Achteromkijken is er nauwelijks bij in de Tour de France. Morgen misschien, wanneer de rustdag gelegenheid geeft tot uitrusten en de stand opmaken. Desondanks, al tijdens de bikkelharde etappe van deze zondagmiddag: een terugblik op de eerste tourweek aan de hand van mijn dagelijkse column op nrc.nl:

Zaterdag 2 juli, 191,5 kilometer tussen Passage du Gois en Mont des Alouettes

We zijn onderweg. Lieuwe Westra is de eerste Nederlandse naam in een ontsnapping, maar we zien allemaal dat het niet gaat standhouden. Wat een kalme introductie naar drie weken ronde moet worden, zet direct de verhoudingen op scherp: een onoplettende toeschouwer veroorzaakt een enorme valpartij. Belangrijkste slachtoffer is Alberto Contador, die een minuut en twintig seconden verliest. Er zijn erbij die hem alvast afschrijven. Philippe Gilbert wint.

Zondag 3 juli, 23 kilometer tussen Les Essarts en Les Essarts

De ploegentijdrit is een discipline van kameraadschap. We zijn trots op de Rabobank, negen mannen die nagenoeg bij elkaar blijven, geschakeld in elkaars achterwiel. Het zal gezellig zijn geweest ‘s avonds aan tafel, na een prettige zevende plaats en genoeg saamhorigheid om zin te hebben in de resterende ronde. Bij Garmin, 12 seconden sneller en winnaar, is het nog iets gezelliger.

Maandag 4 juli, 198 kilometer tussen Olonne-sur-Mer en Redon

Plotseling rijft er een renner weg van de rest. Wat is hij van plan? Op zoek naar de schijnwerpers, zo luidde de snel gezochte verklaring. Het blijkt iets anders. Anthony Charteau verwarmt de harten van liefhebbers en vaders door plotseling een kort bochtje te maken en middenin zijn gezin te staan. Zijn zoon, een vlaggetje in de hand, krijgt een kus. Tyler Farrar is de snelste in de massasprint.

Dinsdag 5 juli, 164,5 kilometer tussen Lorient en Mûr-de-Bretagne

Bovenop de Mûr-de-Bretagne is Evans de snelste, terwijl Gilbert van tevoren borstkloppend verklaarde dat hij weer zou zegevieren. In het wiel van Evans zit een stuk Spaans venijn. Getergd sprint Alberto Contador mee, vooral om te laten zien dat hij er nog is.

Woensdag 6 juli, 164,5 kilometer tussen Carhaix en Cap Fréhel

De dag van de val van Robert Gesink. In het cirkeltje dat de regie in beeld zet, het cirkeltje waarbinnen werd ingezoomd op tegen het asfalt kletterende fietsen, komt hij het beeld binnen buitelen. Met zo’n 70 kilometer per uur slaat hij tegen het asfalt, maar stond ook weer op. Gesink is vaak de eerste die relativeert. Het gaat wel, laat hij weten, maar zijn lichaam belooft niet veel goeds. Mark Cavendish is de snelste.

Donderdag 7 juli, 226,5 kilometer tussen Dinan en Lisieux

We schrikken vooral van het dak van het stadion van FC Twente, dat instort en het leven van twee jonge mannen meeneemt. Bouke Mollema demarreert in de slotkilometer van de etappe en zo lijkt het heel even toch nog een dag met een lichtpuntje te worden, maar het lukt niet. De etappe gaat naar een Noor: Boasson Hagen.

Vrijdag 8 juli, 218 kilometer tussen Le Mans en Châteauroux

Wie er ook etappes wonnen; de eerste week was er vooral een van valpartijen. Vandaag stapte Tom Boonen af na een zware val eerder in de week. Hij hield zijn benen stil, stapte van zijn fiets en ging in de ploegauto zitten. We zien een fotograaf gretig de vergane glorie vastleggen. De nieuwe generatie sprinters hield eigenlijk al geen rekening meer met de sympathieke Belg. De koning van die generatie, Mark Cavendish, wint ondertussen voor de tweede keer.

Zaterdag 9 juli, 189 kilometer tussen Algurande en Super-Besse Sancy

Rui Alberto Faria Da Costa keek achterom en zag Alexandr Vinokourov, ongeveer driehonderd meter bij hem vandaan. Daarna keek hij naar zijn trappers, alsof niet hijzelf, maar zijn fiets er schuld aan had dat hij stilviel. Een heldentocht leek te sneuvelen in het zicht van de haven, maar de man achter hem kwam maar niet dichterbij, deelde maar geen genadeklap uit. Rui Costa ging recht op zijn zadel zitten, sloeg twee kruisjes en stak zijn handen in de lucht. Hij won. Gesink zinspeelt op een vroege aftocht, maar besluit reikhalzend uit te kijken naar de rustdag.

Zondag 10 juli, 218 kilometer tussen Issoire en Saint-Flour

We zijn Wout Poels kwijt, en Vino, en Van den Broeck, en Txurruka, en Zabriskie. Hoogerland wordt in de berm gereden door een auto. Nervositeit breekt de sport op. Iedereen snakt naar de rustdag. Uitrusten en de stand opmaken.

Peter Zantingh