Het onweert in Laguardia op 11 mei 1967. De bliksem schiet gevaarlijk door de lucht. De regen zet de stoffige Spaanse wegen om in een modderpoel.
De jonge Jean Pierre Ducasse kijkt eens omhoog. Bijna is de buit binnen. Het Amarillo zit strak om zijn jonge lichaam. Ja, zijn ploegleider De Muer heeft al aangegeven dat zijn kopman Jan Janssen eraan komt. Maar in de tijdrit is het ieder voor zich. Ducasse kent de wetten van het peloton, ook al rijdt hij nog niet zolang rond bij de profs. Natuurlijk heeft hij ingestemd met het plan van De Muer. Maar Janssen moet hem nog wel uit de trui rijden, toch?
Ducasse kucht eens. Helemaal fris is hij ook niet meer. Gisteren heeft hij al veel aanvallen moeten afslaan. Ook Janssen had er hard aan getrokken. Tot verbazing van de Nederlander had hij echter geen strobreed toegegeven. Ze hadden het er ’s avonds aan tafel nog over gehad.
Janssen was best chagrijnig geweest vond Ducasse. Had hem toch even gevraagd waarom hij bij Janssen in het wiel was gaan zitten. Ducasse had wat gegrijnsd. Had Janssen dan niet gezien dat er ook een paar Spanjaarden waren meegeslopen? Straks stond zo’n Bask in het geel. Hadden de mannen van Pelforth niks gehad?
Ducasse kijkt eens omhoog. Een druppel regen tikt zijn neus aan. Nu moet hij 44 kilometer door noodweer gaan ploegen. De jonge Fransman rijdt het podium op. Een harde donderslag kraakt in de de lucht. De donkere lucht wordt gevaarlijk opgelicht. Ducasse knijpt met zijn ogen. Nog 1 minuut en hij mag op gang.
In de vijftiende etappe van de Ronde van Spanje 1967 staat er eindelijk een tijdrit op het programma. De ronde was tot dan toe redelijk lauw geweest. Veel vlakke ritten, weinig beklimmingen.
De Nederlandse Televizierploeg had er vol van geprofiteerd. Ploegleider Kees Pellenaars had er zijn ploeg op geselecteerd. Pellenaars reist met tien renners af naar Spanje. Gerben Karstens, Eef Dolman, Henk Nijdam, Jos van der Vleuten, Huub Zilverberg, Jan Harings, Cees van Dongen, Cees Snepvangers, Bart Zoet en Cees Haast reizen af naar Spanje. Ritten kapen zullen ze. Cees Haast en misschien Huub Zilverberg mogen voor het klassement rijden.
Jan Janssen verovert al op de eerste dag de gele trui. De volgende dag is Janssen hem alweer kwijt. Een grote groep renners ontsnapt en Janssen is daar niet bij. Bart Zoet, Wim de Jager en Cees Haast zijn wel mee gesprongen. Janssen verliest de trui, Domingo Perurena wint de etappe en Haast vindt zichzelf terug op plaats 15.
In de 6e etappe sluipt er een groep van 13 renners weg. In aankomstplaats Benidorm hebben zij een voorsprong van 7 minuten op het peloton. Nederland is goed vertegenwoordigd in die groep. Jan Janssen, Eef Dolman en Bas Maliepaard rijden op kop. Ook Cees Haast is weer alert. Opnieuw maakt hij deel uit van de kopgroep.
Dolman wint de etappe voor Janssen. Haast wordt 4e. Vier Nederlanders bij de eerste drie! De Fransman Ducasse wordt dan de nieuwe leider. Haast en Janssen staan nu ook kort, respectievelijk vijfde en zesde. Ook Arie den Hartog staat er nog goed voor met een achtste plaats.
Bij Pelforth worden ’s avonds de koppen bij elkaar gestoken. De jonge Ducasse is iedere dag alert geweest en heeft als beloning de gele trui om de schouders. Er komt champagne op tafel. Janssen neemt De Muer even apart. “Hoe gaan we het aanpakken? Die Spanjaarden rijden Pierre straks aan gort. Het manneke weet niet waaraan hij begint. “ De Muer had even geglimlacht en sloeg Janssen op zijn schouder. “Het kont allemaal goed Jan. Gewoon meerijden.” De Muer had toen uit zijn achterzak de routekaart gepakt. Hij vouwde hem uit en wees met zijn vingers op twee etappes. “Hier moet u uw slag slaan Jan. Verder geen energie verspillen”.
De volgende dag is het opnieuw raak voor Televizier. Gerben Karstens wint de etappe voor Tom Simpson. Opnieuw rijdt er een grote groep weg van het peloton. Cees Haast is weer alert en ook Jan Janssen heeft zich nu niet laten verrassen. 40 seconden is de voorsprong op het peloton. Haast vaart er wel bij. Door zijn alerte koersen staat hij na 8 etappes op plaats 3.
Ook na de tiende etappe is er champagne voor Televizier. De etappe is in een A- en B-gedeelte opgedeeld, iets wat vaker gebeurd in die jaren. Jan Harings wint gedeelte A en Gerben Karstens gedeelte B. De Vuelta begint zo halverwege toch wel een ongekend succes te worden voor de ploeg van Pellenaars. Jan Janssen peddelt rustig mee. Zijn tijd komt nog.
Pas in de daaropvolgende elfde etappe wordt het serieus. Eindelijk gaan worden de bergen aangedaan. Meteen moeten de mannen van Pellenaars passen. Mariano Diaz heeft in 1967 de Ronde van de Toekomst gewonnen. Die ronde is in die jaren een mini-tour. Win je de Tour de L’Avenir dan beteken je wat. Diaz snelt dan ook door de bergen richting Andorra en weet de etappe te winnen.
Jan Janssen wordt tweede op ruim twee minuten. Huub Zilverberg is de beste Televizier-renner. Als 22ste verspeelt hij 4,5 minuut. Cees Haast mist hier dus voor het eerst de afspraak. Maar door zijn eerder attente rijden heeft hij een buffer opgebouwd. Haast blijft overeind in het algemeen klassement met een zesde plaats, al geeft hij drie plaatsen prijs in de eerste bergetappe.
In de Vuelta van 1967 is er één regel: is het vlak, dan is het voor Televizier. Nu wint Henk Nijdam. Nederlander Bas Maliepaard wordt vierde in deze etappe. Een etappe later is het Jos van der Vleuten die de veertiende etappe wint. Ploegmaat Cees Snepvangers wordt derde in de etappe.
We maken ons op voor de eerste tijdrit. Eén van de etappes die De Muer had aangewezen. In ongekend noodweer rijdt Jan Janssen zich bij de eerste tien. Hij eindigt de tijdrit als zevende, maar kan winnaar Poulidor, die eindelijk eens in de strijd mengt, niet bedreigen.
Klassementsleider Ducasse zakt echter volledig door het ijs. In 44 kilometer verliest hij 6 minuten op Janssen en bijna 11 minuten op Poulidor. Opeens bevindt Janssen zich hierdoor op 1 minuut van de eerste plaats.
Ducasse snikt het uit na de tijdrit. Hij is nat. Hij is moe. Hij legt zijn hoofd op de schouder van zijn ploegleider Maurice de Muer. De wat afstandelijke ploegleider pakt het hoofd van Ducasse op. “Verman je vent” zegt de Franse Napoleon bijna vermanend. Stond hij hier met een snikkende huisvrouw of met een wielrenner in zijn armen?
Ducasse wrijft het snot van zijn neus. Hij neemt een slok water. Het regent nog steeds onbedaarlijk hard. Duscasse kijkt in de lucht. Het onweer is voorbij. Ducasse fronst en overdenkt zijn tijdrit. Had hij zicht nu werkelijk zo laten afleiden door het onweer?
Nee hij was niet gefocused geweest. Zijn benen voelden aan als pudding. Zo’n leiderstrui kon pijn doen had Jan Janssen al eens tegen hem gezegd. Vandaag had hij het begrepen wat de Nederlander daarmee bedoelde.
Elf minuten had hij verloren op Poulidor. Elf minuten! 15 seconden per kilometer. Dat was niet zomaar slecht. Dat was een wanprestatie.
Op een afstand ziet Jan Janssen het grijzend aan. “Die gaat eraan’ zag je Jansen denken.
Kees Haast blijft in het ongure weer ook goed overeind. Haast finisht als 15e. Hij verliest bijna 5 minuten op Poulidor, maar Haast rijdt zeer constant en dus stijgt hij zelfs een plaatjes in het klassement; een vijfde plaats met nog drie etappes te rijden is het gevolg.
53 seconden scheidden Ducasse nog van Janssen. De Nederlander is er toch niet gerust op. Dus valt hij een dag na de tijdrit weer aan dat het een lieve lust is. Ducasse rijft hij echter niet los. Maar ook de Spaanse concurrenten hebben geen trek in een vervroegde beslissing van de ronde.
Aan tafel is het die avond onrustig bij Pelforth. Ploegleider De Muer denkt na. Zijn jonge Franse talent rijdt nog steeds in het Amarillo. Janssen die naast De Muer aan tafel zit, buigt zijn hoofd naar de ‘kleine Napoleon’. De Muer weet al wat de Nederlander gaat vragen en schudt het hoofd. “Nee Jan, jullie gaan ervoor rijden. Maak je niet druk, het komt goed”.
Het eindweekend moet dan maar uitsluitsel brengen. Zaterdag is de dag van de tijdrit, die moet de beslissing gaan brengen. Janssen is al vroeg op. De Spaanse verzorger Vidal zet zijn benen in het vet. Janssen krijgt een lichte maaltijd voorgeschoteld. Geen biefstuk voor zo’n korte tijdrit. Janssen houdt het op wat pap en een broodje met jam. Ducasse is ook al vroeg uit de veren, hij loopt over de gang en ziet dat Vidal met zijn kopman in de weer is. Maar net als hij naar binnen wil kijken wordt de deur dichtgegooid. Geen pottenkijkers dus. Ducasse haalt zijn schouders op. Vandaag zal hij het alleen moeten doen.
Jan Janssen staat klaar voor de tijdrit. Een echte specialist is hij niet. Maar Janssen wil maar één ding en dat is winnen. Niet zijn talent, maar zijn karakter heeft hem het meeste aan overwinningen geholpen. Jansen ziet de wedstrijdcommissaris aftellen. Hij mag gaan. Hij neemt nog een diepe teug adem en rijdt dan de longen uit zijn lijf.
Janssen bevestigt een jaar voor zijn Tourzege zijn reputatie als afmaker. Nee Janssen is geen tijdrijder, maar als het moet, doet hij wat er gevraagd wordt. Dat doet hij tweemaal in deze Vuelta, en dat zal hij een jaar later ook in de Tour doen. Janssen kan zich onwijs focussen op een doel. En daarin faalt hij zelden. Het kenmerk van de echte kampioen.
Jansen wordt tiende in deze tijdrit, maar belangrijker nog, hij houdt zijn ploeggenoot Ducasse weer achter zich. Die rijdt nu een aanzienlijk betere tijdrit, maar hij geeft toch meer dan twee minuten toe op zijn kopman.
Ontspannen heeft Ducasse zijn tijdrit gereden. Gedachten flitsten door zijn hoofd. Wat nou als hij toch deze Vuelta zal winnen? Bijna mist hij een bocht. Ducasse laat een paar omwentelingen lopen. Even ontspant hij. Het is goed zo. Als neo moet je bij dit soort koersen je kopman niet in de weg rijden.
Naschrift:
De Vuelta van 1967 is de succesvolste Ronde van Spanje ooit geweest voor Nederland. Jan Janssen wint, Cees Haast wordt vijfde, Arie Den Hartog dertiende. Daarnaast winnen de Nederlanders achtmaal een etappe. Zevenmaal is het Televizier dat wint.
Het cursieve gedeelte is ontsproten aan de creatieve geest van de schrijver. De overige fragmenten zijn beschrijvingen aan de hand van krantenknipsels uit Het Vrije Volk, Limburgs Dagblad en Telegraaf uit die tijd.
- De gunfactor in het peloton: van groot belang - 03/11/2015
- De verhalen achter het systeem-Raleigh: Iedereen valt aan, iedereen verdedigt, maar wel winnen a.u.b. - 26/10/2015
- ‘Drank, vergeten schoenen en verdwenen renners’: Elro Snacks, de idealistische ploeg van een fanatieke liefhebber - 30/09/2015