De 35 beklimmingen van de Amstel Gold Race 2018 lagen er goed bij. Het had die nacht geregend, maar in de ochtendzon droogde het decor snel op. In de dalen hing nog een tere lentenevel. Dotten witte bloesems hingen overal als bruidsboeketten in de bomen. Zuid Limburg toonde zich van haar mooiste kant. De renners op de Markt in Maastricht klonken monter in de korte interviewtjes vooraf. Ook zij hadden er zin in.
Vrolijkheid heerste, maar ook ernst. Koersdirecteur Leo van Vliet eerde de overleden Michael Goolaerts met een indrukwekkende 1 minuut stilte. En toen reden ze weg.
Al snel ontstond er een fijne kopgroep met daarin de jonge Oscar Riesebeek (Roompot, 25 jaar) en de wat oudere Bram Tankink (Lotto-Jumbo, 39 jaar).

De AGR van dichtbij meemaken doe je het beste vanuit een stacaravan langs het parcours in een lang weekend. W. en ik hadden er eentje gehuurd met uitzicht op de Camerig (3,8%), maar natuurlijk zouden we in de berm gaan staan bij de twee passages, 1 bergop en 1 bergaf.
Toen we vrijdag op de camping aankwamen werden ons de verwachte doorkomsttijden gemeld: om 13 en 14 uur ongeveer. Onze buurman liep in een Tour de France T-shirt, overal stonden racefietsen: de sfeer zat er meteen goed in.

Op zaterdagochtend spotten we vanuit onze hoekbank al ver vóór de koffie de eerste toertochters, die niet allemaal even soepel omhoog dansten vanuit het dal. Een fraai gezicht. Man en vrouw. Jong en oud, dik en dun.
Ook wij fietsten delen van het parcours. Laat ik denkend aan Dotan er maar meteen bij zeggen dat wij tijdens dit weekend op e-bikes reden. En dan nog er doorheen zitten op de Eyserbosweg.
Op voorhand bulkten wij dus al van het respect voor de renners.

Op zondagochtend volgden we de aanloop naar het startschot van de koers op tv bij Limburg 1, in de hoop dat zij – na het urenlang voorstellen en de start – ook de eerste koersuren zouden uitzenden, maar helaas.

Vooraf zei Tankink dat dit echt zijn laatste AGR zou worden. Als hij hem zou winnen, zou hij zelfs morgen stoppen met fietsen. Hell no! En zo kwam het dat ik op die mooie zondagmiddag in april keihard ‘Bram, Braaaaaaam’ riep toen hij langs klom in dat kopgroepje. Kort keek hij mij aan.
Wat kon ik verder roepen? Bedankt voor alles, voor al het leuke dat je in het wielrennen bracht, je grappen en grollen, je woordspelingen, je adremme reacties, dat je tijdens de Tour de France van 2006 het boek Ik, Jan Cremer las, bedankt dat jij al die jaren meedeed, dat je viel en weer opstond, dat je columns schreef, dat je de mensen liet meeleven met jouw wielerleven. En natuurlijk zit er achter elke Jantje lacht een Jantje huilt.
Dat was wat veel tekst geweest vanuit de berm.

En ik was niet de enige. Later twitterde je: ‘Laatste Amstel, mooiste Amstel. Iedereen bedankt voor de aanmoedigingen. Ik denk dat mijn medevluchters nu een mantra in hun hoofd hebben. Hup Bram, Hup Bram.’
Sorry Bram, dat we zo schreeuwden. Dat krijg je ervan:
18 jaar prof.
16 verschillende shirts
15e start in Amstel Gold Race
0 overwinningen, maar wat een karakter!

PS Hoe zullen we het verder aanpakken met het Bram-bedanken?

Dé Hogeweg
Laatste berichten van Dé Hogeweg (alles zien)