Wat is er nog niet gezegd over Philippe Gilbert? Dat hij een talentloze, overschatte kermiscoureur is misschien, die z’n tijdelijk dopingvrije collega’s een oor aannaait.
Maar dat is flauwekul.
Was Philippe een Nederlander dan zouden we nog minstens anderhalve eeuw zuchtend moeten teren op zijn grootheid.
Was hij een Belg idem dito.
Nog dit najaar verschijnt een boek over het succesjaar van Gilbert. De drukker heeft vast een drukproef klaar met Kopenhagen als laatste hoofdstuk, in een verder fantasieloze opsomming van een overwinningsreeks die nog altijd niet bezonken is.
Toch gaat het hem niet lukken zondag. Dat beweer ik niet als cultuurpessimist -ik vond Gilbert al héél goed toen anderen hem nog gewoon goed vonden. Ik zou er niet om treuren. Perfectie is ook maar zo steriel.
Argumentatie, vooruit, dat leest wel zo prettig.
Omdat topfavorieten gedoemd zijn ten onder te gaan in hun eigen strijdplan. Als de anderen tegen je rijden kun je nooit meer winnen. Een stelling die hij dit jaar al vaak onderuit haalde trouwens. Ik had bedacht dat hij die eerste Touretappe nooit kon pakken, er waren simpelweg teveel aanwijzingen dat het wél ging gebeuren. De nu al mooiste wielerquote van 2011: ‘-Wanneer wist je dat je ging winnen? Vanochtend al, eigenlijk.’
Om zichzelf in grootsheid te overtreffen zal hij zondag tijdens de eerste ronde moeten demarreren en het complete peloton moeten dubbelen. Einde WK om 16 over 12.
Omdat hij de druk niet aankan, een WK is geen klassieker, z’n vormpiek is al voorbij, het parcours niet zwaar genoeg bovendien, gedoe in zijn ploeg: tot zover het onderdeel argumentatie. Viel mee toch?
Gilbert zal alleen maar verliezen omdat onvoorspelbaarheid nou juist het wielrennen zo mooi maakt. Periodes van schrikbewind onder Armstrong of Indurain bleven toch interessant omdat je wist dat iemand ooit de heerschappij zou doorbreken, en misschien vandaag wel.
O ja. Omdat er gegronde redenen zouden kunnen zijn het hem niet te gunnen. Ook die vlieger gaat ook niet op. Gilbert onsympathiek vinden is net zo moeilijk als ‘m sprintend bergop verslaan. Niet dat het zo’n iets te blije CDJA-jongere is. Beetje leuren met goeie doelen, kinderkoren doen galmen waar hij voorbij komt. Dat zijn wieg aan de voet van de Redoute stond; ook al zo’n kampioenencliché. Maar gelukkig is er genoeg treurnis in de omgeving van Aywaille om te vermoeden dat er méér is.
Zijn aanblik: fris maar gepokt. Doseert zorgvuldig in grootspraak, in grimassen, in dooddoeners en tot voor kort ook in overwinningen. Mocht blijken dat hij iedereen een seizoen lang belazerde, dan zal het zijn statuur natuurlijk doen verbleken. Voor ongelovigen dan.
In 2018 zal het hem wel lukken, op het WK in Drenthe nota bene. Grote kampioenen dienen iets tragisch te hebben. Maar tijdens de vlakke omloop vult hij -36 inmiddels- alsnog die leemte van zijn erelijst. Phil heeft Lombardije inmiddels acht keer gewonnen, nooit een buitenechtelijke affaire gehad maar gelukkig wel z’n kind eens geslagen. Smetteloosheid is ook maar een vloek.
Het was al eerder beweerd; maar Gilbert verenigt een uiteengevallen land. België mislukte in die jaren ook als confederatie, na 2896 dagen vergeefse regeringsvorming waren mensen eigenlijk vergeten dat het nog bestond.
De Walen waren altijd blijven juichen voor hun Phil. En de Vlamingen konden al die jaren niets bedenken om dat niet te doen. In de euforie, na een memorabele koers, kiest hij in zijn eerste reactie voor het neutrale Engels om een doorbraak te bewerkstelligen: Phil for President.