Site pictogram HET IS KOERS!

#Avondetappe: De Kevers

Het is 25 april 1992. Medellin, Colombia.

Een uur of zeven in de avond.

Alfonso Flores Ortiz zit in zijn auto, om de hoek van het lokale ziekenhuis.

Dan hoort hij het geluid van een crossmotor. Vlak erna ziet hij ze: twee jongens.

De jongen achterop schiet met een automatisch geweer op de voorruit.

Alfonso Flores Ortiz wordt vier keer in het hoofd geraakt, en sterft.

Colombia, land van koffie en cocaïne. Van voetbal en koers.

Wielrenner zijn in Colombia, je gunt het je ergste vijand niet.

Neem Heriberto Uran, Rigoberto’s pa. Vermoord door de drugsbendes.

Victor Hugo Pena, die tijdens een training staande gehouden werd door FARC-soldaten.

Oliviero Rincon, Lucho Herrera: ontvoerd door de milities.

Herinner Gustavo Wilches, die zwichtte voor de pot met goud die aan het eind van de regenboog van de cokesmokkel stond. Of zijn broer Marcos, die omkwam bij een mislukte carjacking.

Mauricio Soler: bergkoning en daarna bijna te pletter gevallen in Zwitserland. Hij overleefde het, maar fietste nooit meer.

Allemaal traden zij in de voetsporen van Alfonso Flores, die in 1980 de Tour de l’ Avenir had gewonnen door van de onverslaanbare Sovjets weg te huppelen.

Te kruipen eigenlijk. Colombiaanse coureurs zijn kevers.

Kevers op de vlucht.

In de Tour – waar de Colombiaanse ploeg in 1983 aan de start verscheen – wist Flores geen potten te breken.

Het was een wonderlijk gezicht, die kleine kereltjes, wapperend aan de staart van een peloton dat zich door de Noord-Franse vlaktes slingerde. Minstens zo wonderlijk waren die eindeloze demarrages die bijna nooit ergens toe leidden.

Alfonso Flores Ortiz bleef voor altijd een belofte. Zijn laatste strijd met een grote der aarde luidde mogelijk zijn einde in: een liefdesakkefietje met Escobar.

Zijn belofte wordt nu ingelost door nieuwe kevers: Quintana. Uran, Henao. Betancur. Duarte.

Laat hen dan toch veilig de eindstreep bereiken.

Mobiele versie afsluiten