HET IS KOERS!

Circular cycling: naar een werkelijk groene wielerwereld

Wielrennen is gezond en goed voor het milieu. Ja nou ja, niet echt. Natuurlijk: als je de fiets pakt in plaats van de auto, dan is dat een groene keuze. Zelfs als de fiets in plaats van het openbaar vervoer komt. Maar de aanschaf van een fiets is an sich niet groen. Fietsen zijn nog steeds overwegend gemaakt van niet altijd even milieuvriendelijke materialen. En ze worden van de andere kant van de wereld naar Europa gevlogen om verkocht te worden. Dit draagt nu niet direct bij aan een groenere wereld.

De professionele wielerwereld kan al helemaal niet een schone sport (pun intended) genoemd worden. Met het steeds maar groter wordende wagenpark van alle wielerploegen. De tientallen motoren die er tijdens een wielerwedstrijd om het peloton heen razen. Er zijn wel kleine initiatieven om de sport groener te maken: speciale afvalzones tijdens wedstrijden en biologisch afbreekbare bidons. Maar dat zet natuurlijk geen zoden aan de dijk. Terwijl dat wel nodig is om de desastreuze gevolgen van onze globale consumenteneconomie te doen terugdringen. Daarom moeten we naar circular cycling.

Een nobel idee

Een echte revolutie, dat is er nodig om het tij te keren, menen auteurs en ondernemers Erik Bronsvoort en Matthijs Gerrits. Een technische studie aan de TU Delft en hun fietshobby als gemeenschappelijke factoren verbonden hen met elkaar. Ze begonnen zich in de loop der jaren zorgen te maken over wat de wielerwereld voor schade aan het milieu veroorzaakt. Het leidde tot de oprichting van start-up Circular Cycling, waarmee de mannen ‘UpCycles’ aanboden; fietsen op basis van gerecyclede en tweedehands materialen. Want er verdween veel te veel als afval of in de befaamde ‘Box’ met fietsspulletjes die menig fietser in de garage of schuur heeft staan.

Maar het bleek niet haalbaar te zijn om een financieel gezond bedrijf op te bouwen met dit principe. Te veel uitzoekwerk om verschillende onderdelen met elkaar te laten praten en vaak ook volledig niet mogelijk. Daardoor werd ook bij Circular Cycling de Box met fietsspulletjes steeds groter, in plaats van dat er fietsen mee werden afgemonteerd. De productie van UpCycles werd opgedoekt, maar de mannen gaan door met het verkondigen van hun boodschap. Ze richten zich nu op het omgooien van de hele industrie. De creatie van een circular cycling-wereld, een circulaire economie.

Op zijn kop

Want het is nodig om iets te veranderen. Echt nodig. Kijk alleen al naar het gebruik van natuurrubber: zodra er geen alternatief wordt gevonden voor hoe het natuurrubber momenteel wordt gewonnen, zal de vraag in 2022/2023 al het aanbod overstijgen, melden de heren. Daarnaast toonde een door Specialized geïnitieerde Life Cycle Analysis-studie aan dat er maar liefst 2250 liter water nodig is om één kilogram carbon te produceren. Voor aluminium is dit minder, maar nog steeds 1250 liter voor één kilo. Bovendien levert de productie van één kilogram ketting wel 4 kilogram afval op. Indrukwekkende en beangstigende getallen.

Er zijn al bedrijven die zich (deels) zijn gaan richten op een milieuvriendelijke productie van spullen. Zo lanceerde Apollo Vredestein al een 25mm Fortezza Flower Power-band, gemaakt van paardenbloemrubber, en deed Continental hetzelfde in de 35mm Urban Taraxagum-band. Maar het is rommelen in de marge.

De wielerwereld moet op zijn kop. Van een lineaire economie, waarin zo veel mogelijk nieuwe fietsen worden gemaakt om zo snel mogelijk te verkopen, waardoor die in korte tijd weer op de afvalstapel terechtkomen, moeten we naar een circulaire economie. Waar de levenscyclus van producten wordt verlengd, er meer wordt gerecycled en materialen worden gebruikt die minder schadelijk zijn voor de natuur, of zelfs voedend kunnen zijn.

Een fiets met vier onderdelen

Het is een prachtig idee, maar eentje die de wielerwereld zoals we die nu kennen inderdaad wel op zijn kop zet. Wat Bronsvoort en Gerrits voorstellen is het idee van circular cycling. Een ‘circulaire’ fiets, die grofweg bestaat uit vier onderdelen. Het ‘Platform’, wat bestaat uit het frame, de stuur met stuurpen en zadel met zadelpen, is het onderdeel met de langste levenscyclus en schaft de koper daarom zelf aan. Dit kan een nieuw frame zijn of een tweedehands, al dan niet gerepareerd als het carbon kapot is gegaan en eventueel opnieuw gespoten. Er is een terugkoopgarantie van de fabrikant na een aantal jaar, zodat die het Platform kan recyclen of op een juiste manier kan lozen.

De ‘Powertrain’ bevat alle grote onderdelen die het meest kwetsbaar zijn: de wielset, de groepset en pedalen. De Powertrain-onderdelen worden niet gekocht door de consument, maar geleased bij de fabrikant. Door middel van een ‘Computer’ wordt met behulp van sensoren in en op de fiets bijgehouden wat de staat van de verschillende onderdelen van de Powertrain is, worden gebruikers eraan herinnerd dat ze hun fiets moeten schoonmaken of onderhouden, of wordt aangegeven dat de fietser het onderdeel kan ruilen voor een nieuw exemplaar, omdat het aan het eind van zijn levenscyclus is. Uiteraard zijn er verschillende abonnementen voor verschillende prijsklassen.

De Computer wordt net als het Platform gekocht door de fietser zelf en voedt alle informatie aan een fietspaspoort, waarin werkelijk alle gegevens van de fiets staan. Van elk onderdeel op je fiets zou je in het paspoort dus moeten kunnen lezen hoe oud het is, of het nieuw of gerecycled is en in welke staat het op dat moment verkeert. Tot slot zijn de ‘Consumables’ de kleine onderdeeltjes die het hardst slijten, maar het goedkoopst zijn. Deze koop je ook zelf, maar hier moet de grootste verandering plaatsvinden in gebruik van materiaal. Dat moet milieuvriendelijker.

Een fiets is dus niet meer een standaard model. Het wordt weer een beetje meer als vroeger, toen je ook nog je fiets zelf kon opbouwen met alle onderdelen die je wilde. Alleen dan met tweedehands, gerecyclede of ‘refurbished’ onderdelen ertussen.

Ontelbare abo’s

Het is een nieuwe wereld, eentje die duidelijk een revolutie nodig heeft om tot stand te komen. Het is een compleet andere manier van denken. De mannen erkennen dat zij zeker niet op alles het antwoord hebben en dat het een beginpunt is vanwaaruit verdere discussie moet volgen. En dat is zeker nodig, denk ik, want ik zie nog wel enkele puntjes die naar mijn idee verder moeten uitgewerkt worden.

Dit model gaat bijvoorbeeld uit van één complete fiets per gebruiker. In dat geval werkt het perfect zoals de Circular Cycling-mannen het voorstellen. Maar hoe gaat het als je bijvoorbeeld meerdere sets wielen wilt gebruiken? Dan moet je voor elke set dus een apart abonnement afsluiten. En we hebben al zo veel abonnementen in ons leven! Of je kunt een tweede wielset huren op het moment dat je die nodig hebt – maar dat is gedoe en we zien dat de voorspelde deeleconomie zich nog niet zo hard ontwikkelt als gedacht.

Daarnaast gaat het om kwaliteit: mijn goede wielen met hoge carbonnen velgen komen alleen tevoorschijn voor een wedstrijd en worden daarbuiten netjes weggezet, zodat ze weinig slijten. Als je dergelijke wielen zou huren, weet je dat het ook zo kan voorkomen dat je een set wielen krijgt dat al flink gebruikt is en wat daar ook aan te zien is. Het is een nobel streven dat je in een dergelijke opzet altijd goede producten krijgt van hoge kwaliteit, maar de praktijk van huurproducten laat ook zien dat niet iedereen even voorzichtig omgaat met zijn spullen; zelfs niet als we allemaal fietsliefhebbers zijn.

De Box verdwijnt?

Ik zie het sowieso nog niet helemaal voor me (maar dat kan zijn omdat we nog pre-revolutie zijn en deze ontwikkeling zich eerst moet voltrekken): is er dan geen enkele fietser meer met zijn eigen wielset? Met zijn eigen cassettes? Ik heb genoeg vrienden die sleutelen aan fietsen heerlijk vinden, die voor elk mankementje aan mijn fiets wel weer een oplossing hebben. En onderdelen graag uitwisselen, tussen hun eigen fietsen, tussen elkaars fietsen. Dat zou dan niet meer kunnen, omdat de Box met fietsspulletjes niet meer bestaat. Dat zou beter zijn voor het milieu en misschien moeten we ons eigen verlangen of onze eigen gewoontes ook wel opzij zetten om beter voor dat milieu te gaan zorgen, maar het is wel een erg groot verschil met hoe we nu werken.

Het belangrijkste punt dat mij op dit moment echter sceptisch maakt over het succes van een mogelijke revolutie is de noodzaak. Persoonlijk zie ik de noodzaak, zeker op lange termijn, absoluut. Ik ben zelf ook steeds bewuster van het klimaat en de rol die wij daar als mensen in spelen. Maar over de gehele wereld zie je dat financieel gewin momenteel vaak nog boven de zorg voor de natuur gaat.

Wie gaat dus die stap zetten? Bronsvoort en Gerrits zetten perfect uiteen hoe je met circular cycling geld kunt verdienen, waar de marges zitten en wat het verdienmodel kan zijn. Maar dan moet wel iedereen mee, of op zijn minst een groot gedeelte. Ik vrees ervoor dat er dwang van bovenaf nodig moet zijn om dit te bewerkstelligen. Alhoewel de schrijvers daar een rol zien weggelegd voor de UCI, denk ik niet dat zij deze rol zullen pakken. Ik verwacht dat de revolutie pas ontketend kan worden als er overheidsdwang bij komt kijken – maar is het dan nog wel een revolutie?

Circular cycling en een beter milieu

De mannen hebben zeker niet hét antwoord op de milieuproblemen waar de wielerwereld, net als de rest van de wereld, voor staat. Daar zijn ze zich ook zeer bewust van. Maar het houdt ze niet tegen om het gesprek aan te gaan, mensen te inspireren en een poging te doen de beweging in gang te zetten. In de hoop de revolutie te ontketenen waar ze naar zoeken. En misschien is dat ook wel mogelijk. Misschien gaat niet de gehele wielerwereld op zijn kop, maar als de helft van de industrie al werkt volgens circular cycling, dan zijn we ook al een eind op weg.

Het is een interessant en noodzakelijk onderwerp om over na te denken. In het boek worden ook tips gegeven over hoe iedereen op individueel niveau al stapjes kan zetten. Een beter milieu begint bij jezelf, dat idee. Het boek is met 25 euro aan de dure kant, het e-book kun je voor 10 euro aanschaffen. Best prijzig als het idee erachter belangrijker is dan het persoonlijk financieel gewin. Maar in het kader van practice what you preach moedigen ze wel aan het boek door te geven, te delen – te recyclen – en niet ongebruikt in de kast te laten staan. Schaf het dus bijvoorbeeld als vriendengroep, bedrijf of organisatie aan en geef het van hand tot hand. Laat je inspireren, draag je steentje bij en laten we van wielrennen een echte groene wielerwereld maken!

Mobiele versie afsluiten