Op 94 kilometer van de meet was Lieuwe Westra bezig te abandonneren. Hij ging langzaam rijden, legde een hand op zijn bloedende linkerknie, liet die daar even liggen. Het peloton passeerde, de dokter kwam langszij en keek even naar de knie – de diagnose was ongetwijfeld dat de moraal met bloedvaart uit zijn kniewond stroomde, geen pleister die dat kon stelpen –, de dokter reed door, achterblijvers passeerden, de ploegleider passeerde, en Westra zei een beetje verongelijkt tegen de camera: ‘Het zit me niet mee.’
Hij was niet de enige, het leek niemand mee te zitten vandaag. Roy Curvers werd in zijn eigen achtertuin in vloeiend Engels uitgescholden door Vicente Reynes. De woorden ‘You are fucking crazy, you asshole!’ vlogen door het Limburgse land, de heuvels over, en wie goed luisterde, hoorde op de achtergrond het Spaanse testosteron door Reynes lichaam ruisen, sneller dan de Geul.
Het zat ook Joaquim Rodriguez niet mee, die bij een nauw bochtje half van zijn fiets viel en volgens Smeets ‘ook met z’n noten op de stang’. (Waarop die laatste verklaarde: ‘We lijden mee. Een beetje.’)
En het zat Wilco Kelderman niet mee, die meedraaide in een mooie groep met onder anderen Vincenzo Nibali, maar die een bocht miste en zichzelf opeens terugvond op een akker, diep tussen de kluiten, in een oneindig bruin knollenland. En daar reed Kelderman in de achtervolging, zoals we tijdens de Vlaamse klassiekers Sep Vanmarcke steeds in de achtervolging hebben gezien – het is niet te geloven hoezeer het soms allemaal niet mee kan zitten.
Het zat Nibali niet mee, want zijn groep werd teruggepakt (desondanks was Smeets hem erg dankbaar dat hij wel iets had gedaan, koers had gemaakt, want ‘anders hadden we weer een paar uur naar al die dooien moeten kijken’). Het zat Wout Poels niet mee, want na 200 kilometer moest hij concluderen dat hij nog niet hersteld was van zijn ziekte. Het zat Tom Dumoulin niet mee, die op de Keutenberg al voelde dat het op de Cauberg niet ging lukken. Het zat Bauke Mollema niet mee, die simpelweg de benen niet had.
De finale van de koers bleek ook de finale van het thema van de dag. Philippe Gilbert plaatste een aanval op de Cauberg, Michael Matthews beet zich vast in zijn wiel, zo hard dat het letterlijk leek of hij zijn tanden stuk zou bijten, maar het zat ze niet mee, want ze werden na de Cauberg weer bijgehaald en in de sprint reden Michael Kwiatkowski en Alejandro Valverde Matthews gewoon voorbij. Gilbert werd tiende.
Maar Kwiatkowski dan, die won in de regenboogtrui, die zijn laatste krachten mocht gebruiken om te juichen, hem zal het toch zeker wel hebben meegezeten? Nee, zelfs hem niet. In het interviewtje na de finish kwam er voornamelijk ellende uit zijn mond, en die ene zin: ‘I told my teammates I was really bad today, but they told me everybody was suffering.’
De winnaar was vandaag niet degene met het meeste geluk, maar degene die het best kon lijden.
Wat een prachtige kloterace.
- Terug naar Namen - 20/12/2020
- Als een reiger over de toppen - 24/10/2020
- Muziek in de benen - 23/10/2020