Gisteren stond er voor het eerst serieus klimwerk op de planning in de Vuelta. En wie zagen we daar prominent in beeld rijden vlak voor de laatste klim? Juist, Jetse Bol. Uiteindelijk vond hij zichzelf terug op een knappe 41e plek, op 4.01 van ritwinnaar Nibali. Ruim 3 minuten voor Bob Jungels, om maar iemand te noemen.
‘Het ging goed! Ik hing eraan op die eerste categorie-klim, maar kreeg daarna in de afdaling kramp. Maar de benen en het hoofd voelen weer goed deze morgen. Wel balen dat mijn powermeter halverwege de etappe leeg was, want ik heb mezelf beloofd dat ik – als ik minimaal 4000 kilocalorieën heb verbruikt – een stukje chocola mag. Van die hele donkere, 95%. Maar ja, nu weet ik niet of ik aan de 4000 kom. Zal toch wel?’
Herstellen betekent goed eten. Maar het eten in de hotels in Frankrijk was de afgelopen dagen pet. Snotpasta met drooggekookte kip en haricots verts. En nu?
‘Ik ben heel blij dat we de grens met Spanje over zijn. In het hotel kregen we gewoon een knappe pasta met een lekker stuk kip. Een chef die even aan tafel komt om te vragen of alles oké is. Gewoon simpel eerlijk eten. Wat een verademing.’
Dank, Jetse. Zet hem op vandaag! We appen na de etappe!
