Hooguit een paar keer in het wielerleven van een knecht staat alles op z’n kop. Dan worden bidons juist voor hem gehaald. Zijn de camera’s voor de verandering op zijn voorkomen gericht. Zit de eerste volgauto hem op de hielen. En komt de jongensdroom tot leven waarmee zijn reis van wielrenner startte.

De Giro van 2010 was zo’n moment.

“Ik weet het nog goed. Het was het jaar nadat Mensjov het roze had veroverd. De Giro startte in Amsterdam. We koersten dat jaar zonder uitgesproken kopman. Iedereen mocht voor zijn eigen kansen gaan. Dat hoefde je mij niet twee keer te zeggen. Ik werd twaalfde in de proloog, tiende in de afsluitende tijdrit en miste op een haar na het roze tijdens de etappe naar Middelburg. Door veelvuldig mee te springen in een ontsnapping werd ik zelfs eindwinnaar van het klassement om de tussensprints. Helaas was het alleen een geldprijs. Dus geen trui, geen beker, geen podium. Dat was balen. Maar uiteindelijk geeft de sportieve prestatie me meer voldoening dan een kus van een rondemiss.”

Mocht de missie van Dumoulin deze Giro mislukken, dan baalt Stamsnijder als een stekker. Een dag lang. Om zich daarna weer even gemotiveerd leeg te rijden voor sprinter Bauhaus of een andere teamgenoot. Zo deed hij het voor Mensjov. Voor Kittel. Voor Degenkolb. Zo doet hij het altijd. Voor iedere teamgenoot die maar een kans maakt op een overwinning.

Een knecht die zonder morren bereid is zijn eigen kansen aan de kant te zetten voor die van een ander, heeft klasse.
Maar een knecht die zijn jongensdroom levend weet te houden, is goud waard.

 

 

 

 

 


 Stammie’s Giro. De 100ste Giro d’Italia in het wiel van Tom Stamsnijder, Twentse meesterknecht van Team Sunweb
Martijn Kogelman
Laatste berichten van Martijn Kogelman (alles zien)