HET IS KOERS!

Dagboek Tour (7): De schijnbare zinloosheid en het eindeloze genot

Gisteren in de namiddag werd ik op uiterst laaghartige wijze uit mijn dagdromerij gerukt. Een online petitie was de boosdoener. Omdat ik zelfs het risico niet wil nemen mijn denkbeeldig publiek op ideeën te brengen, deel ik de petitie hier niet. De beschrijving zegt wel voldoende: ‘Lange vlakke etappes zijn een crime om naar te kijken. Het heeft geen enkele meerwaarde en buitengewoon saai.’

Er zijn twee soorten lieden die naar wielrennen kijken. Voor de eerste groep heeft wielrennen pas waarde als er zichtbare actie is. Is dat niet het geval zoals in vlakke etappes van ruim 200 kilometer, wordt deze groep opstandig. Er ontstaan klaagzangen. Lelijke woorden als tv-product, hedendaagse mediaconsument en verdienmodellen vallen. Voor dit soort van naar eigen zeggen wielerliefhebbers kunnen de eerste vijf uur gerust geschrapt, Kittel wint toch hoe dan ook. Kenmerkt voorts deze groep: een gebrek aan gemoedsrust, gejaagdheid en zo blijkt weinig overtuiging over het nut van grammaticale regels.

Ik behoor toevallig tot de tweede strekking. Een vlakke etappe kan me niet lang genoeg duren. Het is een zalig nietsdoen. De groep die er zo over denkt wordt wel elk jaar kleiner en kleiner. Moet ik de commentaren geloven, toont elke vlakke etappe het failliet van de wielersport aan. Nadat in de Tour van 1999 niemand de proloog won, heetten de ritwinnaars in de eerste week Jaan Kirsipuu, Tom Steels (x2) en Mario Cipollini (x4). Dat waren ongetwijfeld ritten die bol stonden van spektakel en suspens. De wielersport wordt niet saaier. De kijker stelt zich aan en is conform de tijdsgeest buitengewoon veeleisend.

De Tour is een proeve van duur en uithouding gespreid over drie weken. Elk uur spektakel is niet realistisch. Het is de Vuelta niet. Zelfs in de hoogdagen van het epotijdperk niet, toen het peloton geregeld baaldagen nam en de ontsnapping een kwartier of meer gunde. Een etappe van 180 in plaats van 220 kilometer, zou dat het verschil maken? Er is voor zover ik weet niemand verplicht de gehele integrale uitzending uit te zitten (ik raad het niet af), behoudens wielercommentatoren die de gelegenheid krijgen hun kunde te tonen.

(De kwaliteit van wielercommentaar meet u niet in volle finale wanneer commentatoren ertoe gedwongen zijn louter de actie op hun schermpje te beschrijven, maar rond 14u45 midden in de eindeloosheid van de etappe waar het aankomt op vertelkunsten en improvisatievermogen. Ofschoon ik mijn zintuig om talkshows te verteren in mijn jeugd altijd heb verwaarloosd, wist ik toen veel, is Vive le Vélo oppervlakkigheid troef vergeleken met wat Wuyts en De Cauwer uren achter elkaar weten te brengen terwijl er zogezegd niets gebeurt. (Mijn zintuig is wel net ontwikkeld genoeg om probleemloos De Avondetappe te overleven, dat ik sedert het vertrek van Mart Smeets niet bekijk om de grillen van Mart Smeets maar om het programma zelf, dit geheel terzijde))

Met of zonder wielercommentaar, de vraag die de eerste groep haast triomfantelijk stelt omdat hun gelijk naar eigen aanvoelen erin vervat zit is de volgende: wat is het nut van lange, saaie sprintetappes? Uit deze vraag mag blijken dat spektakel en actie de norm zijn om de waarde van een wielerwedstrijd te bepalen. Ook dat wielrennen zich maar heeft aan te passen aan de wensen van de consument die schijnbaar veelal niet verder reiken dan oppervlakkig en vanzelfsprekend vermaak. En dat het nut van naar wielrennen kijken kennelijk niet te definiëren valt zonder externe aangelegenheden erbij te betrekken. Het komt niet in ze op dat het nut van wielrennen en ernaar kijken erin besloten ligt.

Ik kan er niet mee leven. Waarom moet de grootste zinloosheid een aanwijsbaar nut hebben? Waarom kan iets niet nuttig zijn om wat het is? Om wat het kan zijn? Om wat het nu toevallig niet is? Waarom denken nuttigheidsdenkers zelfs het wielrennen te moeten inpalmen, de sport waar mannen van A naar B fietsen zonder goede reden en miljoenen mensen hiernaar kijken? Waarom kijk ik godganse dagen naar wielrennen?

Het nut van naar wielrennen kijken is het naar wielrennen kijken zelf. Betreft dit een peloton dat 190 kilometer een eenzame vluchter stalkt, een waaieretappe of een ploegentijdrit (al moet ik nu ook niet overdrijven), het is van geen belang, gefietst wordt er. Lieden die zich hiermee niet kunnen verzoenen, moeten maar eens nadenken of wielrennen iets voor hen is en wie ze werkelijk zijn. Deze namiddag hebben ze er de tijd voor.

Ter afronding wat heuglijk nieuws. Vandaag wacht me hetzelfde als gisteren, toen ik rond 14u een livestream aanzette, de tijd verwachtingsloos liet voorbij glijden, af en toe een idee liet binnenwaaien zonder dat dit van tevoren de bedoeling was en er voorts niets gebeurde tot de voorspelde massaspurt zich aandiende.

Ik doe de waarheid geweld aan: de tussensprint heb ik overgeslagen. Te veel opwinding.

Mobiele versie afsluiten