De Col du Tourmalet is zonder twijfel de meest mythische col in de geschiedenis van de Tour de France. Voor ons Nederlanders komt uit chauvinistisch oogpunt Alpe d’Huez misschien in de buurt, maar vraag het een gemiddelde niet-Nederlandse wielervolger en hij zal zonder aarzelen de Tourmalet noemen.

Al in 1910 stond de Pyreneeënpas voor het eerst op het programma. Sindsdien zijn er oneindig veel verhalen op de Tourmalet geschreven: de gebroken voorvork van Eugène Christophe, de beklimmingen van Federico Bahamontes, de solo van Merckx et cetera ad infinitum. Tours zijn er verloren, carrières zijn er gemaakt.

Aankomst bovenop de Tourmalet, zoals vandaag het geval is, is er in al die tijd slechts twee keer eerder geweest. De pas is eigenlijk te smal om het hele Tourcircus te laten neerstrijken. De eerste keer dat de streep op de top lag, was in 1974. Jean-Pierre Danguillaume won. De laatste keer was ter ere van het honderdjarige jubileum van de Tourmalet in de Ronde van Frankrijk in 2010. Het zou één van de mooiste beklimming ooit worden.

Andy Schleck stond in het algemeen klassement 8 seconden achter Alberto Contador. De Spanjaard had die voorsprong verkregen door een paar etappes eerder bij de Luxemburger weg te rijden terwijl hij een kapot versnellingsapparaat had. Contador hield vol niet bewust gebruik gemaakt te hebben van het malheur van Schleck, maar die was desalniettemin absoluut not amused.

De rit naar de Tourmalet was de laatste bergetappe in die Tour en met nog een tijdrit in het verschiet wist Schleck dat hij er alles aan moest doen om Contador van zich af te schudden. Het scenario was dus perfect voor een historische beklimming. Zelfs de weergoden hadden begrepen hoe laat het was. Zij lieten een schitterende, zachtgrijze mist neerdalen over de flanken van de berg.

Vanaf de voet demarreerde Andy Schleck. Alberto Contador zat meteen in het wiel. Keer op keer versnelde de Luxemburger, maar de Spanjaard gaf geen twee centimeter ruimte. Schleck bleef gaan, zijn blik onverstoorbaar op de diffuse lichten van de motards, die nog net door de mist heen schenen. Contador ging mee, zijn blik geconcentreerd op het achterwiel van zijn uitdager.

Het lukte Schleck niet de geletruidrager te lossen. Op de top gunde Contador de man die hij een paar dagen eerder nog geflikt had ruimhartig de zege. Een onderkoelde handdruk na de finish verraadde dat nog niet alles vergeven en vergeten was. Daar kon zelfs een innemende knipoog van de Spanjaard niets aan veranderen.

Uiteindelijk, een jaar later, won Andy Schleck die Tour alsnog. Door zero coma zero zero zero zero zero zero zero zero zero zero cinco procent clentuberol, die in het bloed van Alberto Contador was aangetroffen. Schleck zelf had de Tour de France van 2010 ongetwijfeld liever op de mythische flanken van de Tourmalet gewonnen.

Maarten Meijsen