Van Est heeft al een paar jaar eerder, ‘met het oog op het naderende afscheid’, al een cafetaria in Breda overgenomen. Hij wielrende nog, dus stond vooral zijn vrouw in de zaak. ‘Ik zette elk week duizend kilo friet om. We verkochten twee à driehonderd gebakken haantjes. De nasibal van Van Est, een betere kon je niet vinden’, laat Van Est optekenen in boek ‘Het IJzeren Uurwerk´ van John Linse.
De snackzaak doet familie Van Est al weer snel van de hand vooral omdat eega Mieke voortdurend heimwee heeft naar ´t Heike, woonplaats Sint Willebrord. Maar wat moest Van Est dan? Hij gaat handelen in kerstbomen en later in bosgrond, ofwel mos. In grote hoeveelheden verkoopt hij de vruchtbare bosgrond aan Belgen, totdat hij last krijgt met de milieubeweging die het er niet mee eens is dat het bedrijf van de vroegere wieleridool mos uit het bos verwijdert. Na de milieubeweging volgt de FIOD; de vroegere smokkelaar heeft zijn zaakjes – volgens de belastingdienst – toch niet helemaal op de juiste manier geregeld. Over een periode van meerdere jaren betaalt Van Est zijn belastingschuld…
Van Ests neef Rini Wagtmans schopt het, eveneens voor Het Algemeen Belang, een jaar of tien later wel tot gemeenteraadslid.