Site pictogram HET IS KOERS!

In 1998 knapte de EPO-steenpuist (boekrecensie)

De FestinaTour. De editie van 1998 heeft in de geschiedenisboeken inmiddels die naam gekregen. Geschiedenisboeken die al vol zwarte bladzijden staan, kregen er een nog zwartere pagina bij. Het dopinggebruik in het peloton was een steenpuist die in de jaren negentig alleen maar groeide om in 1998 grandioos uit te barsten, met alle pus van dien.

Aanleiding was de aanhouding van Willy Voet aan de grens tussen België en Frankrijk. Voet – ironisch genoeg ten tijde van de aanhouding onder invloed van Pot Belge – was als verzorger van Festina op weg naar Ierland waar de Tour dat jaar startte. Dat deed hij in een rijdende apotheek, volgestouwd met doping voor Virenque en co.

Alasdair Fotheringham werpt in zijn boek The End Of The Road het balletje op dat de Franse justitie wist van Voet en zijn voorraad en dat de aanhouding dus niet enkel botte pech was. Mogelijk was de Franse justitie al veel eerder getipt door een concurrerende ploegleider die de buik vol had van het arrogante Festina. Fotheringham, broer van William die op zijn beurt mooi schreef over Simpson, Merckx, Wiggins en Hinault, reconstrueert de Tour van 1998 en alles wat er van dag tot dag gebeurde.

Hij richt zich daarbij vooral op Festina, Once en Pantani. TVM, dat ook meer gendarmerie zag dan ze lief was, komt wat kariger aan bod. Het blijft een prachtig, treurig en spannend verhaal. Met arrestaties, de tranen van Virenque, de zitstakingen, de wandeletappe waar TVM gezamenlijk als eerste over de streep ging, maar ook de magistrale winst van Pantani in de regen op Les Deux Alpes en het belang van de regenjas die etappe.

Mooi om nog eens terug te lezen, al heeft Fotheringham niet heel veel eigen bronnen. Virenque wil er niet over praten, Pantani is al dood en ook Ullrich, Jalabert en Voet heeftt hij niet gesproken. Fotheringham doet het dus maar met de boeken van Voet, Bruno Roussel, Philippe Gaumont, Hamilton en Christophe Bassons. Hij sprak wel met Riis, Julich, Jean Marie Leblanc, Rolf Aldag en een zeer vage Manolo Saiz die zo ongeveer alles nog ontkent. Niet allen waar heel openhartig.

Gelukkig doet Jörg Jaksche wel dat boekje open en vertelt hij hoe ze destijds bij Polti de EPO bewaarden in een lege stofzuiger, gevuld met ijsblokjes. Iedere renner zorgde voor zijn eigen voorraad. De ploegleider deed liever of hij van niks wist, om niet door de renners gechanteerd te kunnen worden als ze hun plek in het team verloren. Na de arrestatie van Voet was het paniek in het peloton, sommige renners begroeven hun voorraadje in het bos, anderen spoelden het door de wc en weer anderen hielden het, omdat een plotselinge terugval in prestaties ook maar verdacht zou zijn.

Bijna alles wat in The End Of The Road staat, is ook in andere boeken te lezen. Toch is het fijn om het weer eens samengevat te zien. Alasdair Fotheringham heeft daar een prettig boek over gemaakt, dat soms – en zeker op het einde – wat te langdradig over doping en de dopingstrijd gaat.

Het mooiste zijn toch de verhalen over de koers. Wat dan ook weer een opluchting is, dat de koers altijd overwint op de doping. Ook al zaten ze toen massaal tot aan hun oren aan het verboden spul.

Mobiele versie afsluiten