‘Waarom zijn de anderen zo goed, en ben ik zo slecht?’ Het is een vraag die David Millar zichzelf regelmatig stelt tijdens zijn laatste profseizoen. Een seizoen waarin de Brit nog één keer via een voorjaar over Italiaanse wegen naar de Tour de France had willen toewerken, en waarvoor speciaal een camerateam werd inschakeld om alles vast te leggen. Het pakte volstrekt anders uit dan Millar vooraf had gehoopt. Maar het leverde wel een schitterende documentaire op.

Als na een proloog van krap tien minuten vol actiebeelden de signatuur van succesrenner David Millar uit beeld verdwijnt en zijn tijdritfiets wordt opgeborgen, begint de documentaire Time Trial pas echt. Het is vanaf dat moment gelijk duidelijk dat het niet langer vanzelf gaat bij de zevenendertigjarige renner die de leiderstrui droeg in alle drie de grote ronden. Zijn topvorm lijkt op een onbekende verre plek te zijn opgeborgen en Millar heeft nog maar kort de tijd om die plek te vinden. Time Trial toont zijn race tegen de klok.
Het heeft even geduurd voordat het filmmateriaal – verzameld tijdens het vroege Italiaanse voorjaar van 2014 – compleet was gemonteerd. Regisseur Finlay Pretsell weet hoe je zoiets moet doen. Hij wisselt de knap gevangen beelden en geluiden vanaf de voorste (en in Millars’ geval steeds vaker de laatste) rijen van het peloton met gesprekken in de bus of op hotelkamers. Tijdens die rustmomenten komen de rake zinnen waarmee David Millar over zijn werk en het naderende afscheid praat.
De vraag waarom Millar zoveel moeite heeft om het tempo van zijn koersende collega’s bij te benen, wordt op zulke momenten nog het best beantwoord door Thomas Dekker, kamergenoot tijdens de Italiaanse wedstrijden. Millar is gaan relativeren. Hij heeft het bord voor zijn kop te ver laten zakken om nog onbesuisd te kunnen koersen. Dekker zelf overigens ook. Als een afgematte versie van Batman & Robin bespreken de twee ooit zo succesvolle renners hun dagelijkse werk terwijl ze languit liggen op een tweepersoons hotelbed. ‘We’re just not fast enough’.
Dat Millar niet langer het tempo heeft om het verschil te maken, blijkt ook uit de beelden die tijdens de voorjaarskoersen zijn geschoten. We mogen meeluisteren en -gluren tijdens de momenten waarop Millar mopperend de renners links en rechts voorbij hem ziet glippen. Die inkijk toont de voortdurende nervositeit: in de bus, de volgauto en in het peloton. Het is gewoon werk, hard werk. Iedere dag opnieuw. Achter de strijd van de kopmannen worstelt de rest van het peloton met de soms krankzinnige obstakels die ze krijgen voorgeschoteld door parcoursbouwers met een onstilbare honger naar spektakel. En met kleine frustraties over het niet kunnen vinden van het juiste paar winterhandschoenen op dagen waarbij de zon geen moment door de donkere wolken weet te prikken. De emmer loopt over van dit soort ergernissen.

De documentaire, die tijdens het komende IDFA zijn wereldpremière beleeft, is een fraai in beeld gebracht verhaal van een renner die moet lossen uit zijn rennersleven, en David Millar is daarin zijn eigen voice-over. Eloquent en scherpzinnig, met soms poëtische overpeinzingen, zelfspot en een vleugje razernij. Juist die combinatie maakt van Time Trial een van de meest interessante wielerfilms van de laatste jaren.

De wereldpremière van Time Trial is op zondag 19 november, 14:15u in theater Carré in Amsterdam. Na de vertoning is er een uitgebreid nagesprek tussen Mart Smeets, Jørgen Leth (maker van wielerfilms zoals A Sunday in Hell), David Millar en regisseur Finlay Pretsell.

Kaarten kosten €12.50 en zijn hier verkrijgbaar.

Martijn Sargentini