Met de komst van de Pyreneeën verandert de koers. Voor de zware sprinters en hardrijders is het belangrijkste ineens niet meer winnen, maar op tijd binnen komen. De lichtste mannen in het peloton krijgen plotseling vlinders in de buik. Zij smeren hun kleinste cassettes en pulken de stickers van hun helmen, om maar zo min mogelijk gewicht mee de bergen in te hoeven nemen.

De renners hebben vandaag wel eerst 130 kilometer de tijd om hun benen even rustig los te trappen, voor het echte werk begint met twee eerste categorie beklimmingen. De hors categorie houdt de Tourorganisatie nog even achterwege. Na de laatste beklimming van Hourquette d’Ancizan, een typische Pyreneeëncol over een onregelmatig en smal weggetje, volgt nog een flinke afdaling. Een relatief rustig begin van het Pyreneeënweekend dus.

Hoe anders was dat toen de eerste echte col van vandaag, de Peyresourde, voor het eerst werd beklommen in de Tour. In 1910 was het de eerste beklimming in een helse rit van 326 kilometer tussen Luchon en Bayonne. Na de Peyresourde moesten de renners nog over de Aspin, de Tourmalet, de Soulor en de Aubisque. Het was zo’n martelgang, dat etappewinnaar en latere eindwinnaar Octave Lapize de organisatie toeschreeuwde dat ze moordenaars waren.

De Tourorganisatie trok zich weinig van die woorden aan. De etappe tussen Luchon en Bayonne zou nog veel vaker worden verreden en werd de eerste klassieke Pyreneeënrit in de Tour. In 1913 kwam Henri Desgrange zelfs op het lumineuze idee de etappe de andere kant op af te leggen, zodat het zwaartepunt aan het einde van de rit kwam te liggen.

Dat gold ook voor de tiende etappe in de Tour van 1926. Het zou de zwaarste etappe ooit worden. Regen, ijzel, sneeuw, wind, kou, het peloton krijgt praktisch alle weertypes te verduren. Als de Belg Lucien Buysse solo aan de voet van de Peyresourde komt, krijgt hij ook nog eens een gigantische onweersbui te verwerken.

Buysse wint de helse etappe. Hij doeter uiteindelijk ruim 17 uur over. De nummer 10 in de daguitslag komt op 53 minuten binnen. Aan de finish in Luchon is er paniek. De helft van het peloton is vermist en de organisatie zet naarstig verschillende zoekacties uit. Doodvermoeide renners worden uit herbergen en berghutjes geplukt. Een andere groep renners komt in Luchon aan in een Citroënbusje.

Zo zwaar als in 1926 zal het peloton het niet krijgen, maar toch begint vandaag een andere Tour de France. Niet meer die van de sprinters, maar die van de klimmers en de mannen met klassementsambities. En wat is daar een mooier podium voor dan de klassieke Col de Peyresourde?

Maarten Meijsen