Je zult maar wielrenner zijn. En zo snel mogelijk tegen bergen op moeten klimmen. Mij niet gezien. Bergen zijn rotdingen, weet ik sinds ik tijdens een fietsvakantie onbedoeld in een Schots skigebied terechtkwam. Vijf kilometer lang was de klim, denk ik mij te herinneren. Maar misschien voelde het alleen maar zo. Voor fietsers met klimmersbenen (en zonder volle fietstassen) zal het anders zijn maar ik vervloekte die bergen. Klootzakken zijn het. Rot nou eens op met je stijgingspercentage! En – nog erger – met die fata morgana-bochtjes die je doen hopen dat de klim snel voorbij is. Ben je dat bochtje voorbij, dan weet je wel beter. Waar is nou de top? Argh!
Of Dick Bruijnesteijn (artiestennaam Dik Bruynesteyn) ooit op de fiets een berg beklommen heeft, weet ik niet. Maar de gisteren overleden sporttekenaar kon het bergop fietsen goed invoelen. Hoe? Hij gaf de bergen een gezicht. Maakte er in zijn tekeningen levende wezens van. Die je – zo je wilt – kon uitschelden. Of kon liefkozen.
Bruynesteyns bergen lachen of kijken sip. En in sommige gevallen angstig. Dit al naar gelang de klimcapaciteiten van de wielrenners die hij op dat moment portretteert. Kijk naar Luis Ocaña, de Spaanse ronderenner en klimmer. De bergen lachen hem toe. Letterlijk.
Dan Jan Janssen, geen klimmer pur sang, maar een coureur die dankzij z’n sluwheid en strijd met de besten mee kan. Daar zijn ook Bruynesteyns bergen naar: argwanend, aanmoedigend, afwachtend. De bergen van Piet Damen kijken de behoorlijke klimmer wat neutraal in het gezicht. Damen won als amateur de befaamde Vredeskoers maar brak als prof niet helemaal door. Tja, wat doe je dan als berg van Bruynesteyn?
Dick Bruijnesteijn is dood, leve Dik Bruynesteyn! Leve zijn prachtige sportkarikaturen!
- UCI-man springt en juicht voor Jopie - 25/09/2020
- Raad het plaatje - 25/09/2020
- De spreekwoordelijke rode lantaarn - 18/09/2020
Het Schots skigebied moet Glenshee geweest zijn , en de klim die je waarschijnlijk bedoelt noemt men de Devils Elbow , die leidt over de Cairnwell Pass tot in het skicentrum van Glenshee.
De oude weg kende stukken van tot 25% in de haarspeldbochten , die oude bochten zijn nog te zien naast de nieuwe weg die minder steil en bochtachtig is.
Er zijn vele mooie foto’s van de Devils Elbow te zien op google.
Heb m’n dagboekje van toen er even op nageslagen. Woensdag 28-8-1996 heb ik inderdaad Devils Ebow beklommen. Ik heb grote delen gelopen…
29-8-1996 was mijn herinnering ‘erger’. Ik moet meerdere malen van de fiets (om te lopen) tijdens een volgens mij 5 kilometer lange klim. Boven paseer ik ‘Lecht Ski Centre’ …
Ja , dat klopt , de Lecht , heel zwaar en lang , jaren terug ben ik ook die weg gegaan , vertrokken uit het dorpje Kirkmichael over de Devils elbow naar het Lechtskicentrum.
Wij noemen al die wegen ” sticky ” dwz je plaakt op de weg en geraakt geen meter vooruit.
De Lachende Lecht, een echte Bruynesteyn Berg.