“Ik was goedgelovig, naïef, braaf, een zacht eitje.” Freddy Maertens is hard voor zichzelf op het einde van zijn biografie. Hij doet de uitspraak in de context van zijn financiële problemen. Maertens rust niet op zijn lauweren in een dikke villa, maar woont in een rijtjeshuis en geeft rondleidingen in het Centrum Ronde van Vlaanderen. Die geldproblematiek is een onderwerp dat in die biografie overigens niet helemaal lekker uit de verf komt, net als veel andere onderwerpen.

Eendimensionaal
Het moet een helse klus zijn om de biografie van Maertens te schrijven. Zoals wij hem kennen, is het niet de meest spraakzame renner en als hij over zichzelf spreekt, gaat het nooit de diepte in. Een lieve man hoor, maar te ééndimensionaal zou een redacteur zeggen, als je Maertens zou opvoeren als romanpersonage. Onvergelijkbaar met een type Boonen die in een enkel afscheidsinterview al met meer reflectie, humor en sappige quotes voor de dag komt dan Maertens in een heel boek.

Schrijver Filip Osselaer heeft het in ieder geval niet uit hem weten te krijgen in Freddy – Waarom het liep zoals het gelopen is. Maertens blijft meer dan 250 pagina’s op de vlakte. En toch hoort hij die biografie te krijgen, met zijn 378 overwinningen, twee regenboogtruien en winst in de Vuelta. Daarom valt het boek zo tegen, had er dan echt niet meer ingezeten? Er valt immers genoeg te vertellen.

Jempi
Zo is er zijn vriendschap met Jempi Monseré en diens weduwe. Maertens gaf het fietsje aan de zoon van Monseré die ook al verongelukte. Het gevoel van Maertens bij deze tragische gebeurtenissen komt maar kort aan bod.

Dan is er nog zijn eeuwige twistpunt met Roger de Vlaeminck over dat er betaald had moeten worden na Maertens’ werk in de bizarre Ronde van Vlaanderen van 1977. Hier toont Maertens zich een star figuur die nog steeds over dat geld blijft doorgaan, terwijl hij even verderop juist zo blij is dat de vete met Merckx na het WK van 1973 uiteindelijk uit de weg is geruimd.

WK 1976

Watervergiftiging
We komen er wel achter waar het talent van Maertens lag. Dat zat vooral in het zichzelf goed afsluiten voor de buitenwereld en talloze uren hersenloze trainingsarbeid. Maertens bleef zich maar afbeulen om steeds beter te worden. En als hij ergens zijn zinnen op had gezet, zoals het WK van 1981, dan was hij zo goed als onklopbaar. Een eigenschap waar hij in 2003 nog eens hondsberoerd van werd doordat hij zichzelf op een waterdieet had gezet om af te vallen. Maertens deed dat met hetzelfde fanatisme als zijn trainingen en liep zo een zware watervergiftiging op.

Het is zo’n anekdote waar je in een boek meer mee kunt. Het tekent Maertens, jezelf doldriest in iets storten zonder na te denken over de consequenties en daar dan flink onder lijden. Precies wat een sprinter doet. Dan kun je vallen of winnen. Winnen deed hij heel veel, vallen ook.

Financieel bijvoorbeeld. Pol Claeys, eigenaar van de Flandriaploeg, heeft hem meegetrokken in een financiële val, maar dat Maertens jarenlang belastingschulden heeft moeten betalen, is toch zijn eigen schuld? Het blijft in het boek vaag.

De biografie van Maertens is vooral een opsomming van feiten en gebeurtenissen. Het ontbreekt aan diepte. Is dat aan Freddy zelf te wijten? We weigeren het te geloven. Het moet er uit te halen zijn, ga dan de mensen in zijn omgeving interviewen voor achtergrondinformatie. Zo blijft het een gemiste kans.

‘Freddy – Waarom het liep zoals het gelopen is’ door Freddy Maertens en Filip Osselaer is verschenen bij uitgeverij Borgerhoff & Lamberigts.

Alex van der Hulst