Freddy Maertens. Dat is de naam die opkomt tijdens het lezen van de biografie van Lieuwe Westra. Vreemd, want op het eerste gezicht hebben Maertens en Westra niets gemeen. Andere tijd, ander type renners, ander land, ander palmares. Onder die oppervlakte zitten de overeenkomsten. Beide zijn het onmatige types met een voorkeur voor stoempen.

Stoempen
In de biografie Freddy! vertelt Maertens al op jonge leeftijd samen met Michel Pollentier door het Vlaamse land te stoempen. Zwijgend. Zo’n acht uur per rit. Geen trainingsschema’s, geen intervallen, gewoon stoempen. Precies zoals Lieuwe Westra trainde. Maertens verloor na zijn carriere al zijn geld, net als Westra. En het onmatige raakte Maertens ook niet kwijt. Het meest treffende voorbeeld daarvan was toen hij jaren geleden probeerde af te vallen met een waterdieet. Maertens deed dat zo fanatiek dat hij een waterverslaving opliep en er bijna geweest was. Zichzelf dooddrinkend aan water.

Gabber
Het had Lieuwe Westra kunnen overkomen die in de jeugd zo ongeveer alles won en zich daarna verloor in drank, pillen en hardcore/gabber. Enkele jaren later, met een dikke pens en rokerslongen, wil hij weer fietsen. Opnieuw gaat het maniakaal. Met zijn talent wordt hij opgepikt door de vrijbuitersploeg van Vacansoleil en later Astana. Hij schrijft etappes in de Dauphiné, Parijs – Nice en de eindoverwinning in de Driedaagse De Panne op zijn naam.

Beest
Maar Westra is niet gelukkig. In zijn biografie schrijft hij al dat het talent hem aan is komen waaien. Jongens die harder moeten vechten bij de jeugd zijn vaak bij de profs wat gemotiveerder of gelukkiger. Westra blijft tobben en twijfelen. Lui is hij allerminst. Als hij besluit dat hij moet afvallen om beter te klimmen zet hij zichzelf op een idioot dieet. Ook weer onmatig. Zijn trainers krijgen hem niet aan de powermeter. Hij wil gewoon zes uur lang met 35 kilometer per uur fietsen. Op trainingskamp lijden zijn ploeggenoten onder dit koersgedrag. Westra rijdt op kop, altijd, in moordend tempo. Ze noemen hem Het Beest.

Pufjes
Opmerkelijk zijn ook de ‘dopingpassages’ in het boek. Westra houdt zich aan de regels. Hij gebruikt cortisonen met een attest. Ook neemt hij pufjes, zoals ze allemaal in het peloton doen. Maar waar hij sterretjes ziet na vier pufjes, wordt Froome betrapt met het equivalent van dertig pufjes. Eigenlijk is dat de meest opmerkelijke passage in het boek. Niet dat Westra aan zijn eigen marginal gains werkt.

Depressie
De biografie van Westra is een typisch Uitgeverij Voetbal Inside-boek. Simpel geschreven, een ik-vertelling, snel te lezen. Schrijver Thomas Sijtsma heeft netjes de bekritiseerden (manager André Boskamp, doktoren, andere renners) om een reactie gevraagd. De epiloog is daarom zelfs nog erg interessant. Maar belangrijker is dat hij de zwijgzame Westra aan het praten heeft gekregen. Dat de Fries open is over zijn depressie en gitzwarte periodes.

Als de overeenkomsten tussen Westra en Maertens blijven, dan komt het met Westra uiteindelijk wel goed. Dat gun je hem ook na het lezen van zijn biografie. Een van buitenaf schijnbaar simpele jongen met een gecompliceerd innerlijk. Die toch vooral erg sympathiek is.

Thomas Sijtsma – Het Beest, Het wielerleven van Lieuwe Westra. Uitgeverij Voetbal Inside, €19,99

 

Alex van der Hulst