En daar was hij weer
Luca Paolini.
Fans van het nieuwe wielrennen vloekten even binnensmonds op die februari dag in de Vlaamse modder. Zo’n symbool van het oude wielrennen als winnaar van de Omloop het Nieuwsblad. Dat kon toch niets goed betekenen voor dit jaar. Het eerste jaar van Het Tijdperk van de Val van Lance. Anno Cadutum Lancius I.
Maar het bleek de opmaat voor een mooi voorseizoen. De groei van heldenkoers Strade Bianche, De surplace van Cancellera, Het repeteer geweer van de favorieten in Luik.
En gisteren was daar gewoon weer Paolini. Winnaar in een heerlijk chaotische etappe in de Mezzogiorno, het zuiden. Italië lag erbij zoals Italië erbij moet liggen. De Gazzetta had Allessia Ventura, de moeder der ronde missen van dit jaar nog maar eens afgestoft.
Het was koers
Natuurlijk vielen de hollandse polderjongens, maar omdat ze minder onder druk staan in de Giro dan in de Tour was er ook niet zoveel aan de hand. En je zag ook weer het begin van een discipline, die – weinig doping gerelateerd – vooral in ‘il bel paese’ beoefend wordt: het dalen.
Een decennium geleden won een matige renner, maar geweldige daler de giro twee maal. De valk, il falcone: Paolo Savoldelli. Die discipline gaf gister, nog bescheiden, maar toch, ons de hoop dat lo Squalo, de haai dit jaar zal toeslaan.
En dus sta ik daar op de flanken van de Galibier over twee weken. Op de etappe die ingericht is als eerbetoon aan Marco Pantani. Ik zal daar, naast onze jongens van ‘Blanco’ vooral ook een paar van die deksele italianen aan te moedigen;. Maar dan vooral lo Squalo, Vicenzo Nibali. Want het zullen weken worden, waar de ziel van het wielrennen in al zijn facetten zal worden getoond.