HET IS KOERS!

Boekrecensie: Jan Ullrich en de angst om te winnen

Foto: Creative Commons

De Ullrichwinter begon ooit als een Ullrichzomer. In de zomer van 1988 stelt moeder Marianne Ullrich een trainingsverbod in voor de 14jarige Jan die furore begint te maken bij Dynamo Berlin. Ze voert hem ijsjes en levert hem na die zomer geheel uit vorm weer af bij de Oost-Duitse trainers. Binnen de kortste keren is Der Jan echter weer topfit.

Het is dit jaar 25 jaar geleden dat Jan Ullrich zijn eerste en enige Tour wint. De eerste en enige Duitser tot nu toe. Maar verwacht geen huldiging in de Tour. De organisatie zit wat verlegen met Ullrich. Waar andere zondaars terug in de boezem van het meereizende circus worden opgenomen (Jalabert) of actief zijn in deelnemende ploegen (Vinokoerov, Aldag, Zanini etc. etc. ) heeft Ullrich het onhandiger aangepakt. Maar dat is ook typisch Ullrich.

Allemansvriend
Een allemansvriend die het telkens weer verknalt. Dat is het beeld dat naar boven komt in de zeer geslaagde biografie van Ullrich, geschreven door Daniel Friebe. De Brit heeft er een zeer gedegen, meer dan 500 pagina’s tellend verhaal van gemaakt. Het is niet alleen het levensverhaal van Ullrich, maar ook een portret van het Duitse wielrennen, de Telekomploeg, het dopingnetwerk van Unikliniek Freiburg en een schets van de dynamiek tussen Ullrich en Armstrong.

Friebe heeft zowat iedereen gesproken. Van Lance Armstrong tot Luigi Cecchini. Van de eerste trainer van Ullrich tot zijn huidige buddy. Hij beperkt zich niet tot anekdotes en levensgebeurtenissen. Hij schetst een groter verhaal dat gaat van het Oost-Duitse sportsysteem tot de psychologie van een getroebleerde sporter. Misschien wel de beste (Freudiaanse) duiding van der Fall Ullrich citeert Freibe uit de pen van Burkhard Spinnen die in de Frankfurter Allgemeine schreef dat Ullrich wellicht bang was voor succes en de eenzaamheid die daarbij hoort, ‘de aantrekkingskracht die ons naar onze vijanden, demonen en, ja, nederlagen terugdrijft.’

Ullrich in 2014 Foto: Creative Commons

Armstrong
Nadat Ullrich in 1997 de Tour wint, zijn de kenners overtuigd dat hij een ongeëvenaarde reeks neer gaat zetten. Niemand zal deze geweldenaar kunnen verslaan. En dan komt Armstrong. Dat is lange tijd de geldende verklaring, maar zowat iedereen die Friebe spreekt, zegt dat Ullrich de betere renner was dan Armstrong. Ook in 1998, zonder Armstrong, verspeelt Ullrich al knullig (het regenjasje op de Galibier en de hongerklop) de winst in de zogenaamde Festinatour aan Pantani.

De top van het wielrennen bestaat in 1999 naast Ullrich uit Pantani, Frank Vandenbroucke, Mario Cipollini en Lance Armstrong. Het is een imposant en veelzeggend clubje van gevallen en overleden renners die Friebe in de eerste pagina’s op een rij zet. Veel heeft het niet gescheeld of Ullrich hoorde door zijn strapatsen van de afgelopen jaren bij de overleden renners, maar vooralsnog is hij er nog en lijkt het iets beter te gaan.

Oost-Duitsland
Het is lastig om een hoofdreden te noemen die zorgt voor de teloorgang van Ullrich. Friebe noemt er enkele, van de afwezige vader (net als bij Armstrong), zijn goedmoedige karakter, de verkeerde ploeg, foute vrienden, verslavingsgevoeligheid, ADHD en misschien wel heel vroeg toegediende doping. Dat laatste is speculatie, net zoals dat Friebe soms iets te veel alle Oost-Duitse sporters die de Wende meemaken op een hoop gooit.

Ullrich in 2004. Foto: Flickr

Het zal een combinatie van factoren zijn. Opvallend is hoe aardig en goed iedereen Ullrich vindt. Zet de kop van Zabel op het lijf van Ullrich en je hebt een renner die niet te verslaan is, zeiden ze bij Telekom. Maar juist in die ploeg liep alles verkeerd. Als je het woord psychologie in de nabijheid van Walter Godefroot liet vallen was dat al bijna reden voor ontslag, terwijl Ullrich zeer gebaat was geweest bij psychologische begeleiding. Rudy Pevenage vertoonde verraderlijk gedrag en het antidopinginstituut van de Freiburgse universiteit waar Telekom graag mee pronkte, leverde tegelijkertijd de doping.

Doktoren
Friebe legt ook mooi de werkwijze van al die andere doktoren bloot: Ferrari, Conconi, Fuentes en Cecchini. Thomas Dekker vertelt in het boek wat die aantrekkingskracht van Cecchini is en waarom Ullrich er in 2003 opleeft. Maar ook dan is het voor even en gaat het weer mis. Zoals het ook mis gaat na zijn carrière. Mislukte huwelijken en relaties, klinieken en zelfs een vriendschap met Armstrong.

Het is een boek met een open einde. Ullrich zou die erkenning van bijvoorbeeld de Tourorganisatie wel graag willen, tegelijk wil hij de anonimiteit. En hij kan zichzelf moeilijk uitdrukken. Een knoop die amper te ontwarren is. Het is tragisch, maar levert wel een prachtig boek op.

 

Daniel Friebe – Jan Ullrich, De man, de mythe, de waarheid
528 pagina’s
Uitgeverij Thomas Rap
ISBN: 9789400407787
Te koop in de boekhandel of via Bol.com

Mobiele versie afsluiten