Gooi die fietscomputer weg. Doe het! Pak een schaar en knip die tie-wraps door, schroef de houder eraf of trek die elastiekjes los. Als het er maar voor zorgt dat er een leeg stuur over blijft. Je uren op de fiets worden er leuker door als er niks meer is te zien behalve twee handen, twee remmen, wat kabels en een stuurlint.
Het constante staren naar een smartphone zorgt ervoor dat steeds vaker mensen de stap terug maken naar de ‘domme telefoon’. Een simpele Nokia waar je op kunt sms’en en mee kunt bellen. Wie deze stap durft te nemen, geeft hoog op over de tijd die het oplevert, de rust en het genieten van het moment.
https://twitter.com/zwar/status/679274864893628417
De talloze onderzoekjes die aantonen hoe slecht het is voor je concentratie om telkens maar naar informatie te zoeken en naar reacties te kijken, kun je zonder al te veel moeite zelf wel vinden.
Mij is het nog niet gelukt om afscheid te nemen van de smartphone, die strijd is nog niet gestreden. Sinds vorig jaar is het gevecht met de fietscomputer wel beslecht. Destijds kwam het door de nieuwe fiets.
Op het oude kachelpijpen ding had nog wel een tellertje gezeten. Zou je het vergelijken met een telefoon dan was het iets moderner dan een Nokia, maar niet veel. De haperende hartband zorgde ervoor dat na een half uur duidelijk werd dat je toch niet met een hartstilstand reed en er een getal te zien was op de teller, en als je er behoefte aan had, kon je zelfs je cadans aflezen.
Er kwam een toertocht die ik verreed op een geleende retrofiets. Uiteraard zonder fietscomputer. Dat beviel eigenlijk zeer goed. Niet de neiging om op mijn stuur te kijken, geen zorgen over gemiddeldes. Toen de nieuwe fiets er was, mocht er geen lelijk vod op het nieuwe vlaggenschip. De fietscomputer overzetten was geen optie. En omdat de bodem van de kas zelfs was verdwenen ten faveure van de fiets, was het een goed moment om het eens zonder fietscomputer te proberen.
Wat een genot, wat een rust. Niet langer het opgejaagde gevoel dat het gemiddelde te laag was, niet steeds die naar beneden zakkende blik om de snelheid te controleren, niet die teleurstelling over het tempo op het bergje. En vooral ook niet de pijnlijke benen vanwege het naar boven willen afronden van het gemiddelde in de laatste vijftien kilometer.
Ik weet het hoor, ik duikel definitief (als dat niet allang zo was) van de groep wielrenners in de groep fietsers – dit onderscheid is voor enkele mensen zeer belangrijk – maar het is veel leuker om fietser te zijn.
Het betekent echt niet dat je als een vogelaar in lycra op de fiets zit. Je kunt ook meditatief je blik op het asfalt houden. Je kunt ook tegen de verzuring aan gaan rijden als je die behoefte voelt. Je kunt racen en je kunt freewheelen, maar pas achteraf – ik zet nog wel Strava aan – zie je hoe hard je ging en hoe ver je kwam. Wie al langer fietst, kan afstand en snelheid heel behoorlijk zonder computer inschatten.
En natuurlijk. Wie met een duidelijk doel traint, moet soms op hartslag, snelheid, wattage en cadans letten. Maar hoeveel van ons zijn nu wedstrijdrijders? Ons enige doel is het groepje bijhouden en die berg opkomen. Daar heb je echt geen wekenlange trainingen in hartslagzones voor nodig.
Vraag de profs eens, wat het eerste is wat ze doen als ze stoppen? Wat je het meeste hoort is ofwel de benen niet meer scheren of de SRM-meter de plomp ingooien.
Onlangs kreeg ik een fietscomputer in mijn handen gedrukt. En niet zomaar eentje. Een Wahoo Elemnt. Handig, mooi, slim, het ding heeft alles. Ik ging het eens uitproberen en niet lang daarna deed ik weer niks anders dan op het scherm staren. Zelfs een scherm waar je wat doorheen kunt scrollen, waar je navigatie kunt aanzetten en waar je zelfs je inkomende berichten op je telefoon kunt laten zien. Prachtig allemaal, maar waarom?
Dat is ook al zo’n rare nieuwe trend. Al die selfies op de fiets. Hou eens op zeg. Kan het ritje niet een, twee of drie uur de selfieloze haven zijn? Strava probeert je te verleiden, door je foto’s mooi toe te voegen aan je data, maar moeten we ons niet verzetten?
Het echte leegmaken van het hoofd, waar fietsen zo ideaal voor is, gaat het beste zonder fietscomputer. En je mist helemaal niks.
Het enige wat je nodig hebt, is de wind om je oren, je blik op oneindig en rust aan je kop. Gewoon fietsen.
- Boekrecensie: Het Grote Wielrenboek - 19/03/2024
- Boekrecensie: Riding With The Rocketmen - 04/08/2023
- Boekrecensie: Het Plan. Hoe Team Jumbo-Visma de beste wielerploeg ter wereld werd - 30/06/2023