HET IS KOERS!

#BDVEBDO De virtuele windtunnel – Bij Thomas Wobma

20210520 Tijmen Moltmaker Bioracer Aero Fit sfeer II

Voor mijn zoektocht naar mijn beste vorm in Boven de veertig en beter dan ooit (#bdvebdo) bracht ik bikefitter Thomas Wobma een bezoekje. Goed op de fiets zitten voorkomt niet alleen blessures, het maakt je ook sneller. Zeker op de tijdritfiets. Thomas zou mijn positie op de fiets bekijken en in de virtuele windtunnel van Bioracer zouden we meteen kijken of er nog winst in mijn tijdrithouding te halen valt. Dus toog ik met mijn tijdritfiets en -helm naar Heerenveen.

Fysiek
Voordat we mijn positie onder de loep nemen, begint Thomas met een lichamelijk onderzoek naar de mobiliteit van mijn lichaam. “Elk lichaam heeft zijn eigen grenzen,” laat hij weten. “We kunnen je wel een zo aerodynamisch mogelijke houding laten aannemen, maar als je lichaam dat niet aankan, kun je je kracht niet kwijt en ben je langzamer.” Ik ben inderdaad niet de meest soepele in rug en heup, dus daar gaan we rekening mee houden. Ook blijken mijn hamstrings wat kort. Thomas geeft me de tip om deze regelmatig te rekken.

Positie op de fiets
Thomas zet mijn tijdritfiets op de trainer. We kijken eerst of de afmetingen binnen de regels van de UCI liggen. Die heeft namelijk strenge regels bedacht waaraan een tijdritfiets moet voldoen. Met name de stand van het zadel en de hoogte en lengte van het ligstuur zijn aan regels gebonden. Met een selfmade tool had ik dit thuis al gechekt, maar ik bleek iets te streng te zijn. Mijn zadel staat ver genoeg achter het bracket en het ligstuur ligt ruim binnen de marges. Ik kan nog een centimeter of twee gestrekter liggen.

Dan stap ik op de fiets. Thomas plakt enkele stickers met lampjes op mijn lichaam: op mijn heup, knie en enkel. Ik mag mijn tijdrithouding aannemen en gaan trappen. De weerstand wordt hoger gezet om de houding bij inspanning te kunnen meten. “Ik maak een opname en met die lampjes kan ik straks de hoek van de knieën meten,” legt Thomas uit. Na een paar minuten stap ik af en bekijk ik samen met hem de beelden.
“De zadelterugstand vind ik mooi. Je kruipt tijdens het fietsen niet naar voren of naar achteren, dus daar ga ik niks aan veranderen,” vertelt Thomas. Maar hij wijst me wel op de hoek van mijn knie als mijn voet onderaan staat. “Die is nu 133 graden en dat mag een grotere hoek worden. Ik ga daarom je zadel hoger zetten. Je hoeft een minder grote cirkel met je bovenbeen te maken en daardoor kun je beter je kracht kwijt. Ook wordt je heuphoek geopend, waardoor je je heup minder afknelt.”
Volgens Thomas kan er best nog wat gewonnen worden en zet mijn zadel een centimeter hoger. Ik trap weer enkele minuten op weerstand en zie daarna dat de hoek 142 graden is. We proberen het met nog een paar millimeter hoger, maar daarbij merk ik aan mijn hamstrings dat ze te strak staan.

Samen bekijken we nog even de tweede opname. Thomas ziet eigenlijk geen verbeterpunten. “Je hakken blijven misschien wat hoog, daar zou je op kunnen trainen. Maar dit ziet er ook uit als jouw natuurlijke houding en dan zie ik ook geen reden om dat aan te passen. De winst zul je met name uit je nieuwe zadelhoogte halen.”

En de afstelling van de voorkant? Die bewaren voor het derde deel van de dag: de virtuele windtunnel.

Aerowinst uit de virtuele windtunnel
Een echte windtunneltest is voor een amateur onbetaalbaar. Gelukkig heeft Bioracer een goed alternatief ontwikkeld: de virtuele windtunnel. Je fiets staat voor een green screen, een camera wordt recht voor je fiets geplaatst. Zo kan deze opstelling je frontale oppervlakte meten. De software berekent vervolgens welk wattage je nodig hebt om een bepaalde snelheid te behalen.
De test begint met de nulmeting: ik neem mijn tijdrithouding in, Thomas maakt een foto en het programma maakt een omtrek van mij en mijn fiets. Deze nulmeting is de richtlijn. Als ik nu ga fietsen, zie je steeds de afwijking van mijn omtrek ten opzichte van de eerste opname. Als deze omtrek een kleinere frontale oppervlakte oplevert, zie je hoeveel watt je minder hoeft te trappen. En logischerwijs worden deze waarden rood als je frontale oppervlakte groter is dan de nulmeting.
“Je zit al mooi met je hoofd laag,” wijst Thomas me aan. “Alleen moet je nog meer naar voren kijken. Het puntje van je helm steekt omhoog.” Op het filmpje zie ik de wattages in het rood gaan. Dat wordt in de houding trainen.

Terwijl ik even een slok thee neem, sleutelt Thomas aan mijn stuur. “Ik zet hem vijf millimeter lager, dat zou je wel aan moeten kunnen. Als je nog beter aan deze houding gewend bent, zou je het nog iets lager kunnen proberen.”
Ik mag weer gaan trappen en we zien inderdaad dat ik minder watt nodig heb. De grootste winst blijken we echter voor het laatst bewaard te hebben. “Zou je je ellebogen tegen elkaar aan kunnen zetten?” Ik doe wat mij gevraagd wordt. En ook al voelt het qua houding een minieme aanpassing, op het scherm zien we 15 watt winst. Dat is op een tijdrit toch een slok op een borrel.
Thomas pakt zijn inbussleutels en we proberen de klemmetjes van mijn elleboogsteunen dichter bij elkaar te zetten. Helaas. Het lukt niet. “Je zou hier nog een gaat in je steun kunnen boren, dan kun je hem wel iets dichter naar binnen monteren,” wijst Thomas aan. “Maar voorlopig zul je zelf die houding moeten forceren.”

Met deze conclusie sluiten we de meting af. De fietsmeting en de virtuele windtunnel hebben me een heel goed beeld gegeven van hoe ik op de fiets zou moeten zitten. Veel dingetjes weet je wel, maar nu was het meet- en zichtbaar. Ik ben blij dat we hebben kunnen vaststellen dat ik behoorlijk op mijn fiets zat, maar ook dat we toch iets hebben kunnen winnen.
En het geluk is met mij: thuis vind ik nog andere klemmetjes, waarmee ik zonder te boren mijn steunen zo goed als tegen elkaar aan kan zetten. Nu alleen nog trainen!

Douwe testte met Thomas voor zijn NK Update meerdere helmen in de virtuele windtunnel. Ook hij kon nog watt winnen. Check het hier!

Profielfoto van Thomas Wobma, Bike Fit Studio

Thomas Wobma

Thomas Wobma is bikefitter en aerogoeroe. Zijn Bike Fit Studio huist in het pand van Bioracer in Heerenveen en Thomas gebruikt Bioracers virtuele windtunnel om je aerohouding te meten. Zelf zit hij ook graag op de tijdritfiets.

Tips voor thuis

Ken je beperkingen
Kleiner is beter, want sneller. Maar niet iedereen is flexibel genoeg om helemaal opgevouwen op de tijdritfiets te zitten. Weet waar je fysieke beperkingen zitten en zoek daarmee naar een houding waarin je zo klein mogelijk bent, maar nog wel wattages kunt leveren.

In stapjes aanpassen
Een tijdrithouding is extreem en vraagt veel van je lichaam. Elke aanpassing vraagt dan ook om nieuwe gewenning. Pas zaken niet rigoureus aan, maar doe het stapje voor stapje. Beter ben je te voorzichtig en merk je weinig verschil dan dat je merkt dat een aanpassing je meer kost dan oplevert.

Positie

Voor

Na

Aerometing

Tijmen Moltmaker

Mijn eerste rit in de nieuwe positie was meteen een tijdritje. Mijn club R.&T.C. Groenewoud had een Strava-tijdrit van tien kilometer, de dag na de aerometing. Natuurlijk vroeg ik me af of ik dit tijdens de race niet te veel zou voelen, ook al voelde het bij het warmrijden goed. De tijdrit zelf ging zoals een eerste tijdrit altijd bij mij gaat: snel starten, dan even moeite om het wattage hoog te houden en op het eind duwen. De waardes waren echter hoger dan verwacht: ik zat op hetzelfde niveau als eind 2020 en dat is voor mij nieuw. Omdat we licht wind mee hadden, zegt het gemiddelde me niet veel (48,8 km/u over 9,54 kilometer), maar het gevoel en de relatieve uitslag was goed en geven me goede hoop voor deze serie. Gelukkig heb ik de komende weken meer tijdritten, zodat ik er weer goed in kan komen!

Leeftijd 41 jaar
Niveau Amateur
Favoriete onderdeel Tijdrijden
Doel Beste vorm ooit halen – meetbaar: harder dan 45 kilometer per uur op 15 kilometer tijdrit
Bijzonderheid In 2019 kijkoperatie aan de heup gehad. Zo goed als opnieuw moeten beginnen met trainen
Bijzonderheid II In 2015-2016 een jaar in Ottawa, Canada gewoond. De wielrenscene daar en de vorm die ik aan het eind had motiveert mij nog dagelijks.

Mobiele versie afsluiten