Het is inmiddels middernacht geweest. Ik kan niet slapen. Of eigenlijk. Ik wil niet slapen. De tv staat nog steeds aan. Het apparaat die mij vanmiddag getuige deed zijn van de val van Kruijswijk. Sindsdien ben ik leeg. Ik loop met m’n ziel onder m’n arm door het huis. Mijn vriendin probeerde me op te beuren. Ze bedoelde het goed. Tevergeefs.

Ze slaapt inmiddels al een paar uur. Ik zap sindsdien van kanaal naar kanaal. Ik probeer het te begrijpen. Te snappen waarom gebeurde wat er is gebeurd. Telkens leidt het tot een opwelling van onrechtvaardigheid. Het klopt niet wat er gebeurde vandaag.

kruijswijkvaltHij nam de bocht slechts 1 meter te ruim. Het kan niet zo zijn dat een bocht 1 meter te ruim nemen, kan leiden tot zo’n groot negatief resultaat.

Vier keer per uur komt het tot een implosie tussen m’n oren. ‘Het kán gewoon niet!’ mompel ik terwijl ik hoofdschuddend m’n koffie inschenk.

Alles heeft een reden. Daar geloof ik heilig in. Maar deze ontgaat mij. Een renner die de afgelopen weken alles goed deed. De renner met de beste benen. Maar ook de renner met het meest onschuldige gezicht. Kruijswijk reed de afgelopen dagen rond met een gelaat dat verried dat hij zelf ook niet zo goed snapte wat er te gebeuren stond. Hij deed gewoon wat hij graag doet en deed dat net iets sneller dan de rest.

Ik hoor net dat hij een scheurtje in een rib heeft en op tv zie ik een mank lopende renner. Mijn hoop op een doorstart morgen is aan het verdampen.

Gaat Kruijswijk dan écht de geschiedenis in als Nederlands minst gelukkige renner aller tijden? Ik ben er héél erg bang voor. Maar mijn ongeloof doet deze angst gelijk de kop weer in drukken. Ook deze status past niet bij Steven Kruijswijk.

Wat vandaag gebeurde is niet gebeurd. ‘Het kan gewoon niet!’.

Arjan Kim