HET IS KOERS!

Bol in de Vuelta (13): een te zuinig plasje bij de dopingcontroleur

Gisteren stond er in de Vuelta een tijdrit op het programma, vandaag een heuvelachtige rit met kansen voor een groep vluchters. We spraken met Jetse Bol over twee pittige koersdagen en een dopingcontrole die langer duurde dan gewenst.

Jetse Bol: ‘De tijdrit kan ik kort over zijn. De dag voor de tijdrit kreeg ik pas mijn nieuwe tijdritfiets, dus veel tijd om hem af te stellen was er niet. Tijdrijden is zo’n specialisatie dat als je er weinig of niet (in mijn geval) op traint het resultaat in een deelnemersveld als dat van de Vuelta tegenvalt. Ik was nog wel van plan om lekker hard door te rijden, maar na amper drie kilometer zaten mijn hamstring en billen al zo vast dat ik dat idee snel heb laten varen. De hele tijdrit voerde ons langs de glooiende kustwegen met een straffe tegenwind. Ik heb wel nog van fiets gewisseld onderaan de klim, al was dat niet om tijd te winnen, maar meer om comfortabel de laatste helse kilometer op te fietsen. Eenmaal op mijn wegfiets voelde ik mij een stuk beter en ik ben dan ook benieuwd wat mijn resultaat geweest zou zijn als ik de hele tijdrit op de wegfiets had gereden.’

Wat vind jij van tijdrijden? Heb je er iets mee?

‘Lang geleden was ik er redelijk bekwaam in. Bij de nieuwelingen ben ik zelfs nog Nederlands kampioen geweest en als junior heb ik het WK nog gereden. Bij de profs is het niveau in het tijdrijden echter zo hoog dat ik er weinig aandacht meer aan besteed. Volgend jaar begint de Vuelta echter ’thuis’ in Burgos met een tijdrit, dus het zou wel verstandig zijn om het weer wat serieuzer op te pakken.’

Is zo’n tijdrit voor jou nou een halve rustdag of juist niet?

‘Kijkend naar de uitslag zou je dat wel verwachten, maar even goed moet je nog hard doorfietsen om niet buiten tijd te komen. Wat echter nog wel het langst duurde was de dopingcontrole na afloop. Iemand had besloten dat ik na mijn imponerende tijdrit op controle moest. De dopingcontroleur vroeg of ik gelijk kon plassen en heel mans zei ik ’Ja ik kan altijd plassen na de koers’. Dat klopte ook, alleen was het wel een heel zuinig plasje. Ik kreeg er maar 40 milliliter uitgeperst in plaats van de gewenste 100. Ik moest weer terug naar de wachtkamer en heb het op een zuipen gezet. Uiteraard – en helaas natuurlijk – wel water. Nadat er ruim 1,5 uur verstreken was kon ik toch de sample vullen met de gewenste 100 milliliter. Daarna wachtte me echter nog een autorit van ruim 2,5 uur naar het volgende hotel. Na nog geen 40 kilometer maande ik de ploegleider al tot stoppen omdat ik ontzettend nodig moest. Dat herhaalde zich nog een een keer en uiteindelijk kwamen we pas om acht uur aan in het hotel; vandaar dat we gisteren update konden doen en dit verslag even doorgeschoven is naar vandaag. Ik moest bij aankomst in hotel namelijk nog masseren en eten.’

‘De volgende ochtend schoven we om acht ’s ochtends alweer aan voor het ontbijt omdat de start vandaag iets eerder was; we moesten namelijk ruim 200 kilometer koersen. De etappe van vandaag was een dag waarvoor ik  mijn roomie Alex (Molenaar, red.) al twee weken bang aan het maken was. Het werd een echte etappe van op hol geslagen paarden die maar niet te temmen waren. Gelijk vanuit het vertrek begon het grote demarragefestival. Ik had vandaag aangestipt als dag waarop ik graag mee wilde zitten, maar mijn benen explodeerden al volledig na een kilometer of twintig. Uiteindelijk reed er een hele sterke kopgroep weg, maar bleef de rest van de dag het tempo in het peloton ook nog erg hoog. Volledig uitgeput bereikte ik de finish en ik kan niet zeggen dat ik uitkijk naar de dag van morgen… Voor morgen staat het ontbijt al om zeven uur gepland, de etappe is 230 kilometer lang met zo ongeveer de hele dag tegenwind en een grote kans op regen. Vast een mooie 5 november om lekker in je zetel koers te kijken, haha.’

Foto: Stephan van der Zwan / Procyclingstats

Mobiele versie afsluiten