht in het fietsen om de pijn uit zijn jeugd te onderdrukken. Zijn drang om te fietsen was grenzeloos. Tijdens zijn wielercarrière had hij last van slapeloosheid. Midden in de nacht sprong hij dan op de fiets en legde zo honderden kilometers af. Ook op latere leeftijd kon hij zich niet bedwingen. Als hij op de fiets naar zijn vriendin in België ging, kwam hij daar uitgeput aan. Fedor fietste nooit, hij koerste. Ook als hij alleen was. Zelf zei hij daarover: “Ja, als je dan bekaf aankomt bij je vriendin, dan is dat niet echt gezellig, nee.”

Toen Wilfried de Jong hem vroeg naar zijn jeugd, begon hij te huilen. Arme, lieve Fedor. Hij kon ongelooflijk hard fietsen, maar werd altijd ingehaald door zijn trauma’s. Bij leven vond hij nooit de rust in zijn hoofd waar hij zo naar verlangde. Ik hoop dat hij die rust vijf jaar geleden heeft gevonden.

Sjaak van Haaster
Laatste berichten van Sjaak van Haaster (alles zien)