‘Braaaadley! Braaaaaaaaaaaaaaadley! Sir Wiiiiggoooo!’

Stilte.

‘BRAD!’

Licht gekreun.

‘Biertje?’

De Tourwinnaar van 2012 opent zijn ogen, en sluit ze meteen weer. De namiddag is nog jong, de zon schijnt alsof ze het werelduurrecord aan het verpulveren is, en hij, die overmorgen zijn laatste koers rijdt voor Team Sky, werd enkele tellen geleden gewekt door… een kassei!

What the …? Jij bent … een steen?

‘Ik ben wat je wilt dat ik ben. Een kassei uit de strook waarop je zondag zult demarreren. De steen waarop je hopelijk niet lek zult rijden. Of de kei die je in de lucht zult steken in de velodroom.’

‘Ik zou wel willen dat je de steen was waarmee ik de tegenstand metaforisch knock-out zal slaan. Als ik zelf al niet knock-out gemept zal zijn door al die onrealistisch hoge verwachtingen die iedereen heeft.’

‘Misschien ben ik wel een metafoor voor je hoofd de ochtend ná Parijs-Roubaix.’

‘Ach, de boog kan niet altijd gespannen zijn.’ Hij denkt even na, en grinnikt. ‘Gelukkig gebruiken ze geen bogen in de Hel.’

‘Hoe dan ook, ik ben niet belangrijk. Je hebt de Tour gewonnen, man! En duizend olympische medailles. Rio, dat is waar het om gaat. En dat record. God, zelfs de Tour de Yorkshire is interessanter dan ik. Ik ben helemaal niet het einde, ik ben slechts het begin van het einde!’

Bradley Wiggins lijkt opnieuw enkele seconden na te denken, draait zich dan om en valt opnieuw in slaap. Hij droomt van een degelijk resultaat in zijn laatste klassieker, en van veel, veel meer.

Tim Vuylsteke
Laatste berichten van Tim Vuylsteke (alles zien)