Als klein kind leerde ik dat God overal tegelijk kon zijn. Een wonderlijk mechanisme waarvan ik mij maar moeilijk een voorstelling maken kon. Hoe was het in hemelsnaam mogelijk dat iets of iemand in staat was om op meerdere plaatsen tegelijk te zijn. De twijfel was groot.

Na afgelopen seizoen weet ik echter dat het kan, dat wat ik hoorde in mijn jeugd niet onmogelijk is. En het einde van die twijfel heet Greg van Avermaet, een klasbak met bovennatuurlijke krachten. Een heel jaar lang was Greg_Van_Avermaethij overal te vinden waar gekoerst werd en altijd op het eerste plan, strijdend als een koene ridder met opengeklapt vizier. Maar hoe buitengewoon ik onze Greg dan vinden mag, goddelijke kwaliteiten worden louter toegedicht aan veelwinnaars, mannen met een vette erelijst. De rest is sterveling en de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat Gregs erelijst overeenkomsten vertoont met de Hei- en Boeicopseweg op een doodnormale zondagmiddag.

Wellicht het resultaat van zijn voorland; in een vorig leven was Greg de sluitpost van KSK Beveren. En keepers zijn nu eenmaal een beetje de drummers van een voetbalelftal. Vrouwen vallen voor spitsen of een sierlijke nummer 10. Groupies smelten samen voor de hoteldeur van de zanger. De bakvissen blijven over voor de man op de achtergrond, de man van de basis, het ritme, het onzichtbare fundament van de band. De man die de ballen stopt.

Hoe belangrijk ook: drummers en keepers worden zelden God.

En toch hou ik van Greg. Omdat hij een jaar lang vrijwel elke koers kleurde waar hij aan de start verscheen. En zoals gezegd: daar was hij niet gierig in. Dom, zou je kunnen zeggen. En ten dele is dat waar. En ik kan nu een betoog ophangen over pieken op bepaalde momenten, je seizoen een beetje slim indelen en koersen met je hoofd en niet met je hart, maar ik ben dolblij dat er mannen zijn die lak hebben aan dat berekende gedoe. Kerels die met hun kop vol in de wind koersen zoals ze vroeger deden op het pleintje naast hun huis. Koersen als een nieuweling, een amateur. Er hangt een zweem van afkeuring in zo’n uitspraak, maar ik beschouw het als een vet compliment.

Het is niet alleen die heerlijke aanvalslust die mij van Greg doet houden; het is ook zijn fantastische kop, een kop van een echte Flandrien. Zet de tv op zwart-wit, drapeer een band om zijn rug en je waant je in lang vervlogen tijden. Briek en Greg die samen bergen bedwingen waar nog beren wonen, etappes van meer dan 400 kilometer lang met bulderende rivieren zonder brug, verse loopgraven, water uit de dorpspomp en dan ook nog, net als Gino Bartali in 1948, een sluimerende burgeroorlog in eigen land de kop indrukken door een buitenaardse prestatie die het hele volk huilend in elkaars armen laat vallen. De vrede bewaard, dankzij Greg.

Greg is een held, een grote held die gisterenavond volkomen terecht voor de 3e maal door zijn Belgische collega’s gekozen werd als de Flandrien van het jaar. En laat niemand het in zijn hoofd halen om deze winter tegen Greg te beginnen over een logische seizoensopbouw, pieken en nog wat van dat gezwets. Ik wil Greg zien, altijd en overal, omdat alleen hij dat kan!

Hallelujah!

Joost-Jan Kool