Een beklimming is de angst op de fiets te lijf gaan en bij de eerste schreden te voet, boezemt le Mur de Huy angst en ontzag in. Al op de eerste meters protesteren de kuitspieren, hier zijn wij, inwoners van Le Plat Pays, niet voor gemaakt. Verderop wordt het alsmaar erger. In luttele meters klimt het plaveisel een lichaamslengte en de kuitspieren weten het, dit gaat morgen pijn doen!
De nacht voor de klim is een rustige. De reuzenportie spaghetti, op een terras langs de Meuse genuttigd, maakt slaperig. Wilde dromen blijven achterwege en een stralend zonnetje doet pas tegen negenen ontwaken. Een warme douche, stevig ontbijt en daarna gaan we op pad, de Red Bull met zijn groengele berijder. Ondanks alle voorbereiding verdwaalt mijn trouwe ros op de kasseien in het centrum, totdat in de verte het uithangbord van café Au Pied du Mur opduikt. Een verlopen kroeg waar buurtbewoners lege flessen bier komen ruilen voor volle, maar waar gisteren de koffie goed smaakte.
Een ruk aan het stuur en rechts de eerste letters ‘Huy’ op het wegdek voorbij. Een felgeel figuur doemt op. Het is mijn lief, zij gaat de uitdaging hardlopend aan. Een korte stop, een paar slokken wielerdrank om op sterkte te komen, de camera aan. Dan begint de ascension van le Chemin des Chapelles. Verrassend, de eerste meters, gisteren nog kuitenbuiters, vallen mee en bij de eerste kapel schakelen we soepel een tandje lichter. Het eerste zware stuk nadert. Op de hoek staat een prachtig huis te koop en in gedachten zie ik de rode stier al in de berging staan.
Dan botst de weg tegen le Chalet aan en we zijn weer bij de les. Rechts kasseitjes, links een bocht naar een van de steilste stukken. We dansen van links naar rechts en het stuur stijgert kort als groet aan het beroemde witte kapelletje. Na de volgende bocht is er een stuk vals plat van zeker twee meter om bij te komen. Een blik omhoog maakt het duidelijk, het einde is nog niet in zicht, kaarsrecht omhoog gaat het hier. De ademhaling versnelt en de ketting kraakt, met het versnellingsapparaat in de lichtste stand is er geen sprake meer van verder terug schakelen. Plots draait het oranje stuur links de laatste bocht in. Een boosaardig stuk asfalt, op weg naar de laatste kruisgang. De kont gaat los van het zadel en de benen stoempen de pedalen het wegdek in. Bovenaan is de verlossing.
Een korte triomfronde over de parkeerplaats van de kerk, waar gelovigen net de dienst verlaten, levert een welgemeende vinger tegen het voorhoofd op. Een kerkbezoeker. De man schiet plots met zijn zwarte voiture van een parkeerplaats, te laat om de wielerschoenen los te klikken. We missen hem op een haartje terwijl de bestuurder laat zien wat hij zojuist aan vergevingsgezindheid heeft opgestoken.
Terug aan de finish waar Merckx in het geboortejaar van de fietser voor het eerst de Flèche Wallone wint. Hij zal drie keer als eerste boven komen en het besluit valt tijdens de afdaling, ook deze fietser zal drie keer winnend boven komen. Voordat het zo ver is, duikt mijn hardloopster in de laatste bocht op. Vol trots wacht ik haar op en samen drinken we een welverdiende koffie.
Dan duiken we via een omweg naar beneden en beklimmen de Muur nog twee keer. In het voetspoor van Coppi, Kübler, Impanis, Zoetemelk, Fignon en dopingbetrapte Di Luca gaat het deze keren veel eenvoudiger dan de eerste. Later zullen we dromen van tientallen beklimmingen die uitmonden in recordtijden, maar eerst is er een mooie Ciney Brune in het rokerige lokaal van au Pied du Mur. De Rode Stier rust inmiddels in de kofferbak van de auto.
- Het shirt van Bouvatier - 23/01/2013
- De Vlaamse modder van de Omloop - 24/02/2012
- Joop Zoetemelk in drie verhalen - 03/12/2011