Jean Robic was niet de knapste en daar kon karikatuurtekenaar Dik Bruynesteyn wel wat mee, is te zien op deze speelkaart. Fietsen kon de 1 meter 59 lange (!) Breton echter als de besten. Als een van de besten.

In 1947 wint hij de Tour de France, en dat jaar en in de jaren erna wint hij ook de nodige ritten in de Franse ronde. Ereplaatsen in klassiekers zijn er ook, onder andere een derde plek in Luik-Bastenaken-Luik. En in 1950 is hij de eerste wereldkampioen veldrijden.

Over Robic doen bijzondere verhalen de ronde. In ‘Het feest van list en bedrog’ vertelt Herman Chevrolet over de Tour van 1952 waarin Robic bonje heeft met zijn ploegleider. Als hij bergop lek rijdt, zou hij zijn band kunnen vervangen door het exemplaar dat hij om zijn schouders droeg.

De Breton gaat echter demonstratief zijn lekke band oppompen. ‘Dit herhaalde hij keer op keer. (…) Ondertussen huilde hij en riep telkens met snikkende stem om zijn ploegleider.’ De ploegleider die hem zou hebben verraden.

Als een van de eersten draagt hij een leren helm (‘Het leren hoofd’ is een van zijn bijnamen), het gevolg van een zwaar ongeluk in Parijs-Roubaix waarbij hij een schedelbreuk oploopt. In 1980 bezoekt hij een wielerfeestje, drinkt een glas teveel en rijdt op weg naar huis met zijn auto tegen een geparkeerde oplegger. Het wordt zijn einde.

Jos van Nierop
Laatste berichten van Jos van Nierop (alles zien)