De manier om met minder geld de kern van de ploeg in stand te houden is bezuinigen. Net als de rest van het Nederlandse bedrijfsleven zal Richard Plugge de broekriem moeten aanhalen. De meest voor de hand liggende besparing is het vertrek van enkele dure toppers. Van Mollema wordt aangenomen dat hij in 2015 voor Trek rijdt, Lars Boom wordt in verband gebracht met Team Sky. Wat er met Robert Gesink gebeurt is onduidelijk, al twitterde hij gisteren dat we ons vooral geen zorgen hoefden te maken.
@hetiskoers Gewoon lekker rustig afwachten! Maar maak je om mij maar geen zorgen! :)
— Robert Gesink (@RGUpdate) July 21, 2014
Gezien de binnenlandse belangen van de Lotto, zal de ploeg van 2015 een Nederlandse kern hebben. Het meest waarschijnlijke scenario is dat waarin de talentvolle Wilco Kelderman de spil van het team wordt. Dat een klassementsrenner de belangrijkste troef wordt is door het grote commerciële en sportieve belang van de Tour de France een logische keus. Robert Gesink zou mogelijk bij de ploeg blijven als adjudant van Kelderman, of als schaduwkopman. Of Gesink met die rol genoegen neemt, is de vraag. Laurens ten Dam heeft een doorlopend contract en zal vermoedelijk dezelfde rol vervullen als dit jaar: die van vliegende keep in de grote rondes.
Voor de klassieke kern van het team zal de ploegleiding kiezen voor Sep Vanmarcke, die net als Ten Dam al een contract heeft voor 2015, en de jonge Moreno Hofland. Naar verwachting zal de ploegleiding ook vasthouden aan Maarten Tjallingii en Maarten Wynants, als belangrijke pionnen in het klassieke werk.
De grote vraag is wat er gebeurt met renners als Martijn Keijzer, Jetse Bol, Marc Goos en Rick Flens. Is er ook voor hen plaats in het team van 2015? In dat opzicht is het interessant om het hoofd eens te draaien naar het nieuwe Orange Cycling. Krijgt die ploeg zijn financiering rond, dan ontstaan er nieuwe mogelijkheden voor renners die bij Lotto-BrandLoyalty uit de boot dreigen te vallen.
Een andere belangrijke vraag is wat er met ploegleiders, trainers en ander personeel gebeurt in 2015. Vanuit bedrijfseconomisch oogpunt lijkt de samenwerking tussen het schaats- en wielerteam vooral ook kansen te bieden voor synergie – een gevreesd eufemisme voor ‘we gaan overbodige functies laten vervallen’. Het is niet denkbeeldig dat trainers, coaches en andere stafleden van de schaatsploeg zich in het wielerseizoen actief met de fietsende sporters gaan bezighouden en vice versa.