Zouden ze in die goeie ouwe Sovjet-Unie ondermaats presterende renners naar trainingskamp De Goelag hebben gestuurd? Tegenwoordig dan. Loop je zomaar het risico naar de Giro gestuurd te worden.
Volgers en liefhebbers zwijgen er liever over, sluiten een verbond. Doen alsof er van alles op het spel staat. Verkneukelen zich met routeschema’s, braken kreten over elkaar heen over romantiek en het echte wielrennen.
Giro is mooier en zwaarder dan de Tour enzo. Nog waar ook.
Maar het is tijd om de realiteit onder ogen te zien. Werp eens een blik op de deelnemerslijst.
Geoffrey Soupe.
Gatis Smukulis.
Gaetan Bille.
Het zou zomaar de top 3 van de Giro-bergprijs kunnen zijn, geen mens die dat onthoudt.
De Giro is geen tweederangs koers, maar daar het voorportaal van geworden. Een kermiskoers met bergen. Mooie bergen, dat wel. Leuk wielergek land ook. Nouja, welk volk is niet leuker dan de Fransen.
Wat zal die Fränk Schleck balen. Ziet er net als zijn broertje uit als een permanente Goelag-bezoeker. Maar is toch niet afgetraind genoeg, vindt zijn ploegleider. Die trouwens mede-patent-houder is van het model ‘buiten De Tour is wielrennen maar een hoop gedoe’ en daarmee het sportieve belang van de Giro uitholt. Ook al lijkt het heel wat, met Fränk last minute aan de start.
Vacansoleil gooit het over een andere boeg, stuurt ene Tomasz Marczynski en Stefan Denifl, terwijl Rabo juist een bijna compleet Nederlandse ploeg presenteert. Dat zal dan wel zijn om nog eens te onderstrepen hoe geweldig onze nieuwe lichting is. In de beschouwingen van de kenners dan. Wat de prestaties van Mollema en Kruijswijk op die steile dolemietenflanken echt waard zijn, dat weten we pas als ze gaan presteren in die ene grote ronde die nog over is.
Thomas Dekker dankt op zijn ene blote knie de andere voor het ineens geblesseerd zijn. Hij hoeft niet naar de Giro, mag nog hoop koesteren op Tour of Vuelta. Al is zijn liefdesverklaring voor Italië nog wel oprecht, dankzij het Toscaanse Lucca bleef hij genieten van het leven tijdens zijn schorsing.
Natuurlijk, ook in de Tour start jaarlijks een klein peloton van naamlozen.
En heren als Basso en Cavendish komen echt niet helemaal naar het Deense Herning (elke ronde krijgt de startplaats die het verdient) om strafkilometers te draaien. De eerste schikt zich in zijn lot van Italiaan zijn, heeft vorig jaar ondervonden dat een cleane Tour vooral een naamloze betekent. De ander maakt elke koers ondergeschikt aan zijn eigen legendevorming. Daar hoort nu eenmaal een klein dozijn Giro-ritjes bij.
We hebben onszelf de laatste jaren zand in de ogen laten strooien, we willen graag geloven dat er drie grote ronden zijn. We hebben de bezoekersaantallen van de Giro in Nederland te graag willen vertalen in een groter succesverhaal. Net zoals we bij het Vuelta-bezoek in het noorden even vergeten waren dat die ronde tegenwoordig vooral een opwarmertje is voor het WK, of goedmakertje voor een mislukt seizoen. Assen leidt tot zinsbegoocheling.
Ook Contador moet vorig jaar op de flanken van de Etna even gedacht hebben één te worden met de grootsheid van het decor. Misschien leiden minieme hoeveelheden clenbuterol tot hallucinatie. Alsof de tegenstand die hij aan het verpletteren was echt iets voorstelde. Hij moest noodgedwongen pieken in Italië, verwachtte zijn schorsing al vóór de Tour. Bovendien wilde hij de Italiaanse tegenstand niet voor een tweede keer vernederen, na zijn overwinning twee jaar eerder, toen hij last-minute werd opgeroepen.
Je kunt de Fransen de schuld geven, de UCI en de ploegen die even willen bijkomen van hun zware programma dat elk jaar langer duurt. Maar de Giro zal zichzelf opnieuw moeten uitvinden. Een nieuwe regisseur zoeken, eentje die van de live-registratie geen bord spaghetti maakt. Renners niet afschrikken met zogenaamd historische etappes, maar ze juist uitnodigen. En belangrijker: schotel ons betere vedettes voor dan Scarponi en Cunego. Je zou er heimwee naar Riccardo Riccò van krijgen. Nu zelfs Petacchi en Nibali dit jaar liever naar de Tour gaan kunnen alleen nieuwe Italianen de Giro redden.
Ik zal de startlijst nog eens naspeuren, zoeken naar het lichtpuntje dat het ooit nog schopt tot vergeten renner. Zie het als strafcorvee.