De Ronde van Frankrijk 2009 is voor aanvang al als een dik, pikdonker wolkenpak boven een snikheet open veld. Het zal gaan losbarsten, en dat gebeurt al na drie dagen. Tijdens de derde etappe waait het in de Camargue, zoals het er iedere dag doet. Mistral. Op een kaarsrechte weg komt de wind vanaf de zijkant. Het peloton breekt als een porseleinen kopje op een granieten keukenblad. Wilskracht, ervaring en sluwheid nemen voorin plaats, onoplettendheid en misfortuin worden teruggeblazen. Alberto Contador ziet de grijns van zijn Texaanse ploeggenoot steeds verder bij hem wegwaaien. Slag gemist.
Die dag in de Camargue doet Lance Armstrong het beste dat hij voor zijn jongere ploeggenoot kan doen. Lance doceert de lessen van een winnaar, onnavolgbaar sluw en meedogenloos. Als een vader die zijn zoon expres de vingertjes aan een te hete pan laat branden. In het hoofd van Contador herhaalt de woede eindeloos het zinnetje dat hem tot zijn eindzege in Parijs zal wakkerhouden. En nu nog steeds, op dagen dat windstoten een oorlog aankondigen, spreekt de woede hem die vijf woorden toe:
‘Dit overkomt mij nooit meer.’
- Ranking the stones, het sterrensysteem van de kasseistroken - 14/04/2022
- Recensie: magazine Wachten op de koers (deel 1) - 21/04/2021
- Vijf redenen waarom Parijs-Roubaix de allermooiste is - 22/03/2021