hetiskoers_martsmeets

Foto: Clemens Rikken

Donderdag 11 december. De Nederlandse wielerfan wordt wakker met een kater. Dat heeft aanvankelijk van doen met alle perikelen rondom Astana en de onuitstaanbare Aleksandr Vinokoerov; een stuk crapuul met wel 99 levens, schijnbaar. Kersverse UCI-voorzitter Cookson had het nog zo beloofd: hij zou schoon schip maken op het gebied van ethiek en transparantie. Helaas. De eerste beste mogelijkheid om dat te doen wordt direct gebruikt om een brandje te blussen. Doorlopen mensen, bij Astana is bij nader order toch niets te zien.

Alsof dat (en de ijskoude decemberregen) nog niet genoeg was kwam er deze ochtend nog een uppercut: via de tamtam kwamen we te weten dat de Avondetappe met Mart Smeets gaat stoppen. Natuurlijk, een beslissing die je wist dat ging komen. Zelfs koning Mart heeft niet het eeuwige leven. Maar toch. Die kloterige Vinokoerov wel en Mart niet in de Tour komend jaar: het voelt verkeerd. Zelfs zij die een hekel aan ‘De Mart’ hebben (en dat zijn er heul veel) zullen zich toch wel even op het achterhoofd hebben gekrabd. Mart is je foute oom die met Kerst teveel drinkt en je pedant op je plaats zet. Maar hij hoort er wel bij. Familie, weetjewel.

Daarnaast: het chagrijn over De Mart is gestoeld op een aantal flagrante misverstanden. U moet namelijk weten: Mart Smeets is een held. De schrijver van dit stuk, een idioot met een heuse Mart Smeetsblouse in zijn garderobe, zal Mart in ieder geval erg gaan missen. Hij was (en is) soms onuitstaanbaar maar ook een uniek journalist, zeker niet gespeend van talent. Mag ik dat zeggen? Ja, dat mag je zeggen. Wat je overigens niet mag zeggen is ‘Mag ik dat zeggen, ja dat mag ik zeggen!’ want in tegenstelling tot veel andere catch phrases is dat nu juist een zin die je Mart (echt waar) bijna nooit hoort bezigen. Het is een eigen leven gaan leiden nadat die ijdeltuit Nico Dijkshoorn het in de openbaarheid bracht.

Dus. Mart Smeets een held. Ten einde een en ander te bewijzen zal ik het uiteenzetten in het weerleggen van vier sterke vooroordelen over de legendarische Avondetappe-presentator.

Mart Smeets is een luie, uitgezakte alcoholist, pardon, journalist
Ah, Dalida. Daar is ze weer, dat vrouwtje. Ja, het is soms om helemaal ambetant van te worden, dat geproost van Mart en zijn gasten. Die laatsten kijken er ook altijd wat gegeneerd bij. Fuck, dat is waar ook, moeten we gaan proosten en Mart in zijn ogen kijken. Nou ja, het moet maar. Je ziet het ze denken. Er is daardoor een beetje het beeld ontstaan van een man die het van af zijn troon wel een beetje overziet en verder geen poot uitsteekt. Nou, dat gaat toch wel wat te ver. Neem alleen zijn boeken – niet alleen nog altijd de fijnste vakantielectuur, maar ook getuigend van een open blik en een niet aflatende nieuwsgierigheid. Mart Smeets publiceerde al bijna 40 boeken (en verkocht er meer dan een miljoen!), schrijft tal van columns, maakt radio én vliegt de wereld over voor documentaires die hij goddank nog wel voor de NOS mag maken. Een fraai portret van hockeycoach Paul van Ass, Nederlands-Antiliaanse honkballers in Amerika: Mart heeft een open blik. In tegenstelling tot veel andere journalisten beperkt hij zich niet bepaald tot een wereld. Op wielergebied heb je het over een man die vier decennia Tour van dichtbij meemaakte en bulkt van de kennis. Vergeet ook niet dat hij mede achter De Muur zit. Ook op pensioensgerechtigde leeftijd is hij nog gretig. Dat verdient gewoon respect.

Mart Smeets is onderdeel van de omerta, hij is niet kritisch
Mijn god, wat kreeg Mart een partij stront over zich heen in de nasleep van de val van Lance Armstrong. Alsof hij de Texaan zelf van doping had voorzien. Mart werd een beetje vereenzelvigd met de Amerikaanse wielerdictator, en ja, dat had hij ook een beetje zelfgezocht. Zijn liefde voor Amerika is grenzeloos en, om met zijn eigen woorden te spreken: hij vond Lance nu eenmaal ‘een zeldzaam boeiende sportman’. Een boek als De Lancefactor schrijven hielp in dat licht ook niet. Maar: tegelijk was dat boek een stuk kritischer en bovenal grondiger in research dan het meeste wat over Armstrong verscheen. Smeets’ uitstekende vaardigheden als journalist brachten hem dichter tot Lance dan wie ook. Een prestatie van formaat. En hij stelde hem direct vragen over doping. Meer kon hij ook niet doen. Van de omerta (zijn eigen begrip, overigens) maakt hij ook al geen deel uit. Smeets kreeg heel Nederland over zich heen toen hij dopegebruik van Joop Zoetemelk aan het licht bracht. Later had hij scoops aangaande Gert Jan Theunisse en Steven Rooks en ook trok hij vanaf moment een fel van leer tegen de PDM-equipe in de Tour van ’91. Mart Smeets is misschien ouderwets. Hij doet niet mee aan gespeculeer. En hij durft te bewonderen. Maar Mart Smeets is geen journalist zonder kritiek. Lees voor de lol bijvoorbeeld eens het hoofdstuk De Firma EPO, uit zijn boek Het laatste geel. IJzersterke feitenjournalistiek.

Mart Smeets is een onuitstaanbare taalverkrachter, een ijdeltuit
Nu Mart de Avondetappe niet meer mag presenteren wordt de kans op het spelen van de Mart Smeetsbingo wel heel klein. Jammer, ik ken namelijk geen leuker tijdverdrijf. Je heerlijk laven aan Smeets’ eeuwig weerkerende boutades. Chapeau, chapeau, chapeau. Die gekke Texaan. We schrijven het met potlood op. Als ik zeg Jelle Nijdam, dan zeg jij…? Ik ga nog iets geks zeggen: Mart Smeets is een inventieve, creatieve taalvernieuwer die de vaderlandse sportjournalistiek heeft gevoed met schitterende begrippen. Goed, soms valt hij wat in herhaling. Maar iedereen verdient het om op zijn beste werk beoordeeld te worden. Dus in plaats van ‘chapeau, chapeau’ te herhalen: denk eens aan ‘Mevrouw van Zetten’. Ja, die ‘uit Tiel’. Alles klopt aan die kleine zin. De achternaam, Tiel, het plechtige ‘mevrouw’ – Mart Smeets heeft er een mythe mee geschapen. Denk verder aan ‘met het bord op schoot’, ‘met twee vingers in de neus’, ‘rechtstreeks naar school en kantoor’, ‘de Neel’. Mijn persoonlijke favoriet is ‘het koffiemolentje’ van Lance Armstrong. Als er weer eens een Pyreneeënetappe door US Postal in slaap was gewiegd en Lance aan een ‘doei, ik ga vast-etappe’ was begonnen was er altijd nog Mart om ons te vermaken. Kijk, daar gaat ie. Hoor je dat? Dat is dat koffiemolentje, tik-tik-tik. Tig keer leuker en creatiever dan het Kevvendis van Herbert Dijkstra. Diep, diep respect, Mart.

De Avondetappe is suffe televisie
De Avondetappe heeft, onder meer door het wijn- en Dalida-etiket, een imago van wat suffige televisie. Babyboomers die keuvelen over hun zomerhobby. Gesprekjes van likmevestje. Weer Luka Bloom te gast. VVV-info van Mart zelve. Dat gaat toch wat voorbij aan de merites van het programma. De Avondetappe is natuurlijk ook zomeravondtelevisie – lekker onderuitgezakt kijken naar Mart terwijl het buiten eindelijk wat koeler wordt. Die malle rebus oplossen. Tegelijk heeft het programma ook altijd goede journalistiek én spannende televisie gebracht. Mart zat er bovenop toen Frank Schleck uit de Tour werd gesmeten (‘wij noteren één plaspil’). Er was de uitzending met de spontane dopebekentenis van Jans Koerts, nota bene op de dag dat Rasmussen werd geëxcommuniceerd bij Rabo. Bram de Groot en het Zwarte Gat, zeldzaam fragiele televisie. David Walsh die zijn Armstrongkruistocht kwam verdedigen. Tim Krabbe die een paar dagen later er vol tegenin ging en De Mart weer aan de romantische kant kreeg met zijn unieke blik. Mooiste moment: Tim en Mart die in koor Rudi Altigs schitterende aforisme over de wielersport debiteerden. Wij zijn geen sportlieden, wij zijn professionals!

Tot slot: Mart en de Avondetappe gaven ook ruim baan aan talenten als Thijs Zonneveld en Frank Heinen. En aan Herman van der Zandt, die Mart maar moet opvolgen. Dat is voor iedereen het beste. Ik drink er vanavond een wijntje op. En wie weet zet ik dat stomme lied van Dalida er wel bij aan.

Senk joe voor al die jaren, Mart.

 

Van de redactie: RTL Boulevard heeft het originele bericht aangepast. Toekomst van Mart als presentator Avondetappe én die van het programma zelf zijn ongewis. Voor hetzelfde geld dus toch gewoon een Avondetappe mét Mart.

Vincent Cardinaal